De Lindemolen, een houten staakmolen op teerlingen, dateert als constructie uit de 18de eeuw. De molen werd in 1920 uit Emelgem overgebracht naar de huidige molensite. In 1971 waaide de molen om. De onderdelen ervan zijn gedemonteerd.
Historiek
Deze houten staakmolen werd vermoedelijk in 1720 (inscriptie op de steenbalk) of 1726 in Emelgem gebouwd. Hij is op de Ferrariskaart (1771-1778) reeds aangeduid op het kruispunt van de huidige Baronstraat en Reperstraat. In Emelgem werd hij Pieters molen of Buyse’s molen genoemd. Weduwe J. Debosschere-Verhamme verkocht de houten molen in 1919 aan Henricus Declerck. Deze scherper van molenstenen was molenaar-eigenaar geweest van de stenen molen in Sint-Eloois-Winkel die in 1917 door de Duitsers opgeblazen was. Hij liet de Emelgemse molen in 1920 als Lindemolen herbouwen op vier betonnen teerlingen op een nieuwe molensite aan de Tuileboomstraat in Sint-Eloois-Winkel.
De molen werd zwaar beschadigd tijdens beschietingen op 25 mei 1940. Na herstellingen in 1944 kon hij opnieuw malen tot de stillegging in 1958. In 1961 kocht de gemeente de molen aan en restaureerde hem in 1966-1967. De Lindemolen werd in 1970 beschermd als monument, maar waaide in 1971 om tijdens een storm. Plannen rond 2000 voor het herbouwen van de Lindemolen aan de Muizelstraat werden niet gerealiseerd.
Beschrijving
De Lindemolen is een houten staakmolen op teerlingen met open voet. Diverse elementen wijzen op om een 18de-eeuwse molen. Het jaartal "1720" is gekapt op de steenbalk (daarrond verwijzen jaartallen naar aankoop en restauratie door de gemeente in de jaren 1960). Het vangwiel - versierd met vier cirkelvormige ornamenten in kerfsneetechniek – zou van 1777 dateren. Op de plooien van het vangwiel is volgende inscriptie ingehakt: "G'MAECKT VAN IOANNES VANDER SCHEURE MOELEMAEKER VAN ZYNE STILLE TOT MUELEBEKE OP DEN 21 SEPTEMBER ANNO 1777". Ook beeldmateriaal toont een molen met een gewoon, recht zadeldak aan de staartzijde. De evolutie naar een ruimere mansardekap, met mogelijkheid tot een groter vangwiel, was nog niet ingezet. Er waren twee koppels maalstenen. De vlucht was ongeveer 24 meter lang.
- CORNILLY J. 2001: Monumentaal West-Vlaanderen, Deel I: arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare, Tielt, Brugge, 142.
- DE GUNSCH A., METDEPENNINGHEN C., TANSENS A. & VANNESTE P. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Roeselare, Kanton Roeselare, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 17n1, Brussel – Turnhout.
- DENEWET L. 1999: Achttien “grote” Vlaamse molenrestauraties in 1999. Ledegem, Lindemolen, Molenecho’s XXVII.4, 83-84.
- DEVLIEGHER L. 1971: De Lindemolen te Sint-Eloois-Winkel, Biekorf 72, 365-369.
- DEVLIEGHER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt-Weesp, 292-295.
- HERMAN R. 1966: Oude verdwenen Emelgemse molens. Pieters molen, Ten Mandere VI.3, 31-35.
- L.L. 1998: Lindemolen: nostalgie of cultuur?, Het Volk (17 september), 13.