De in 1907 gebouwde en in 1933 en 1953 uitgebreide Villa Sampermans is een beeldbepalende woning met cottage-allure. Zijtuin met een monumentaal 20ste-eeuws smeedijzeren hek aan straatzijde en een oude Atlasceder. De binnenafwerking, met klassieke indeling vertoont art-nouveau- en art-deco-invloeden. In 1951 (confer kadaster) werd een deel van de buiten gebruik gestelde tramlijn bij de tuin gevoegd.

Villa met cottage-allure, opgetrokken in geel gekleurde baksteen op een schuin oplopende plint van hard- en breuksteen, verlevendigd door bepleisterde en beschilderde muurbanden. De drie bouwfasen (1904, 1933 en 1953) vertonen bouwnaden. De complexe bedaking met afwisselende volumewerking is bedekt met kunstleien en onder de geprofileerde houten kroonlijst met sierlijk uitgewerkte houten schoren komt imitatievakwerk voor. Het houtwerk van de muuropeningen bleef grotendeels bewaard.

De voorgevel, oorspronkelijk twee, sinds 1933 drie traveeën, met twee getraliede getoogde keldergaten in de plint, rechthoekige vensters met afgeschuinde bovenhoeken op de begane grond en getoogde vensters op de bovenverdieping. De voorgevel wordt vooral gemarkeerd door een driezijdige erker in de linkertravee. Westelijke zijgevel met golvende bordestrap met sierlijk smeedijzeren hekwerk met krulmotieven en twee centrale pijlers die een luifel dragen. Tot de oorspronkelijke bouwkern behoren de markante noordwestelijke vierkante hoektoren, die boven de kroonlijst oprijst en afgedekt wordt door een ingesnoerde naaldspits met zinken bolbekroning. De muuropeningen zijn rechthoekig , rondbogig en getoogd. Verder wordt deze hoofdgevel gemarkeerd door een driezijdig balkon op de bovenverdieping in de derde travee, met aansluitend deurvenster en trapezoïdale bekroning met dakvenster.

Aan straatzijde bevindt zich een homogeen smeedijzeren hek, wordt gedubbeld door ligusterhaag en achteraan bakstenen muur. Het hek telt vijftien traveeën. Lage plint van flagstones onderbroken voor de geprofileerde sokkels van blauwe hardsteen die de hekstijlen dragen. Geajoureerd stijl-en regelwerk. Het poorthek zelf vertoont eveneens een overdaad aan krullen en volutes van smeedwerk. Het vaste hek is eenvoudiger uitgewerkt.

In het grasveld liggen de verwaarloosde resten van een aanleg vermoedelijk uit de jaren 1950-1960, de periode van de derde bouwfase: drie door rotsen geflankeerde en door flagstones gevormde trappen leiden naar een verdiept ovaal bloemperk, mogelijk voorheen een waterbekken.

• DE MAEGD Ch., VAN DEN BOSSCHE H.-J., DENEEF R. en VAN DEN BROECK M., Historische tuinen en parken van Vlaanderen. Inventaris Limburg. Deel 2: As, Beringen, Diepenbeek, Genk, Ham, Hasselt, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Lummen, Opglabbeek, Tessenderlo, Zonhoven, Zutendaal, Brussel, 2006, p. 77.
• WERCK architectenbureau, Meegedeelde gegevens, Kuringen-Hasselt, 2007-2008.