De leiding en het beheer van het gemengd bedrijf waren in handen van een landbouwingenieur; het zware werk werd uitgevoerd door de gevangenen onder toezicht van de bewakers. De gebouwen staan sinds 1993 leeg of doen dienst als opslagruimte.
Uitgestrekt complex van symmetrisch opgestelde monumentale hoofdgebouwen rondom een rechthoekig binnenplein: ten noorden en ten zuiden twee langgestrekte woonstalhuizen van elk negentien op drie traveeën en één bouwlaag onder zadeldaken (nok loodrecht op de straat, Vlaamse en mechanische pannen). Ten oosten twee paardenstallen van drie op vijf traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen) en ten westen twee koeienstallen van drie op acht traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok parallel aan de straat, mechanische pannen).
Hiertussen ligt een hooischuur van drie op negen traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok loodrecht op straat, mechanische pannen). Naast deze hooischuur staat voorts een hangar van vijf traveeën onder zadeldak (nok loodrecht op de straat, golfplaten); in westelijke richting komen hierbij nog aardappelkelders (links) en open schuren (rechts); ten westen, tegen de gracht, een afgelegen quarantainestal van drie op zeven traveeën onder schilddak (Vlaamse pannen). Nieuwe stallingen ten zuiden.
Met gras begroeid binnenplein met vijver; omloop verhard met beton; één bewaard wachthuisje namelijk een rond gebouwtje met korfbogige opening onder kegelvormig dakje.
Woonstalhuizen: langsgevels geritmeerd door steunberen; ongeveer in het midden en op het oostelijk uiteinde een risalietvormend volume, de wagenberging en een personeelswoning, van drie op drie traveeën met puntgevels onder een complexe bedaking; decoratieve uitwerking van de puntgevels met spaarvelden, getrapte baksteenfriezen en dito topstuk. Oorspronkelijke muuropeningen gewijzigd onder meer in noordelijk woonstalhuis per staltravee. oorspronkelijk twee rondboogvenstertjes waartussen telkens een segmentboogpoort.
Interieur met recent aangebrachte stallen voor varkens en kalveren.
Paardenstallen: oorspronkelijk bestemd voor 24 paarden, later in gebruik als ossenstallen; langsgevels met tussen steunberen besloten spaarvelden. Segmentboogvensters en dito houten poort.
Interieur: troggewelven en in de lengte-as ijzeren balken met I-normaalprofiel op gietijzeren kolommen. Zolders in gebruik als graanzolder. Woning van de landbouwingenieur, gelegen tussen beide paardenstallen, gesloopt in 1985.
Koeienstallen: langsgevels waarvan het derde en zesde travee eindigt op een puntgeveltje onder zadeldakje; zijpuntgevels met risalietvormende poorttrav. Oorspronkelijk wolfsdak gewijzigd in zadeldak; gewijzigde muuropeningen, per travee is het oorspronkelijk segmentboogvenstertje vervangen door twee betonnen stalvensters.
Interieur: groepstal met centrale doorrit; troggewelven en ijzeren balken met I-normaalprofiel op gietijzeren kolommen. Zolders in gebruik als graanzolder.
Hooischuur: langsschuur met centrale dorsvloer; puntgevels met aandak, getrapte top en risalietvormende poorttrav. met rondbogig verluchtingsrooster; langsgevels geritmeerd door steunberen en rondboogspaarvelden, aan de zuidzijde een recente afhang onder lessenaarsdak (golfplaten).
Hangar met ijzeren Polonceau-spanten: vakwerkspanten met V-vormig stavenpatroon met verticale wandstaven en geknikte onderrand, ondersteund door gietijzeren kolommen op bakstenen sokkel.
Aardappelkelders: L-vormige bakstenen stallingen onder afgewolfd zadel- of schilddak (nok parallel aan en loodrecht op de straat, Vlaamse pannen) met op achtererf de zogenaamd "koer van de aardappelschillers"; drie parallel aaneengeschakelde aardappelkelders van elk zeven traveeën en één bouwlaag onder zadeldak (nok loodrecht op het erf, Vlaamse pannen); binnenin koele bewaarruimten met zacht dalende vloer die achteraan circa 1,5 meter onder de grond zit.
Open schuren, ter bewaring van hooi en stro: drie langgestrekte open constructies onder zadeldak (Vlaamse pannen); bakstenen pijlers die verbonden zijn met trekbalken en mede de houten gebinten schragen; tussen de pijlers opgeklampte poorten.