Tussen beide ophaalgebouwen: compressoren- en ventilatorengebouw (1918). Statige baksteenbouw met functioneel-vereenvoudigde klassieke inspiratie. Negen traveeën, waarvan eerste en laatste circa 6 meter vooruitspringend (blind); eerste en tweede, en achtste en negende travee van twee bouwlagen, centraal gedeelte van drie bouwlagen en bekroond door driehoekig fronton met oculus; dubbele bordestrap in vierde tot zesde travee. Mansardedak met bovenlicht op interessant metalen spant met gebogen bintstuk.