Gelegen langs de Brugseweg, bij huisnummer 210A, op ongeveer één kilometer ten noordoosten van de kerk van Poelkapelle.
Poelkapelle werd door de Duitsers op de Fransen veroverd op 20 oktober 1914 (Eerste Slag bij Ieper). Vooral in oktober 1917, tijdens de Derde Slag bij Ieper, werd zwaar gevochten om het dorp, toen Britse eenheden stukje bij beetje het dorp innamen. Poelkapelle werd door de Britten in april 1918 opnieuw uit handen gegeven tijdens het Duits Lente-Offensief. Belgische troepen heroverden het dorp definitief op 28 september 1918.
De gemeente telde na de oorlog meerdere Duitse militaire begraafplaatsen, waarvan er twee vlakbij Poelcapelle British Cemetery lagen: ‘Poelkapelle-Ost’ (in 1914 aangelegd) en ‘Poelkapelle-Spriethoek’ of ‘Poelcapelle New German Cemetery’ (door Britse opgravingsdiensten na de oorlog aangelegd).
Poelcapelle British Cemetery ontstond na de oorlog (in 1919) door de concentratie van verspreide graven uit de omliggende slagvelden en door de ontruiming van kleine begraafplaatsen die naar hier werden overgebracht.
Meer dan 80% van de doden die hier begraven liggen, kon niet meer geïdentificeerd worden. De overgrote meerderheid stierf in de tweede helft van 1917 en dan vooral in oktober (Derde Slag bij Ieper). Enkele perken (IA, VIA, VIIA, LI en LXI) bevatten ook veel graven met doden uit 1914 en 1915.
Volgens het huidige register liggen er nu 7.478 doden uit de Eerste Wereldoorlog en één dode Brit uit de Tweede Wereldoorlog begraven, waarvan er 6.231 doden niet meer geïdentificeerd konden worden. Voor negen militairen, waarvan aangenomen wordt dat ze ergens onder een naamloos graf liggen, werd een 'special memorial' opgericht. Voor 27 andere doden, wiens graf na de oorlog niet meer teruggevonden kon worden, werd eveneens een 'special memorial' opgericht. Een 'duhallow block' vermeldt de begraafplaatsen waar deze vermisten oorspronkelijk begraven lagen.
Wat de doden uit de Eerste Wereldoorlog betreft: er liggen 1.042 geïdentificeerde en 5.536 niet-geïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 38 geïdentificeerde en 79 niet-geïdentificeerde doden uit Australië, 116 geïdentificeerde en 420 niet-geïdentificeerde doden uit Canada, 46 geïdentificeerde en 191 niet-geïdentificeerde doden uit Nieuw-Zeeland en ten slotte 5 geïdentificeerde en 5 niet-geïdentificeerde doden uit Zuid-Afrika.
De volgende begraafplaatsen werden ontruimd en naar hier overgebracht :
Op 'Poelcapelle British Cemetery' ligt John Condon begraven. Op zijn grafsteen staat "age 14", waarmee hij de jongste dode uit het Verenigd Koninkrijk zou zijn. Recent historisch onderzoek doet echter heel wat vraagtekens rijzen over zijn leeftijd. Vermoedelijk was hij toch ouder, niettemin wordt dit graf nog steeds heel druk bezocht.
Poelcappelle British Cemetery werd ontworpen door Charles Holden (hoofdarchitect) en Captain W. C. Von Berg (uitvoerend architect).
Begraafplaats met een vierkant grondplan en een oppervlakte van 22.586 m2. Het terrein is licht glooiend. De begraafplaats wordt omgeven door een rode bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen, die in verschillende niveaus is aangelegd. De toegang bestaat uit een hoog poortgebouw uit rode baksteen, afgewerkt met witte natuursteen, met inspringende rondbogige doorgang met hoog smeedijzeren hekken en bovenaan afgewerkt met een rode bakstenen muur met concaaf gebogen zijden en twee rijen witte natuurstenen blokken. Bovenaan het toegangsgebouw staat het opschrift 'Poelcapelle British Cemetery', aan de zijkant ‘1919’. De doorgang wordt geflankeerd door twee lagere zijvertrekken. In het poortgebouw zijn het registerkastje, de landplaten en de metalen informatieplaat terug te vinden. Een deel van dit toegangsgebouw fungeert als dienstgebouw. Ook in de oostelijke en zuidelijke hoek van de begraafplaats zijn dienstgebouwen opgetrokken.
Het 'Cross of Sacrifice' (type A) staat tegenover de ingang, aan de noordoostelijke zijde van de begraafplaats. Erachter staan de ‘special memorials’ en een 'duhallow block'. Vóór het offerkruis staat de 'Stone of Remembrance' in een rechthoekig, lagergelegen perk met rondgebogen, uitspringende hoeken, dat met witte natuurstenen blokken is afgelijnd. Tegen de zuidwestelijke muur staan twee rode bakstenen schuilgebouwen. De graven staan regelmatig opgesteld over 61 perken. Het geheel wordt getooid met bloemperken, struiken en bomen, waaronder zilverlinde, populier, paardenkastanje en sierkers.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002415, Britse militaire begraafplaatsen te Langemark-Poelkapelle (DECOODT H., 2009)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2009: Poelcapelle British Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125302 (geraadpleegd op ).
Gelegen langs de Brugseweg, ten westen van huisnummer 210A, op circa 1km ten noordoosten van de kerk van Poelkapelle, in een bebouwde omgeving. Het landschap is er licht glooiend. Toponiem: Abelegat.
Poelkapelle werd door de Duitsers op de Fransen veroverd tijdens de 'Eerste Slag bij Ieper', op 20 oktober 1914. Op 4 oktober 1917, tijdens de 'Derde Slag bij Ieper', slaagde de '11th Division' er in om het dorp te heroveren. Het dorp werd door de Britten in april 1918 opnieuw uit handen gegeven tijdens de terugtrekking naar Ieper toe. Belgische troepen heroverden het definitief op 28 september 1918.
De gemeente telde na de oorlog meerdere Duitse militaire begraafplaatsen. Vlakbij Poelcapelle British Cemetery bevonden zich Poelcapelle East German Cemetery, door Duitsers tijdens de oorlog aangelegd, en Poelcapelle New German Cemetery, door Britse opgravingsploegen na de oorlog aangelegd.
Poelcapelle British Cemetery ontstond na de oorlog (in 1919) door de concentratie van verspreide graven uit de omliggende slagvelden en door de ontruiming van kleine begraafplaatsen die naar hier werden overgebracht. Meer dan 80% van de doden die hier begraven liggen, konden niet meer geïdentificeerd worden. De overgrote meerderheid stierf in de tweede helft van 1917 en dan vooral in oktober (Derde Slag bij Ieper). Enkele perken (IA, VIA, VIIA, LI en LXI) bevatten ook veel graven met doden uit 1914 en 1915.
De volgende begraafplaatsen werden ontruimd en naar hier overgebracht :
Op 'Poelcapelle British Cemetery' ligt John Condon begraven. Pte. Condon behoorde tot het '2nd Bn. Royal Irish Regiment'. Hij stierf als één van de velen van zijn bataljon op 24 mei 1915 in de omgeving van Mouse Trap Farm (ten zuiden van Sint-Juliaan), ten gevolge van een Duitse gasaanval (Tweede Slag bij Ieper). Oorspronkelijk werd hij als onbekende begraven bij Railway Wood. In 1923 werd zijn stoffelijk overschot ontgraven, geïdentificeerd en hier herbegraven. Op zijn grafsteen staat "age 14". Recent historisch onderzoek doet vermoeden dat Condon vermoedelijk ouder was en dat hij bovendien niet onder deze grafsteen ligt.
4
'Poelcappelle British Cemetery' werd ontworpen door Major Charles Holden als hoofdarchitect en Captain W. C. Von Berg als hulparchitect. De begraafplaats heeft een vierkant grondplan, met een oppervlakte van 22586m2. Het terrein is licht glooiend en in verschillende niveaus aangelegd. De begraafplaats wordt omgeven door een rode bakstenen muur, afgedekt met witte deksteen. De begraafplaats ligt lager dan het straatniveau.
Via een hoog poortgebouw, opgetrokken uit rode baksteen en afgewerkt met witte natuursteen, met rondboog en een smeedijzeren hekken, kan de begraafplaats via trapjes betreden worden. Bovenaan het toegangsgebouw staat 'Poelcapelle British Cemetery' te lezen, aan de zijkant '1919'. In het poortgebouw bevinden zich eveneens het registerkastje, de landplaten en de metalen CWGC-infoplaat. Een deel van dit gebouw fungeert als dienstgebouw.
Het 'Cross of sacrifice', bij het binnenkomen links op een speciaal daartoe aangelegd plateau is van het type A. Erachter staan de 'special memorials'. Vlakbij, maar een niveau lager, staat de 'Stone of remembrance'. Deze gedenksteen staat middenin een verlaagd perk, waarvan de hoeken met cirkelvormige stenen motieven geaccentueerd zijn.
Helemaal achteraan links op de begraafplaats is er een tweede, stenen dienstgebouw met een kleine plantenkwekerij en rechts een derde, houten dienstgebouw met een afvalhoop. Centraal tegen de rechtermuur zijn 2 schuilgebouwen in rode baksteen en witte natuursteen en 2 zitbanken in witte natuursteen aangebracht.
Er bevinden zich op de begraafplaats 61 perken. Volgens het huidige register liggen er nu 7478 doden uit de Eerste Wereldoorlog en 1 dode (een Brit) uit de Tweede Wereldoorlog begraven, waarvan er 6231 doden niet meer geïdentificeerd konden worden. Voor 9 militairen, waarvan aangenomen wordt dat ze ergens onder een naamloos graf liggen, werd een 'special memorial' opgericht. Voor 27 andere doden, wiens graf na de oorlog niet meer teruggevonden kon worden, werd eveneens een 'special memorial' opgericht. Een 'duhallow block' vermeldt de begraafplaatsen waar deze vermisten oorspronkelijk begraven lagen. Wat de doden uit de Eerste Wereldoorlog betreft: er liggen 1042 geïdentificeerde en 5536 niet-geïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 38 geïdentificeerde en 79 niet-geïdentificeerde doden uit Australië, 116 geïdentificeerde en 420 niet-geïdentificeerde doden uit Canada, 46 geïdentificeerde en 191 niet-geïdentificeerde doden uit Nieuw-Zeeland en tenslotte 5 geïdentificeerde en 5 niet-geïdentificeerde doden uit Zuid-Afrika.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Poelcapelle British Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195797 (geraadpleegd op ).