Vrijstaand huis gebouwd in 1936 naar ontwerp van architect Eduard Van Steenbergen in nieuwe zakelijkheid.

Zeer landelijk gelegen villa met L-vormige plattegrond en aanpalend volume waarin de keldergarage en de vertrekken voor de huisbewaarder. Wit bepleisterde baksteenbouw op een sokkel in paramentmetselwerk, waarin de terrassen en de toegangstrappen verwerkt zijn. Grote horizontale, metalen ramen, kleine ramen door siermetselwerk visueel verbonden. Beide toegangen voorzien van luifeltje in gewapend beton. Het groot, cirkelvormig raam van de woonkamer samen met de afgeronde, ijzeren terrasleuningen zijn verwijzingen naar de scheepsbouw. In dit geval wordt dit beeld nog versterkt door het materiaalgebruik van de gevels; de witte bovenbouw staat als het dek op de donkere romp van het schip.

In het interieur is bijna alle meubilair evenals de schouwmantel nog bewaard, de vaste buffetkast in de woonkamer, de tafel en een enkele stoel, de vaste kast in de nachthal, de kast en nachtkastjes van de slaapkamer, de bibliotheekkast in het bureel en de inrichting van de koele berging in de keuken.