Fort Liefkenshoek is een vierhoekig, gebastioneerd fort (17,7 ha) langs de Schelde ten noorden van Antwerpen, waarvan de oudste fortgebouwen uit het begin van de 19de eeuw dateren, maar dat in oorsprong tot het einde van de 16de eeuw terug gaat. Het fort is tijdens de scheiding tussen de Noordelijke (Nederland) en Zuidelijke Nederlanden (België) ontstaan.
De geschiedenis van het fort is nauw verweven met het opstandige Antwerpen dat zich in de tweede helft van de 16de eeuw samen met andere steden en gewesten tegen het Spaanse bestuur keerde. Tussen 1580-1583 bouwde de stad het fort Liefkenshoek op een strategische plek langs de linkeroever van de Schelde. Het was één van de vele fortificaties rond Antwerpen dat de opstandelingen tegen het oprukkende Spaanse leger aanlegden. Samen met fort Lillo aan de andere kant van de rivier beheerste het de scheepvaart. Nog belangrijker waren de sluizen aan weerszijden van het fort, want daarmee kon een groot gebied onder water worden gezet. Militaire inundaties waren schering in inslag in tijden van oorlog. Ze verhinderden de opmars van een leger. Toch belette dat de bezetting door de Spaanse troepen onder Farnese niet. In enkele dagen stootte hij in 1584 vanuit het Waasland door.
De Spaanse inbezitname was maar van korte duur, want in 1585 namen de opstandelingen Liefkenshoek opnieuw in. En dat bleef zo, merkwaardig genoeg. Terwijl Antwerpen onder Spaans bestuur kwam, werden de forten Liefkenshoek en Lillo “Nederlandse steunpunten” in ons land. Ze speelden een belangrijke rol in de controle van de scheepvaart op de Schelde. Deze situatie bleef lang duren, ondanks een kortstondig intermezzo in 1747-1748 toen de Fransen het fort even veroverden. Fort Liefkenshoek hield op een enclave te zijn, toen het in 1786 met de rest van de toenmalige Zuidelijke Nederlanden werd herenigd (verdrag van Fontainebleau).
Tot dan toe was Liefkenshoek een aarden fortje met vier bastions of hoekpunten, omringd door een brede vestinggracht met daarin twee ravelijnen, die op hun beurt met aarden wallen werden omsloten en vervolgens door een smalle dijkgracht. Het fort sloot aan twee kanten op de Scheldedijk aan. Volgens de oudste bekende afbeelding uit 1652 had het fort geen (bakstenen) constructies. Bij een belegering stonden de kanonnen open opgesteld op de wallen van de bastions. Op de Ferrariskaart uit 1771-1778 verschenen wel twee gebouwen en een (bemalings?)molen.
Noord en zuid van het fort schermden twee sluizen in de Scheldedijk het fort af. Zij bedienden de onderwaterzetting van de polders rond Liefkenshoek, zodat de tegenstander het fort enkel via de Scheldedijken kon benaderen. Daar kreeg het fort extra versterking vanuit de ravelijnen in de vestinggracht.
Maar de grootste verandering voltrok zich in 1810. De bestaande constructies ruimden plaats voor de halfcirkelvormige bakstenen kazerne voor twaalf kanonnen, een kruitmagazijn en een eetplaats voor officieren. Buiten de vestinggracht op de schorren legde men een kustbatterij aan. Een houten loopbrug verbond het fort met de wallen buiten de vestinggracht en met een veer voor de verbinding met het fort van Lillo aan de andere kant van de Schelde. De ravelijnen in de vestinggracht verloren hun functie en waren tegen het midden van de 19de eeuw geslecht of weg geërodeerd in het water van de vestinggracht. Buitendijks kreeg het fort een houten beschoeiing als bescherming tegen de golfslag en het getij van de Schelde.
In de loop van de 19de eeuw werd het fort niet meer gemoderniseerd. En toen rond het midden van de 19de eeuw het idee van de vesting Antwerpen ontstond, verkoos de legerleiding niet langer in het fort te investeren. In 1894 werd het buiten werking gesteld. Maar het fort behield zijn beslotenheid, wat het heel geschikt maakte voor de opvang van zieke of besmette migranten, die per schip Antwerpen binnenkwamen of wilden verlaten. Tussen 1914 en 1918 hergebruikten Duitse troepen het fort voor de bouw van drie bunkers: twee schootsbunkers en één waarnemingsbunker. De uitkijktoren werd door de Belgische marine gebouwd in de periode dat zij haar intrek nam op fort Liefkenshoek, nadat het fort in 1952 niet langer als quarantainehospitaal diende.
De grootste verandering volgde in de naoorlogse periode. Door de havenuitbreiding raakte het fort geïsoleerd van zijn vroegere polderlandschap waarin het was ontstaan. Daardoor is het fort tot op vandaag opgenomen in het havenlandschap. De 16de-eeuwse ravelijnen gingen in de 19de eeuw al verloren, maar door het opspuiten van de poldergronden gingen ook het glacis en de buitenste gracht verloren. In 2010 liet de gemeente Beveren, de nieuwe eigenaar sinds 1980, het fort (deels) restaureren.
Fort Liefkenshoek heeft historische waarde als fort uit het laatste kwart van de 16de eeuw, gebouwd tijdens de opstand van Antwerpen tegen het Spaanse bestuur. Uit die periode dateert de typische opbouw van een vierhoekig gebastioneerd aarden fort, omgeven door een brede walgracht. De bastions illustreren het militaire gebruik van artilleriestukken in forten: kanonnen boven op de wallen namen de omgeving onder vuur. De gebouwen getuigen van de 19de-eeuwse omvorming van een aarden naar een met bakstenen gebouwen versterkt fort. Door de toegenomen slagkracht van de artillerie vergrootte de behoefte aan beschutting voor mens en materieel. Daarom bouwden de militairen een halfcirkelvormige kazerne (kat) waarin kazematten een onderkomen aan de artilleriestukken en munitie boden en lokalen voor de inkwartiering van de manschappen en hun proviand. Bovenop de gebouwen beveiligde een metersdikke aarden laag (nu verwijderd) de kazerne, het kruitmagazijn en het officierspaviljoen. Vestingbouwkundig getuigt het fort van de eeuwenlange traditie om versterkingen volgens het gebastioneerde stelsel vorm te geven. Door de teloorgang van het polderlandschap is de contextwaarde aangetast. Omgeven door de havenindustrie vormt het fort Liefkenshoek een vreemde eend in de bijt. Fort Liefkenshoek vormt een ensemble met fort Lillo met wie het samen lange tijd de scheepvaart op de Schelde controleerde. Van deze twee Scheldeforten is fort Lillo het best bewaarde.
Auteurs: Verboven, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Verboven H. 2021: Fort Liefkenshoek [online], https://id.erfgoed.net/teksten/361799 (geraadpleegd op ).
Het fort is ontstaan tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), gebouwd in opdracht van de Protestantse Staten. In de navolgende periodes werd het fort sterk 'vergeten'. Het is pas in 1811 dat het fort een ingrijpende verbouwing ondergaat. Er werd een halfcirkelvormige kat of cavalier gebouwd. Dit halfcirkelvormig platform is binnen de wal gelegen en diende voor de opstelling van geschut. Bij de onafhankelijkheid van België werd het fort door Nederland overgedragen aan België. Sinds 1894 is de militaire bestemming van het fort opgeschort. Vandaag heeft het gebied zich ontwikkeld tot een waardevol landschap met cultuurhistorische waarden.
Bron: Beschermde monumenten, landschappen, stadsgezichten en dorpsgezichten in de provincie Oost-Vlaanderen – arrondissementen Dendermonde, Eeklo en Sint-Niklaas, Gent, 1990, p. 125.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 1985: Fort Liefkenshoek [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125087 (geraadpleegd op ).