Vakwerkhoeve ()

Het betreft een hoeve met losstaande componenten gegroepeerd rondom een rechthoekig erf. In de Atlas van de Buurtwegen (1840-44) en op het primitief kadasterplan wordt min of meer op de plaats van de huidige schuur reeds een rechthoekig volume opgetekend. De kern van het woonhuis dateert van de tweede helft van de 19de - begin 20ste eeuw (confer kadaster). Ten laatste in 1907 verschijnt een bakhuis. Ten laatste in 1920, bouw van huidige – uitgebrande – schuur/paardenstal en voormalige varkensstal. In 1943, verlenging van het bakhuis. In 1957 en 1973, verbouwing varkensstal. Het bakhuis zou pas verdwenen zijn na 1977 (confer oude foto’s).

Vakwerkhoeve met losstaande bestanddelen geschikt rondom een rechthoekig erf en bestaande uit een dwars op de straat gelegen woonhuis ten zuiden, een parallel met de straat gelegen varkensstal ten westen en een – uitgebrande – schuur/paardenstal ten oosten.

Het woonhuis telt zes traveeën onder een zadeldak met Vlaamse pannen. Stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op lage bakstenen stoel en gepikte plint. Zowel in de eerste als de laatste travee bevindt zich een stalgedeelte, waarvan de eerste de voormalige koestal. De voorgevel (erfzijde) telt negen gepikte stijlen, een hoekstijlschoor in de eerste travee en een tussenstijlschoor in de tweede travee. De muuropeningen bestaan uit enkele kleine venstertjes en drie deuren. Tegen de linker zijgevel, recenter houten kapelletje onder lessenaarsdak. De achtergevel telt acht gepikte stijlen (waarvan minstens drie halve), een hoekstijlschoor in de laatste travee en een wandstijlschoor in de eerste travee. De muuropeningen bestaan uit twee beluikte bolkozijnen tussen gepikte regels. De rechter zijgevel draagt een kunstleien beschieting. Achter de voormalige koestal bevindt zich langs de achtergevel een waterput met roodgeschilderde betonnen bovenbouw.

Voormalige schuur/paardenstal brandde in september 2006 af. Twee traveeën onder een zadeldak (pannen verdwenen). Het stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een bakstenen stoel is nog zeer fragmentarisch bewaard. Tegen de westgevel bevindt zich een secreet. Voormalige varkensstal, drie traveeën onder een zadeldak met Vlaamse pannen. Stijl-en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een zeer lage bakstenen stoel en gepikte plint. De voorgevel (erfzijde) met deur en laag poortje. In de achtergevel (straatzijde) en linker zijgevel zijn de lemen vullingen vervangen door bakstenen. Rechts van de varkensstal bevindt zich een waterpomp op het erf.

Verdwenen bakhuis.

Bewaarde interieurindeling van het woonhuis.

Het erf waarrond de hoevegebouwen gelegen zijn wordt door een overwoekerd houten hekje tussen het woonhuis en de voormalige varkensstal van de straat afgesloten. Op het erf bevindt zich tegenover de voormalige varkensstal een waterpomp, terwijl achter de voormalige koestal in de eerste travee van het woonhuis een waterput gelegen is. Ten noorden van het erf bevond zich vroeger een moestuin, die vandaag verdwenen is in een tuinaanleg. De voormalige boomgaard ten oosten van het erf is grotendeels verbost. Onmiddellijk rechts van de hoeve ligt een grotendeels geasfalteerde oprit omgeven door een tuinaanleg met onder andere coniferen langs de achterzijde van het woonhuis. De wijdere omgeving van de hoeve bestaat voornamelijk uit laagstamfruitplantages.

  • SCHLUSMANS F. 1981: Bouwen door de eeuwen heen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur. Deel 6n 2. Provincie Limburg. Arrondissement Hasselt, Gent, 540-541.

Bron: Beschermingdossier DL002546
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2008: Vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125467 (geraadpleegd op ).


Hoeve losse bestanddelen ()

Stemmige hoeve uit de 19de eeuw, door een greppeltje van de straat gescheiden; moestuin ten noorden en boomgaard ten oosten. Gebouwen in stijl- en regelwerk met witgekalkte lemen vullingen op een zeer lage, bakstenen stoel en gepikte plint; zadeldaken (Vlaamse pannen). Het rechthoekig erf is door een houten hekje afgesloten.

Ten zuiden, woonhuis (nok loodrecht op de straat) van zes traveeën, met de voormalige koestal in de eerste travee; gepikte stijlen (negen), hoekstijlschoor in de eerste travee en tussenstijlschoor in de tweede travee tegen de tweede ankerbalk; enkele kleine venstertjes en twee deuren; houten kapelletje tegen de gevel. Acht gepikte stijlen in de achtergevel, een hoekstijlschoor in de laatste travee en een wandplaatschoor in de eerste travee; twee beluikte bolkozijnen tussen gepikte regels. Kunstleien beschieting der rechter zijgevel.

Ten oosten, schuur en paardenstal in een gebouw van twee traveeën; aangebouwd gedeelte onder lessenaarsdak tegen de oostgevel; secreet tegen de westgevel. Ten westen, varkensstal van drie traveeën, voorzien van een deur en laag poortje. Ten noorden, in de moestuin, bakhuis van twee traveeën met aangebouwde travee onder lessenaarsdak tegen de westelijke zijgevel. Waterput ten zuiden, achter de koestal (1121).


Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Schlusmans F. 1981: Vakwerkhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/22465 (geraadpleegd op ).