Nieuwevaart gegraven in 1863 als verbinding tussen de Brugse vaart en de Voorhaven. De ijzeren vakwerkbrug voor voetgangers verbindt de Frans van Ryhovelaan met de Wondelgemstraat met op de bordestrappen bewaarde gietijzeren gecanelleerde en van siermotieven voorziene gaslantaarns met dubbele arm (circa 1920 of vroeger).
Betreft geklinknagelde balkbrug met halfparaboolvormige vakwerkliggers van 12 vakken (parabolische of positief gekromde curve van de onderste rand met afgeronde overgang naar de verticale begin- en eindstijlen) en gelegen boven het scheepvaartpeil. De bruggenhoofden worden gevormd door eveneens ijzeren staketsels die op de oevers in een betonnen voet gegoten werden en die bovenaan elk voorzien zijn van een platform, te bereiken via twee lateraal geplaatste ijzeren trappen met sierlijke smeedijzeren leuningen. Treden en brugdek zijn met houten planken bekleed. Deze brug vormde een belangrijke en tijdwinnende verbinding tussen de dichtbevolkte arbeiderswijken ten zuiden en de grote textielbedrijven ten noorden van de verbindingsvaart en dit zeker op ogenblikken dat de Wondelgembrug ten behoeve van het drukke scheepvaartverkeer dikwijls werd opengedraaid.
Bron: Onroerend Erfgoed, Digitaal beschermingsdossier DO002065, IJzeren voetgangersbrug. Auteurs: De Schepper, Jo Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Aanvullende informatie
De brug werd tijdens WOI aangelegd om onder andere transport van gewonden tussen het inmiddels verdwenen Rabotstation en het militair hospitaal in de gebouwen van het huidige Guislainmuseum te vergemakkelijken.
PIETERS D. 2014: Gent in de Grote Oorlog, Brugge, 53.