Teksten van Cement House Cemetery

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200671

Britse militaire begraafplaats Cement House Cemetry ()

Cement House Cemetery is gelegen naast de boerderij Boezingestraat 148, het zogenaamde ‘Cement House’ waar nog een Duitse bunker staat. De begraafplaats ligt op ongeveer 1200 meter ten zuidwesten van het centrum van Langemark.

Historiek

De nabijgelegen boerderij werd door Britse eenheden 'Cement House' genoemd. Duitse eenheden hadden er een stevige betonnen bunker opgetrokken. De verovering van deze boerderij in augustus 1917 (tijdens de Derde Slag bij Ieper) gebeurde ten koste van heel wat mensenlevens. Een poging op 14 augustus 1917 door de 10de en 11de ‘Rifle Brigade’ faalde. Een tweede poging werd op 16 augustus ondernomen door de ‘12th Rifle Brigade’, samen met manschappen van de ‘83rd Field Company, Royal Engineers’. De bunker kon uiteindelijk ingenomen worden, waardoor de 60ste en 61ste brigades Langemark konden aanvallen. De aanval zou evenwel stuiten op moordend mitrailleursvuur, afkomstig uit Duitse bunkers aan de rand van Langemark.

Eens veroverd, werd gestart met een begraafplaats naast de boerderij, die door de Britten gebruikt zou worden tot aan het Duitse Lente-Offensief in april 1918. De begraafplaats werd gebruikt door de 4de en 17de 'Division Burial Officers', door 'field ambulances' (medische posten) en door gevechtseenheden. De oorspronkelijke begraafplaats, nu perk 1, bestaat uit een onregelmatige groepering van 231 graven.

Perken II tot XV werden na de oorlog aan de begraafplaats toegevoegd door de aanvoer van stoffelijke resten die ontgraven werden op de slagvelden rond Langemark en Poelkapelle en door de ontruiming van kleinere begraafplaatsen. De perken XVI, XVII en XVIII bevatten 487 Franse militairen, die net als het merendeel van de verspreide Britse graven in het najaar van 1917 omgekomen waren. De Fransen werden in 1922 naar elders overgebracht. De vrijgekomen plaats werd gebruikt voor graven uit gemeentelijke begraafplaatsen en kerkhoven, waar het behoud niet langer gewaarborgd kon worden.

De iets grotere ontruimde begraafplaatsen of groepjes graven waren de volgende :

  • ASQUILLIES CHURCHYARD: Hier lagen 11 Britse militairen, gestorven in november 1918.
  • AUDREGNIES CHURCHYARD: Begraafplaats van 8 Britse militairen, waarvan 7 gestorven in augustus 1914 en 1 in november 1918.
  • ELVERDINGHE CHURCHYARD: Begraafplaats van 9 Britse militairen gestorven in oktober 1914.
  • HENSIES CHURCHYARD: Begraafplaats van 1 Canadese en 3 Britse militairen gestorven in november 1918 en 1 Britse militair gestorven in augustus 1914.
  • HEULE CHURCHYARD: Begraafplaats 6 Britse militairen en 1 niet-geïdentificeerde vliegenier gestorven in oktober 1918.
  • MAISIERES COMMUNAL CEMETERY: Begraafplaats van 16 Britse militairen gestorven in augustus 1914.
  • MEERENDRE CHURCHYARD: Begraafplaats van 4 R.A.F.-officieren begraven in oktober 1918. (R.A.F. = Royal Air Force)
  • OOSTNIEUWKERKE CHURCHYARD: Begraafplaats van 5 Canadese en 5 Britse militairen gestorven in april 1915 en 1 Britse officier in oktober 1914.
  • PROVEN CHURCHYARD: Begraafplaats van 1 Canadese officier en 3 Britse militairen.
  • QUAREGNON COMMUNAL CEMETERY: Begraafplaats van 8 Britse militairen begraven in 1914.
  • ROLLEGHEM CHURCHYARD: Begraafplaats van 1 R.A.F.-officier en vier Britse militairen begraven in 1918.
  • THULIN NEW COMMUNAL CEMETERY: Begraafplaats van 8 Britse militairen gestorven in augustus 1914 en 2 R.A.F.-officieren gestorven in oktober 1918.
  • WINKEL ST. ELOI CHURCHYARD: Begraafplaats van 30 Britten en 4 militairen uit Newfoundland gestorven in oktober 1918

Er zijn 8 ‘special memorials’ voor doden (5 uit het U.K. en 3 uit Newfoundland), wiens graf niet meer teruggevonden kon worden maar waarvan aangenomen wordt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden. Er zijn eveneens nog 3 ‘special memorials’ voor doden van het ‘15th Sherwood Foresters’, die oorspronkelijk op Pheasant Trench Cemetery begraven lagen, maar wiens graf niet meer teruggevonden kon worden. Pheasant Trench Cemetery lag in de velden net ten oosten van Langemark-dorp. ‘Pheasant Trench’ en ‘Pheasant Farm’ werden door de ‘51st (Highland) Division’ veroverd op 20 september 1917. De begraafplaats werd twee maanden later aangelegd. Het bevatte de graven van 14 militairen uit het Verenigd Koninkrijk.

Cement House Cemetery wordt nog steeds gebruikt ('open cemetery') voor begraving van stoffelijke resten, die vandaag de dag teruggevonden worden op de voormalige slagvelden. Zo werden op 14 november 2005 nog drie onbekende militairen bijgezet.

Volgens de meest recente gegevens anno 2008 zouden er 3.602 doden begraven of herdacht worden, waarvan er 2.417 niet geïdentificeerd konden worden. Voor de Eerste Wereldoorlog zou het gaan om 3.491 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan er 2.357 niet geïdentificeerd konden worden), 19 doden uit Australië (waarvan 15 niet geïdentificeerd), 58 doden uit Canada (waarvan 31 niet geïdentificeerd), 10 doden uit Nieuw-Zeeland (waarvan 8 niet geïdentificeerd), 1 geïdentificeerde Zuid-Afrikaan en 1 onbekende Fransman. Er zijn eveneens 22 doden uit de Tweede Wereldoorlog, waarvan er 5 niet geïdentificeerd konden worden (16 geïdentificeerde en 4 niet geïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 1 onbekende Australiër en 1 gekende Canadees).

Cement House Cemetery werd ontworpen door R. Blomfield (hoofdarchitect) en A.J.S. Hutton (uitvoerend architect).

Kenmerken

Begraafplaats met een onregelmatig grondplan en een oppervlakte van circa 9.685 m2. Het terrein is ongeveer vlak en wordt langs straatzijde omgeven door een rode bakstenen muur, afgewerkt met witte deksteen, in verschillende niveaus aangelegd (met het oplopend straatniveau mee). Aan de andere zijden is een haag (rode beuk) aangeplant.

Poortgebouw uit rode baksteen met rondbogige doorgang, naar boven toe trapsgewijs versmallend, afgedekt met witte natuurstenen platen. Bij de toegang het opschrift "Cement House Cemetery MCMXVI - MCMXVIII", evenals het registerkastje.

In de noordoostelijke en noordwestelijke hoek staat telkens een achthoekig schuilhuisje in rode baksteen, met een koepelvormige bekroning uit witte natuursteen, met rondbogige deuropeningen en oculi met geometrisch traliewerk. Ze bevatten de landplaten en de metalen informatieplaat.

In de oostelijke hoek staat een dienstgebouw. Centraal tegen de zuidelijke rand, recht tegenover de ingang, staat het 'Cross of Sacrifice' (type B). Vlakbij staan 'special memorials'. De 'Stone of Remembrance' staat tegen de oostelijke rand. De graven liggen verspreid over 21 perken. Het geheel wordt getooid met paardenkastanjes, amberbomen, coniferen en bloemperken bij de graven.

  • SCOTT M. 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient. Norwich-Norfolk.
  • Informatie van de Commonwealth War Graves Commission (oude en nieuwe registers, informatieborden, website).
  • Wereldoorlog I in de Westhoek, op: http://www.wo1.be.

Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002415, Britse militaire begraafplaatsen te Langemark-Poelkapelle (DECOODT H., 2009)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2009: Cement House Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125293 (geraadpleegd op ).


Cement House Cemetery (Langemark - WOI-WOII) ()

Locatie

Cement House Cemetery is gelegen naast de boerderij Boezingestraat 148, het zogenaamde ‘Cement House’ waar nog een Duitse betonnen verdedigingsconstructie staat. De begraafplaats ligt op circa 1200m ten zuidwesten van het centrum van Langemark. De omgeving is vrij landelijk en vlak.

Historische achtergrond

De nabijgelegen boerderij werd door Britse eenheden ‘Cement House’ genoemd. Duitse eenheden hadden er een stevige betonnen constructie opgetrokken. De verovering van deze boerderij in augustus 1917 (tijdens de Derde Slag bij Ieper) gebeurde ten koste van heel wat mensenlevens. Eens veroverd werd gestart met een begraafplaats naast de boerderij, die door de Britten gebruikt zou worden tot het Duitse Lente-Offensief in april 1918. De begraafplaats werd gebruikt door de 4de en 17de ‘Division Burial Officers’, door ‘field ambulances’ (medische posten) en door gevechtseenheden. De oorspronkelijke begraafplaats, nu perk 1, bestaat uit een onregelmatige groepering van 231 graven.

Perken II tot XV werden na de oorlog aan de begraafplaats toegevoegd door de aanvoer van stoffelijke resten die ontgraven werden op de slagvelden rond Langemark en Poelkapelle en door de ontruiming van kleinere begraafplaatsen. De perken XVI, XVII en XVIII bevatten 487 Franse militairen, die net als het merendeel van de verspreide Britse graven in het najaar van 1917 omgekomen waren. De Fransen werden in 1922 naar elders overgebracht. De vrijgekomen plaats werd gebruikt voor graven uit gemeentelijke begraafplaatsen en kerkhoven, waar het behoud niet langer gewaarborgd kon worden.

De iets grotere ontruimde begraafplaatsen of groepjes graven waren de volgende :

  • ASQUILLIES CHURCHYARD Hier lagen 11 Britse militairen, gestorven in november 1918.
  • AUDREGNIES CHURCHYARD Begraafplaats van 8 Britse militairen, waarvan 7 gestorven in augustus 1914 en 1 in november 1918.
  • ELVERDINGHE CHURCHYARD Begraafplaats van 9 Britse militairen gestorven in oktober 1914.
  • HENSIES CHURCHYARD Begraafplaats van 1 Canadese en 3 Britse militairen gestorven in november 1918 en 1 Britse militair gestorven in augustus 1914.
  • HEULE CHURCHYARD Begraafplaats 6 Britse militairen en 1 niet-geïdentificeerde vliegenier gestorven in oktober 1918.
  • MAISIERES COMMUNAL CEMETERY Begraafplaats van 16 Britse militairen gestorven in augustus 1914.
  • MEERENDRE CHURCHYARD Begraafplaats van 4 R.A.F.-officieren begraven in oktober 1918. (R.A.F. = Royal Air Force)
  • OOSTNIEUWKERKE CHURCHYARD Begraafplaats van 5 Canadese en 5 Britse militairen gestorven in april 1915 en 1 Britse officier in oktober 1914.
  • PROVEN CHURCHYARD Begraafplaats van 1 Canadese officier en 3 Britse militairen.
  • QUAREGNON COMMUNAL CEMETERY Begraafplaats van 8 Britse militairen begraven in 1914.
  • ROLLEGHEM CHURCHYARD Begraafplaats van 1 R.A.F.-officier en vier Britse militairen begraven in 1918.
  • THULIN NEW COMMUNAL CEMETERY Begraafplaats van 8 Britse militairen gestorven in augustus 1914 en 2 R.A.F.-officieren gestorven in oktober 1918.
  • WINKEL ST. ELOI CHURCHYARD Begraafplaats van 30 Britten en 4 militairen uit Newfoundland gestorven in oktober 1918.

Er zijn 8 ‘special memorials’ voor doden (5 uit het U.K. en 3 uit Newfoundland), wiens graf niet meer teruggevonden kon worden maar waarvan aangenomen wordt dat ze zich onder de naamloze graven bevinden. Er zijn eveneens nog 3 ‘special memorials’ voor doden van het ‘15th Sherwood Foresters’, die oorspronkelijk op Pheasant Trench Cemetery begraven lagen, maar wiens graf niet meer teruggevonden kon worden. Pheasant Trench Cemetery lag in de velden net ten oosten van Langemark-dorp. ‘Pheasant Trench’ en ‘Pheasant Farm’ werden door de ‘51st (Highland) Division’ veroverd op 20 september 1917. De begraafplaats werd twee maanden later aangelegd. Het bevatte de graven van 14 militairen uit het Verenigd Koninkrijk.

Cement House Cemetery wordt nog steeds gebruikt ('open cemetery') voor begraving van stoffelijke resten, die vandaag de dag teruggevonden worden op de voormalige slagvelden. De laatste bijzettingen zijn die van 3 onbekende militairen, die hier begraven werden op 14 november 2005.

Volgens de meest recente gegevens zouden er nu 3602 doden begraven of herdacht worden, waarvan er 2417 niet geïdentificeerd konden worden. Voor de Eerste Wereldoorlog zou het gaan om 3491 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan er 2357 niet geïdentificeerd konden worden), 19 doden uit Australië (waarvan 15 niet geïdentificeerd), 58 doden uit Canada (waarvan 31 niet geïdentificeerd), 10 doden uit Nieuw-Zeeland (waarvan 8 niet geïdentificeerd), 1 geïdentificeerde Zuid-Afrikaan en 1 onbekende Fransman. Er zijn eveneens 22 doden uit de Tweede Wereldoorlog, waarvan er 5 niet geïdentificeerd konden worden (16 geïdentificeerde en 4 niet geïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 1 onbekende Australiër en 1 gekende Canadees).

Cement House Cemetery werd ontworpen door R. Blomfield (hoofdarchitect) en A.J.S. Hutton (uitvoerend architect).

Beschrijving

Begraafplaats met onregelmatig grondplan en een oppervlakte van circa 9685m2. Het terrein is ongeveer vlak en wordt langs straatzijde omgeven door een rode bakstenen muur, afgewerkt met witte deksteen, in verschillende niveaus aangelegd (met het oplopend straatniveau mee). Aan de andere zijden is een haag (rode beuk) aangeplant. Poortgebouw uit rode baksteen met rondbogige doorgang, naar boven toe trapsgewijs versmallend, afgedekt met witte natuurstenen platen. Bij de toegang zijn het registerkastje en het opschrift 'Cement House Cemetery MCMXVI - MCMXVIII' aanwezig. In de noordoostelijke en noordwestelijke hoek staat telkens een achthoekig schuilhuisje in rode baksteen, met een koepelvormige bekroning uit witte natuursteen, met rondbogige deuropeningen en oculi met geometrisch traliewerk. Ze bevatten de landplaten en de metalen informatieplaat. In de oostelijke hoek staat een dienstgebouw. Centraal tegen de zuidelijke rand, recht tegenover de ingang, staat het 'Cross of sacrifice' (type B). Vlakbij staan ‘special memorials’. De 'Stone of remembrance' staat tegen de oostelijke rand. De graven liggen verspreid over 21 perken. Het geheel wordt getooid met paardekastanjes, amberbomen, coniferen en bloemperken bij de graven.

  • Bezoekersinformatie Commonwealth War Graves Commission (nieuwe en oude registers).
  • SCOTT Michael 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.
  • Commonwealth War Graves Commission, Cemetery Details [online] http://www.cwgc.org/cwgcinternet/cemetery_details (geraadpleegd op 21 april 2004)
  • Wereldoorlog I in de Westhoek [online] http://www.wo1.be (geraadpleegd op 21 april 2004)

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Cement House Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195855 (geraadpleegd op ).