De Torenbrug verbindt via het straatje, zogenaamd Torenbrug, de Spaanse Loskaai met de Gouden Handstraat, en loopt over de Gouden Handrei.

Op die plaats bestond zeker al een brug in 1291. Omstreeks 1345 was het een houten brug die toen de Sint-Gillis(nieuw)brug werd genoemd. In 1390 werd de Torenbrug versteend door de Brugse meester-metselaar Jan van Oudenaerde († 1412). Reeds in 1391 werd de brug gekasseid. De brug werd hersteld in 1449 en 1555. Volgens de kaart van Marcus Gerards van 1562 en een tekening van het nabijgelegen Oosterlingenhuis van 1602 had de brug stenen zitbanken aan de binnenkant van de borstweringen. In 1903 werd op de steile brug een lantaarn geïnstalleerd.

De Torenbrug is een verankerde boogbrug, waarvan het buitenparement bestaat uit afwisselend arduin, Brabantse witsteen en baksteen. Ze paalt aan twee hoekpanden van de straat Torenbrug. De borstweringen zijn voorzien van grote arduinen dekplaten. Aan de oostkant geeft een bakstenen trap, via een smeedijzeren afsluithekken, toegang tot het water. In het westen heeft de brug een tromp. De smeedijzeren lantaarn, geplaatst op een sokkel en een kleine stoep, is fraai uitgewerkt en voorzien van twee borden waarop eertijds het opschrift "verboden doorgang voor rijtuigen / passage interdit aux vehicules".