Het postgebouw van Leopoldsburg is een typisch onderdeel van het grotendeels planmatig aangelegde garnizoenstad. In 1903-1904, bouw van een nieuw postkantoor in neotraditionele stijl, ter vervanging van het bestaande kantoor (1838). Naar ontwerp van 1ste bouwmeester L. Van der Aa.
Tweeledig, bakstenen bouwvolume in neotraditionele stijl, met een verhoogde begane grond en opgetrokken op een natuurstenen bossageplint en gevormd door een kantoorgedeelte op de straathoek, vijf traveeën en één bouwlaag, en een woonhuisgedeelte links ernaast, drie traveeën en twee à drie bouwlagen. De traveeën worden op plintniveau gemarkeerd door middel van verticaal natuurstenen bandwerk.
Het woongedeelte is opgevat als een soort herenhuis met drieledig gevelfront, gevormd door een centrale torentravee van drie bouwlagen, rechts geflankeerd door een topgevel met suggestie van schouderstukken en een obeliskvormig topstuk. De smalle torentravee is licht geprononceerd in het gevelvlak en omvat een deuromlijsting in vlakke hardsteen met ontlastingsboog in gele baksteen en natuursteen. Boven de deur, smal raam met natuurstenen onderdorpel, die de centrale partij vormt van een drieledige boogfries. De derde bouwlaag wordt verlicht door een eenvoudig steekbogig tweelicht. De topgeveltravee oogt breed door de brede dubbele glasdeur met links en rechts aansluitende vensters op het gelijkvloers; deze deurtravee is gevat in een vlakke natuurstenen omlijsting en wordt overspannen door een ontlastingsboog in gele baksteen. De verdieping wordt gevormd door een monumentaal drielichtsvenster over de breedte van de deur. De tweede en derde bouwlaag van de toren- en topgeveltravee worden door middel van een natuurstenen cordonlijst van elkaar gescheiden. Deze lijst is lager gepositioneerd dan de fries boven de eenvoudige linkertravee, die slechts over twee bouwlagen is uitgewerkt en op het gelijkvloers een breed raam omvat. De travee wordt bekroond met een dakkapel. Het herenhuis wordt afgedekt door een complexe dakstructuur.
Links van het herenhuis, lage constructie van één bouwlaag onder lessenaarsdak, die een overgang vormt met de tuinmuur. Deze tuinmuur, een eenvoudige bakstenen muur, rustend op een natuurstenen of gecementeerde plint, geritmeerd door pilasters, afgeboord door een bakstenen kroonlijst en afgedekt met een natuurstenen dekplaat, is blijkens oud beeldmateriaal niet oorspronkelijk.
Het kantoorgedeelte is een relatief eenvoudige bouw, met een getoogde deur in de travee uiterst rechts, geflankeerd door vier dito vensters met natuurstenen onderdorpels links; de bogen zijn geaccentueerd in gele baksteen. Een middenrisaliet wordt geprononceerd door een topgeveltje met obeliskvormig kroontje; binnen de geveltop is een natuurstenen gevelsteen opgenomen met markering Posterijen, bekroond door een tweede steen met postlogo. De vrije rechtse zijgevel omvat vijf vensters en een deur in dezelfde sfeer als de voorgevel, en opnieuw een door een topgevel met obelisk geaccentueerde risaliet. De gevelpunt wordt door middel van een geconsoold cordonlijstje ingeleid en omvat een tweelichtsvenster. Het kantoorblok wordt afgedekt door een mansardedak over een diepte van drie traveeën en opengewerkt tot zadeldaken over de breedte van de aangehaalde risalieten.
- FRESON G. s.d.: Beknopte historiek van de Postdienst te Leopoldsburg.