Teksten van Oorlogsgedenkteken

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200826

Gedenkteken voor de militaire en burgerlijke doden van Nieuwpoort ()

Gelegen op de hoek van de Onze Lieve Vrouwstraat en de Willem De Roolaan, vlakbij (ten zuidwesten van) de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Nieuwpoort.

Historische beschrijving

Dit gedenkteken, in de volksmond 'Treze Blèters' genoemd, is net zoals het IJzergedenkteken bij de Ganzenpoot van de hand van Pieter Braecke (Nieuwpoort 1858 – Nossegem 1938).

Nieuwpoort had het zwaar te verduren tijdens de Eerste Wereldoorlog. Half oktober waren de Duitsers dicht bij Nieuwpoort genaderd. Ze beschoten de stad en op 22 oktober namen de inwoners de wijk, eerst naar de gemeenten ten westen van Nieuwpoort en dan verder richting Frankrijk. De Duitsers zouden echter vóór Nieuwpoort stranden: de onderwaterzetting van de IJzervlakte stopte hun opmars. De sector ‘Nieuwpoort’ werd door Belgische en Franse eenheden bezet, met een Brits intermezzo in de zomer van 1917.

Zowel Stad Nieuwpoort als Nieuwpoort-Bad raakten door het artilleriegeweld volledig vernield. Enkel twee oude poedermagazijnen en de ruïne van de St.-Laurentiustoren stonden nog overeind. Stemmen gingen op om de ruïnes te bewaren als herinnering. Geleidelijk aan kwamen de inwoners echter terug. Aan de stadsrand werden er noodwoningen van het Koning Albertfonds geplaatst. In 1921 telde Nieuwpoort er zowat 600; in 1925 bleven er nog 180 over, waarin vooral arme gezinnen woonden. Het huidige stadsbeeld heeft veel te danken aan wederopbouwarchitect Jozef Viérin, die met zijn neogotiek en neorenaissance zo veel mogelijk het vooroorlogs aanzicht herstelde. Er kwam evenwel een nieuw stadhuis en de St.-Laurentiustoren bleef een ruïne. Nieuwpoort-Bad behield eveneens het stratenplan, maar de riante eind-19de-eeuwse villa’s werden niet in de oude trant herbouwd.

Het gedenkteken, bekostigd door de stad Nieuwpoort, werd onthuld op 9 augustus 1925. De plechtigheid werd verstoord door het optreden van de V.O.S. (Vlaamse Oud-Strijders) en de Vlaams-nationalisten die de uitvoering van het Belgische volkslied overschreeuwden met de Vlaamse Leeuw.

Beschrijving

Op een klein heuveltje staat een beeld uit hardsteen op een voetstuk. Het heuveltje is bedekt met baksteengruis, waarin kleine marmeren naamkruisjes zijn geplaatst en is afgebakend met een brede hardstenen boord. Het beeld stelt een vrouw voor, gehuld in een gedrapeerd gewaad, het lichaam S-vormig gebogen, als uiting van grote droefheid, het hoofd afgewend en de handen tot een gebed gevouwen. Op de voorgrond staat een kruis met een helm op.

Op het kruis "1914 1918"; op de marmeren kruisjes staan de namen van de slachtoffers in uitgehouwen rode letters; op de hardstenen boord zijn de namen van de slachtoffers van 1940-1945 aangebracht met aan de vier zijden een witmarmeren kruis, waarop "1940-45" staat. Op een zwartmarmeren plaat: "1945-1995. Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de concentratiekampen. 13 mei 1995".

  • S.N. 1997: Lexicon van Westvlaamse Beeldende Kunstenaars, Brugge.
  • BAUWENS J. 1996: Nieuwpoort 3/5, Bachten de Kupe, XXXII.3.
  • BIJNENS B. 1995: Zondag 7 mei 1995 - Doorheen de Westhoek zonder grenzen. Thema: De frontlijn 1914-18 van Nieuwpoort tot de Katsberg, Bachten de Kupe, XXXVII.4.
  • ENGELEN C. & MARX M. 2002: Beeldhouwkunst in België vanaf 1830, Brussel.
  • JACOBS M. 1996: Zij, die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge.

Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002423, Oorlogsgedenktekens te Nieuwpoort (DECOODT H., 2008)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsgedenkteken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125568 (geraadpleegd op ).


Standbeeld militaire en burgerlijke doden (Nieuwpoort - WOI-WOII) ()

Gelegen op de hoek van de O.L.Vrouwstraat en de Willem De Roolaan, vlakbij de O.L.V.-kerk van Nieuwpoort.

Historische achtergrond

Dit gedenkteken voor de burgerlijke en militaire doden van Nieuwpoort van WOI (en later ook van WOII) werd bekostigd door de stad Nieuwpoort. Het werd onthuld op 9 augustus 1925. De plechtigheid werd verstoord door het optreden van de V.O.S. (Vlaamse Oud-Strijders) en de Vlaams-nationalisten die de uitvoering van het Belgische volkslied overschreeuwden met de Vlaamse Leeuw.

Dit was het tweede incident van dat genre (na Aalst) in een lange reeks. Het gaf aanleiding tot een heftige perscampagne in sommige liberale Belgisch-nationalistische kranten, die de minister van Binnenlandse Zaken onder druk zetten om een wetsontwerp in te dienen bij de Kamer waardoor het beschimpen, beledigen of besmeuren van de nationale driekleur en het nationale volkslied zou bestraft worden. Op 21 augustus 1925 richtte de Nationale Strijdersbond een open brief tot koning Albert om te protesteren tegen de incidenten te Aalst en te Nieuwpoort en kondigde aan dat zij desnoods de wapens weer zouden opnemen om het vaderland en de nationale driekleur te doen eerbiedigen door de 'slechte Belgen'!

Een regeringscrisis schijnt de verdere behandeling van dit wetsontwerp te hebben belet.

Anderzijds zette het incident van Nieuwpoort de burgemeesters en de gemeenteraden van andere gemeenten, waar dergelijke monumenten nog moesten onthuld worden, er toe aan, hun politiereglement aan te passen in de zin van het wetsontwerp.

Dit gedenkteken werd bijgenaamd "Treze Blèters" en het gelijkaardige IJzergedenkteken bij de Iepersluis, eveneens van de hand van Pieter Braecke, "Victorine".

Beeldhouwer Pieter-Jan Braecke werd in Nieuwpoort geboren in 1858. Hij was een leerling van Hendrik Pickery. Reeds vóór WOI ontving hij talrijke prijzen en hoge burgerlijke onderscheidingen vielen hem ten deel. Zijn stijl, vooral gevormd door Paul de Vigne, in wiens atelier hij werkte, versoepelde later onder invloed van de sociaal geëngageerde Meunier. Te Nieuwpoort en te Nossegem, waar hij in 1938 overleed, tekende hij voor enkele oorlogsmonumenten.

Half oktober waren de Duitsers dicht bij Nieuwpoort genaderd. Ze beschoten de stad en op 22 oktober namen de inwoners de wijk, eerst naar de gemeenten ten westen van Nieuwpoort en dan verder richting Frankrijk. De Duitsers zouden echter vóór Nieuwpoort stranden: de onderwaterzetting van de IJzervlakte stopte hun opmars.

Over het precieze verloop van die onderwaterzetting is reeds veel geschreven. In elk geval openden kapitein Fernand Umé, enkele andere militairen en schipper Hendrik Geeraert, op voorstel van de toezichter van de Noordwatering van Veurne, Karel Cogge, in de nacht van 29 op 30 oktober de afwateringssluis van de Noordvaart. Door dit enkele nachten te herhalen, steeg het water tussen de IJzer en de spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide. De IJzerslag was ten einde.

De sector “Nieuwpoort” werd eerst door Belgen, maar reeds vanaf oktober 1914 door Fransen bezet. Koksijde diende als kantonnement voor de eenheden die hier streden. Eind 1914 waren er nog vele gevechten, waarbij Fransen erin slaagden de rechteroever van de IJzer heroveren. Tot juni 1917 bleven de Fransen Nieuwpoort verdedigen, met inbegrip van koloniaal gerekruteerde militairen: Zouaven, Tirailleurs, Chasseurs d’Afrique, Marokkanen, Spahis… Vanaf juni tot november 1917 bezetten de Britten deze sector. Hun aanvallen vanop zee op de door Duitsers bezette havens waren succesvol, maar hun aanval te land vanuit Nieuwpoort richting Westende in juni was een mislukking. In juli voerden de Duitsers een aanval uit, waarbij ze de geallieerde stellingen op de rechteroever konden veroveren. In februari 1918 namen de Belgen de sector over na een korte Franse bezetting. Op 17 oktober 1918 verlieten de Duitsers voorgoed het geteisterd gebied.

Zowel Stad Nieuwpoort als Nieuwpoort-Bad raakten door het artilleriegeweld volledig vernield. Enkel 2 oude poedermagazijnen en de ruïne van de St.-Laurentiustoren stonden nog overeind. Stemmen gingen op om de ruïnes te bewaren als herinnering. In 1920 ontving de stad samen met 3 andere ‘martelaarssteden’ het Frans Oorlogskruis. Geleidelijk aan kwamen de inwoners echter terug. Door het Koning Albertfonds werden in afwachting van de wederopbouw aan de stadsrand noodwoningen gezet. In 1921 telde Nieuwpoort er zowat 600; 4 jaar later bleven er nog 180 over, waar arme gezinnen in woonden. De huidige stad heeft veel te danken aan architect Jozef Viérin, die met zijn neo-gotiek en neo-renaissance zo veel mogelijk het vooroorlogs aanzicht herstelde. Er kwam wel een nieuw stadhuis en de St.-Laurentiustoren bleef een ruïne. Nieuwpoort-Bad behield eveneens het stratenplan, maar de riante eind-19de-eeuwse villa’s werden niet in oude trant herbouwd.

Kenmerken

Op een klein heuveltje staat een beeld uit hardsteen op een voetstuk. Het heuveltje is bedekt met baksteengruis, waarin een aantal kleine marmeren naamkruisjes en 1 zwartmarmeren plaat (voor WOII) zijn geplaatst en is afgebakend met een brede hardstenen boord. Het beeld stelt een vrouw voor, gehuld in een gedrapeerd gewaad, het lichaam S-vormig gebogen, als uiting van grote droefheid, het hoofd afgewend en de handen tot een gebed gevouwen. Op de voorgrond staat een kruis met een helm op.

Op het kruis '1914 1918'; op de marmeren kruisjes staan de namen van de slachtoffers in uitgehouwen rode letters; op de hardstenen boord zijn de namen van de slachtoffers van 1940-1945 aangebracht met aan de vier zijden een marmeren kruis, waarop '1940-45' staat.

H. 377 cm x Br. 686 cm x D. 648 cm

Uitvoering: Pieter Braecke (ontwerp)

  • S.N. 1997: Lexicon van Westvlaamse Beeldende Kunstenaars, Brugge.
  • BAUWENS J. 1996: Nieuwpoort 3/5, Bachten de kupe, XXXII.3, 11-16
  • BIJNENS B. 1999: Nieuwpoort, de Franse stellingen tijdens de Eerste Wereldoorlog op de rechter IJzeroever, Bachten de kupe, XXXXI.4 (oktober-december 1999), 165-171.
  • BIJNENS B. 1995: Zondag 7 mei 1995 - Doorheen de Westhoek zonder grenzen. Thema: De frontlijn 1914-18 van Nieuwpoort tot de Katsberg, Bachten de kupe, XXXVII.4 (juli-augustus 1995), 73-96.
  • JACOBS M. 1996: Zij die vielen als helden... Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, deel 2, Brugge.
  • VANACKER L. 2003: De IJzer, oktober 1914. Een slag te veel? Het idee en de timing van de eerste onderwaterzetting, Westvlaamse Gidsenkring Westhoek, XXXIX.3 (augustus 2003), 1-26.

Bron: WOI Relict (1157): Standbeeld militaire en burgerlijke doden (Nieuwpoort - WOI-WOII)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsgedenkteken [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391891 (geraadpleegd op ).