De Vlamingbrug verbindt de Vlaming- met de Sint-Jorisstraat. Aan de oostzijde loopt de Augstijnenrei en in het westen de Speelmansrei.
De eerste vermelding van deze brug dateert uit 1284 en vermeldt in de aanwezigheid van de brug een poort, zogenaamd de Vlamingpoort. Tot 1331 is de Vlamingbrug een houten brug. In dat jaar wordt ze afgebroken en herbouwd in steen door de Brugse stadsbouwmeester Jan Petite († 1334?), in samenwerking met de meester-metselaars Jan en Arnold van Uutkerke. De Vlamingbrug werd gerestaureerd in 1984 en 1995.
De quasi vlakke Vlamingbrug bestaat oorspronkelijk uit twee bogen; onder de meest zuidelijke is de rei dichtgeslibd en zijn tuintjes aangelegd. Het buitenparement bestaat uit onregelmatige blokken zandsteen en Doornikse kalksteen. De pijler waarop de twee bogen rusten heeft een licht geprofileerde deksteen. Ter hoogte van het wegdek bevindt zich een geprofileerde waterlijst. De borstweringen zijn afgedekt met grote arduinen dekplaten en aan de straatzijde zijn zitbanken voorzien. Het wegdek is geasfalteerd.
- Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen, Stad Brugge. Oudste kern, Brugge, 1999, p. 431.
- GEVAERT H., Bruggen in de Brugse binnenstad, Brugge, 1998, p. 27.
- SCHOTTE B., Petite (Petijte) Jan (Lexicon van Westvlaamse beeldende kunstenaars, 7, 1998, p. 105).