Vakwerkhoeve, voor de eerste maal kadastraal geregistreerd in 1852 naast een bestaand langwerpig volume. Dit bestaande volume dateert ten laatste van 1851 en kent omstreeks 1852 een vergroting.
De hoeve onder zadeldak met Vlaamse pannen is iets achteruit en dwars gelegen ten opzichte van de Schoolstraat. Stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een gepikte plint. De voorgevel telt zes gepikte stijlen en twee hoekstijlschoren. De muuropeningen bestaan uit een deur en twee beluikte bolkozijnen, afgelijnd door regels onder- en bovenaan. De achtergevel is voorzien van twee kleine beluikte bolkozijnen en een klein beluikt venstertje. Links van de hoeve bevindt zich een waterput.
De traditionele binnenindeling van de hoeve is behouden.
De hoeve afgeschermd door een hoge gemengde haag (waaronder meidoorn en haagbeuk). In de grote, aangelegde tuin (met moestuin) staan verder nog verschillende bomen en sierstruiken. Aanpalend, boomgaard.
Bron: Beschermingdossier DL002546
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2008: Vakwerkhoeve met waterput [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125461 (geraadpleegd op ).
De vakwerkhoeve werd in 1852 gebouwd ten oosten van een reeds bestaand langwerpig volume dat vandaag verdwenen is. Links naar de hoeve staat een waterput.
De vakwerkhoeve wordt voor de eerste maal kadastraal geregistreerd in 1852, ten oosten van een reeds bestaand langwerpig volume. Dit bestaande volume dateert ten laatste van 1851 en kent omstreeks 1852 een vergroting. In 1982 wordt een insprong gedocumenteerd in de voorgevel van de hoeve, die waarschijnlijk mag geassocieerd worden met het huidige houten aanbouwsel onder lessenaarsdak tegen de linker zijgevel. Op dezelfde schets wordt een klein volume ten noordoosten van de hoeve afgebeeld, dat vandaag kan geassocieerd worden met een houten tuinhuis, en verdwijnt het langwerpige westelijke volume. Ondertussen vonden verschillende perceelswijzigingen plaats. De in 1982 gekadastreerde toestand wordt wat betreft de volumes onveranderd weergegeven op het huidige kadasterplan.
De hoeve onder zadeldak met Vlaamse pannen is iets achteruit en dwars gelegen ten opzichte van de Schoolstraat. Het is opgebouwd in stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een gepikte plint. De voorgevel telt zes gepikte stijlen en twee hoekstijlschoren. De muuropeningen bestaan uit een deur en twee beluikte bolkozijnen, afgelijnd door regels onder- en bovenaan. De achtergevel is voorzien van twee kleine beluikte bolkozijnen en een klein beluikt venstertje. De rechter zijgevel draagt een pannen beschieting met Vlaamse pannen. Tegen de linker zijgevel staat een overwoekerd houten aanbouwsel onder lessenaarsdak met Vlaamse pannen. Ten noordoosten van de hoeve liggen nog twee recente aanhorigheden, waaronder een houten tuinhuis. Links van de hoeve bevindt zich op eenzelfde lijn als de voorgevel een waterput, bestaande uit een rood geschilderde betonnen bovenbouw onder afdakje.
De traditionele binnenindeling van de hoeve is behouden met een inkomhal, twee grote vertrekken gescheiden door een centrale haard langs de voorgevel en oorspronkelijk vijf kleinere kamers langs de achtergevel. Twee van de kleinere vertrekken werden samengevoegd tot één grote ruimte. Volgens de huidige eigenaars had de hoeve nog een gestampte lemen vloer bij de aankoop ervan in de jaren 1970. Deze werd vervangen door rode gebakken tegels, terwijl de oorspronkelijke open haard vervangen werd door een ‘koudvuur’ haard. In de woonkamer bestaat het plafond uit troggewelven.
De in 1852 gebouwde vakwerkhoeve wordt van de Schoolstraat afgeschermd door een hoge gemengde haag, waaronder meidoorn (Crataegus) en haagbeuk (Carpinus betulus), die nog voor een klein gedeelte doorloopt langs de linkerzijde van het perceel. De tuin is vanaf de straat toegankelijk via een metalen poort, waarachter zich langs de voor- en linker zijgevel van de hoeve een kasseiweg uitstrekt. Links van de hoeve bevindt zich een waterput. Langs de achtergevel ligt tussen het houten tuinhuis en de perceelsgrenzen een moestuin. In de grote, aangelegde tuin staan verder nog verschillende bomen en sierstruiken waaronder taxus (Taxus), haagbeuk (Carpinus betulus), meidoorn (Crataegus), berk (Betula), wilde kastanje (Aesculus), eik (Quercus), kerselaar (Prunus) en een meidoornboom (Crataegus).
Bron: Beschermingsdossier DL002546, Herk-de-Stad Vakwerkhoeven (digitaal dossier)
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2008: Vakwerkhoeve met waterput [online], https://id.erfgoed.net/teksten/159580 (geraadpleegd op ).