De drie woningen zijn fraaie voorbeelden van vroeg 18de-eeuwse stadswoningen.
Het ensemble van 18de-eeuwse diephuizen bestaat uit drie afzonderlijke panden, gekenmerkt door sierlijke geveltoppen met barokinslag. Al zeker sinds de optekening van de primitieve kadasterkaart in 1822, vormen de twee linker woningen (samen nummer 30) één eigendom en is de achtergevel van woning nummer 32 ingesloten door de dienstgebouwen behorende bij de aanpalende herenwoning nummer 34.
Het linker pand van nummer 30 is een twee traveeën en twee bouwlagen tellend diephuis -zonder deur- in baksteen met verwerking van ijzerzandsteen en zandhoudende kalksteen. Gevel, bekroond door een in- en uitzwenkende top met verwijzing naar de traditionele trapgevel, vermoedelijk uit het eerste kwart van de 18de eeuw. De gevel rust op een volledig in ijzerzandsteen uitgewerkte plint, met gedeeltelijk vernieuwde kruisvensters, voorzien van een negblokomlijsting en een strekse ontlastingsboog in gesinterde baksteen. In de zolderverdieping prijkt -onder een pseudo-oculus in gesinterde baksteen- een houten laadluik, gevat in een ijzerzandstenen omlijsting met sluitsteen, imposten en negblokken. Foto’s uit 1984, tonen een gecementeerde topgevel met schouderstuk aan de achterzijde van de woning. De woning is volledig onderkelderd, met een tongewelf, loodrecht op de straat.
Het rechter pand van nummer 30, vermoedelijk rond 1700 opgetrokken in baksteen met verwerking van ijzerzandsteen en zandhoudende kalksteen, twee traveeën en twee bouwlagen. De klokgevel in classicerende barokstijl wordt geritmeerd door pilasters die op het gelijkvloers voorzien zijn van Franse voegen en daar een cordonlijst en op de verdieping een zwaar hoofdgestel ondersteunen.
De gelijkvloerse verdieping wordt gekenmerkt door de Lodewijk XVI-deuromlijsting, gevormd door pilasters met Franse voegen waarboven een sterk overkragende kroonlijst op consoles met pijnappelmotief. Rechts van de deur bevindt zich een rechthoekig venster met uitspringende onderdorpel en een natuurstenen omlijsting die doorloopt tot op de grond. Op de verdieping worden de steekboogvormige vensters in vlakke omlijsting (3de kwart 18de eeuw) gescheiden door Dorische pilasters met sterk verweerde kapitelen in ijzerzandsteen onder een geprofileerde waterlijst in zandhoudende kalksteen. Bijna het hele muurvlak van de klokgevel wordt ingenomen door een rondboogvenster, geflankeerd door Dorische pilasters en bekroond door een geprofileerd en overkragend gebogen fronton. De zwikken aan beide zijden van het rondboogvenster werden ingevuld met ijzerzandsteen. De uiteinden van de gevelbekroning -en aanvankelijk ook de geveltop- zijn opgesmukt met siervazen.
Foto’s uit 1984, tonen de achtergevel van het pand: een gedeeltelijk vrijstaande puntgevel, voorzien van muurvlechtingen en topstuk. Een rondboogvenster met bakstenen omlijsting en een rond oculus verlichten de zolderruimte. Interieur bewaart een originele dakconstructie, gewelfde kelder en de eiken wenteltrap met twee trapbomen.
Pand nummer 32 is een bakstenen diephuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder een in- en uitzwenkende gevelbekroning met boogfronton en voluutversiering. Vermoedelijk stamt de stadswoning uit de eerste helft van de 18de eeuw. De vensters van de eerste verdieping zijn voorzien van een fijne en decoratief uitgewerkte balustrade in gietijzer. Centraal in de tweede verdieping prijkt een rondboogvenster, geflankeerd door twee kleinere rechthoekige vensters. De geveltop werd opengewerkt door middel van een rond oculus met zwaar geprofileerde waterlijst. Alle muuropeningen zijn gevat in een natuurstenen omlijsting met sponningbeloop. De achtergevel gaat volledig schuil achter de 19de-eeuwse bijgebouwen van de aanpalende herenwoning, waardoor het oorspronkelijke, nu dichtgemetseld venster aldaar enkel nog zichtbaar is van op de zolder. Van het interieur is enkel de genummerde spantconstructie vermeldenswaardig.
Bron: Beschermingsdossier DB002164
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2008: Ensemble van burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125791 (geraadpleegd op ).
Nummer 32.
Rijhuis met drie verdiepingen en gebogen fronton uit de 17de-18de eeuw. Bak- en zandsteenbouw op sokkel van ijzerzandsteen. Kruisvensters voorzien van een ontlastingsboog van gesinterde baksteen.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sassen, Gwendolyn; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sassen G. & Vanhove J. 1971: Ensemble van burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/147749 (geraadpleegd op ).
Nummer 30.
Bak- en zandstenen dwarshuis met twee verdiepingen en klokgevel uit einde 18de eeuw. Rechthoekige vensters op de beneden- en steekboogramen met uitstekende sleutel op de bovenverdieping. Louis XVI-deur geflankeerd door stijlen met bossagewerk, uitlopend op volutes met pijnappelmotief die de kroonlijst opvangen. De bovenverdieping wordt in traveeën verdeeld door pilasters die het doorlopend hoofdgestel dragen.
Bron: GENICOT L.F., VAN AERSCHOT S., DE CROMBRUGGHE A., SANSEN H. & VANHOVE J. 1971: Inventaris van het cultuurbezit in Vlaanderen, Architectuur, Provincie Brabant, Arrondissement Leuven, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 1, Luik.
Auteurs: Genicot, Luc; Van Aerschot, Suzanne; de Crombrugghe, Anne; Sansen, Hadewych; Vanhove, Jacqueline
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Genicot L. & Van Aerschot S. & de Crombrugghe A. & Sansen H. & Vanhove J. 1971: Ensemble van burgerhuizen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/147751 (geraadpleegd op ).