is deel van de aanduiding als vastgesteld bouwkundig erfgoed Steenkoolmijn van Beringen
Deze vaststelling was geldig van tot
Ketelhuis uitgebouwd in drie fasen. In het noorden, oorspronkelijk Ladd-Bellevilleketelhuis, 1924 (betonnen skeletbouw met muurvlakken in baksteenmetselwerk), naar ontwerp van eigen studiebureau (G. Davaine) en de S.A. de Travaux Tirifahy, Charleroi (betonstudies); oorspronkelijk betonnen segmentdak voorzien, doch later (?) herdacht in zadeldak op betonnen boogspanten.
Thans opgenomen in groter geheel. In het zuiden, Cockerill-ketelhuis, 1939 (?): metaalbouw, oorspronkelijk onder raekemdaken, naar ontwerp van Ateliers de La Louvière, Bouvy; echter na tweede wereldoorlog vergroot en verhoogd, en grotendeels opgenomen in nieuwbouw. Tussen beide oorspronkelijke ketelhuizen werd vanaf 1944 een monolytisch en dominerende blok (44,5 m hoog, 30 x 30 m oppervlak) voor twee krachtige Cockerill-ketels opgetrokken: zelfdragend metaalskelet, met gevelwanden van baksteen en voornamelijk glas.
Ten westen van het Ladd-Bellevilleketelhuis werd onlangs een interessante betonnen schouw met waterreservoir (1924) gesloopt.
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n1 (A-Ha), Brussel - Gent.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)