Teksten van Belgische militaire begraafplaats Halen

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200660

Belgische militaire begraafplaats ()

De beboomde begraafplaats wordt afgesloten door een straathek op bakstenen voet met dekstenen en gootmonden van blauwe hardsteen. Het centrale poorthek heeft hoge, vierkante hekpijlers van baksteen met sokkel. Ook de steunbeer, tussen de hekmuur en de pijler is van baksteenmetselwerk met speklaag, deksteen en gestileerd volutestuk van hardsteen. Het poorthek is van smeedijzer met zwart geschilderde, gelijkwaardige pijlen en regels, met knoop op de orthogonale kruisingen en met weerhaken op de stijlen. Het afsluithek is volgens hetzelfde model. Het traveeritme is aangegeven door de spitsboogvormig verbonden stijlen.

Een afgeronde, ontdubbelde trappenpartij met 4 treden leidt naar de hoger gelegen dodenakker met sobere aanleg: een brede centrale laan uit rode steenslag rond een rechthoekig grasperk voert naar een hardstenen kruis op een getrapte sokkel, met “PAX” en een vlaggemast.

Links vooraan op de begraafplaats staat het houten schuilhuisje, met grondplan, register en bezoekersboek. Ter hoogte van de vlaggenmast, zitbanken.

Behalve de voormuur wordt de rest van de begraafplaats afgesloten door een recente omheining. Vlak naast de begraafplaats is er een gedenkteken voor het 4de en 24ste Linieregiment.

Op 13 augustus 1915 herdachten de bewoners de eerste verjaardag van de gevechten. Deze militaire begraafplaats werd vermoedelijk in de na-oorlogse jaren nog verder uitgebreid.


Bron: Beschermingdossier DL002544
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2008: Belgische militaire begraafplaats Halen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125396 (geraadpleegd op ).


Belgische militaire begraafplaats ()

Gelegen langs de Liniestraat, op het kruispunt met de Betserbaan, ten zuidwesten van het centrum van Halen, op het gehucht Velpen. De begraafplaats ligt in de zuidoostelijke hoek van het epicentrum van het slagveld, waar de ‘Slag der Zilveren Helmen’ uitgevochten werd. Vlak naast de begraafplaats is er een gedenkteken voor het 4de en 24ste Linieregiment.

Historische beschrijving

Na de Duitse inval op 4 augustus 1914 zag het Belgische leger zich genoodzaakt zich terug te trekken tot achter de Gete-stelling. Op 12 augustus bleven er slechts enkele forten rondom Luik standhouden tegen de ‘Groepering Maas’ van von Emmich. Tegelijk was Von Klück begonnen zijn 1ste Leger op Belgische bodem te ontplooien.

Generaal von der Marwitz had met zijn cavalerietroepen tot opdracht verkenningen uit te voeren tegenover de lijn Antwerpen-Brussel-Charleroi. Het was niet de bedoeling om grootse gevechten uit te lokken. Het te verkennen gebied lag echter achter de Gete. Om over de Gete te geraken en dus na te kunnen gaan hoe de situatie in de rug van de Belgen ineenstak, werd besloten naar het noorden af te zwenken, waar Gete en Velp dicht bij elkaar vloeien en in één trek konden overschreden worden.

Een patrouille van een veertigtal Uhlanen was op 11 augustus in de omgeving van Halen op een Belgische patrouille gebotst: bij die confrontatie vielen er enkele doden. Op 12 augustus trok de Duitse cavalerie opnieuw op in de richting van Diest via Halen en Loksbergen, ditmaal en masse.

De Belgische cavaleriedivisie onder leiding van Generaal de Witte, versterkt met de 4de gemengde Brigade van de 1ste Divisie, had zich tussen Halen en Loksbergen opgesteld. Boerderijen werden snel in paraatheid gebracht, waaronder de hoeve IJzerwinning, die het centrale steunpunt zou worden in de verdedigingstelling. De artillerie stelde zich op de Mettenberg en omliggende heuvels op, met goed zicht op de vallei.

Halen was snel veroverd, de Gete kon door de Duitse ruiterij gemakkelijk overgestoken worden. Andere Duitse eenheden werden snel de Gete over en dus het centrum in gestuurd voor verdere verkenningsactiviteiten, waardoor er een grote concentratie van Duitse troepen in Halen ontstond, die onder Belgische artillerievuur kwamen te liggen.

Om die opgestelde artillerie op de Mettenberg en de Bokkenberg uit te schakelen, besliste men over te gaan tot stormlopen. Daaruit vloeiden de eerste stormlopen voort, die eens dat de 17de Brigade reeds neergeslagen was, nog verder gezet werden door de Uhlanen en Kurassiers van de 3de Brigade. In het totaal zouden er op heel korte tijd een achttal stormlopen uitgevoerd zijn, sommige naar verluidt in ware Don Quichot-stijl.

Behalve de vele Duitse verliezen zouden ook de Belgische Cyclisten – die eerder onverdekt in een ongelukkige positie opgesteld stonden – het bijzonder zwaar te verduren krijgen tijdens de stormlopen. Vele andere Belgen zouden omkomen ten gevolge van het vijandelijke mitrailleurs- en artillerievuur en de gevechten na de stormlopen. Hoewel de Belgische eenheden aan de verliezende kant waren, kregen de Duitse troepen het bevel zich terug te trekken achter de Gete. Vermoedelijk werd de gevechtskracht van de bijkomende versterking van de 4de Brigade te fel overschat.

De gevechten bij Halen worden door historici beschouwd als het laatste grote cavaleriegevecht op divisieniveau. Achteraf werden er op het slagveld veel blinkende helmen van de Kurassiers teruggevonden. Dit inspireerde pastoor Cuppens van Loksbergen op 14 november 1914 tot het neerschrijven van een gedicht met als titel “De Slag der Zilveren Helmen”, verwijzend naar de Slag der Gulden Sporen uit 1302.

De gevechten van 12 augustus bij Halen kostten waarschijnlijk het leven aan 160 à 180 Belgen, waaronder 11 doden bij de cavalerie en 30 doden bij de cyclisten. De andere doden waren militairen uit de 4de Gemengde Brigade. Het grootste deel van de minimum 500 gewonden behoorde eveneens tot de 4de Brigade en de cyclisten. Drie burgers van Halen en één burger van Donk verloren eveneens het leven. De Duitsers hadden ongeveer 150 doden te betreuren. Zij verloren waarschijnlijk 250 krijgsgevangenen.

De Belgische militaire doden werden op initiatief van de toenmalige burgemeester Cleeremans van Velpen begraven op het “Militair Kerkhof in Velpen”. Op 13 augustus 1915 herdachten de bewoners de eerste verjaardag van de gevechten. Deze militaire begraafplaats werd vermoedelijk in de naoorlogse jaren nog verder uitgebreid. Tegelijk werden militairen door familieleden gerepatrieerd. In 1939, naar aanleiding van de 25ste herdenking van de Eerste Wereldoorlog, werd de begraafplaats in huidige vorm aangelegd. Er liggen nu 181 Belgen begraven, waarvan er 30 niet meer geïdentificeerd konden worden. Het merendeel is gestorven tijdens of ten gevolge van de gevechten bij Halen.

Beschrijving

De begraafplaats, met een oppervlakte van 55 are, wordt afgesloten door een straathek op bakstenen voet met dekstenen en gootmonden van blauwe hardsteen. Het centrale poorthek heeft hoge, vierkante hekpijlers van baksteen met sokkel, hoekstenen, speklagen en piramidevormige deksteen met gespitste bolbekroning van blauwe hardsteen. Ook de steunbeer, tussen de hekmuur en de pijler is van baksteenmetselwerk met speklaag, deksteen en gestileerd volutestuk van hardsteen. Het poorthek is van smeedijzer met zwart geschilderde, gelijkwaardige pijlen en regels, met knoop op de orthogonale kruisingen en met weerhaken op de stijlen. Het afsluithek is volgens hetzelfde model. Het traveeritme is aangegeven door de spitsboogvormig verbonden stijlen. Vier andreaskruisjes versieren het poorthek en de poortmakelaar loopt uit op een hartmotief.

Een afgeronde, ontdubbelde trappenpartij met vier treden leidt naar de hoger gelegen dodenakker met sobere aanleg: een brede centrale laan uit rode steenslag rond een rechthoekig grasperk voert naar een hardstenen kruis op een getrapte sokkel, met “PAX” en een vlaggenmast. De grafstenen staan in dubbele rijen, rug aan rug opgesteld op grasvelden links en rechts van de centrale laan. Links vooraan op de begraafplaats staat het houten schuilhuisje, met grondplan, register en bezoekersboek. Ter hoogte van de vlaggenmast staan links en rechts op de begraafplaats twee zitbanken.

Behalve de voormuur wordt de rest van de begraafplaats afgesloten door een recente omheining, voorafgegaan door een groenscherm. De beplanting is niet zonder enige symboliek: aanvankelijk geknotte bomen (hoofdtak weggenomen) en hagen van gewone laurierkers. Verder bruine beuk, haagbeuk, Japanse kers, kerspruim, vederesdoorn, witte paardekastanje, rode paardekastanje, zilverlinde.

  • S.N., s.d. [1938]: Deutsche Kriegsgräberstätten in Belgien, Amtl. Deutschen Kriegsgräberdienst in Belgien.
  • DE MAEGD Chr. (red.) 2003: Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 1: Gingelom, Halen, Herk-De-Stad, Nieuwerkerken en Sint-Truiden, M&L Cahier 8, Brussel.
  • VANTHUYNE H.J. 1984: De dag dat cavalerie voor ’t laatst storm reed (Halen, 12 augustus 1914), Halen.
  • VANDEWEYER L 2005: De Eerste Wereldoorlog. Koning Albert en zijn soldaten, Antwerpen.
  • Informatie afkomstig van de Dienst Oorlogsgraven (Algemene Directie Material Resources – Divisie CIS en Infrastructuur – Sectie Infrastructuur – Bureau Real Estate)

Bron: Beschermingdossier DL002544
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2008: Belgische militaire begraafplaats Halen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/367426 (geraadpleegd op ).