Teksten van Schoorsteen van vlasroterij

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/200837

Schoorsteen van vlasroterij ()

De firma Briqueteries, Tuileries en Céramiques bouwde in 1904-1905 ten westen van de dorpskom van Ramskapelle een steenbakkerij met naast een ateliergebouw ook 4 ovens, verschillende droogloodsen en een woning voor de bedrijfsleider. Tijdens de Eerste Wereldoorlog kwam het bedrijf in de frontlinie te liggen en het Belgische leger richtte de fabriekschoorstenen in als observatieposten, waarvan er één bewaard bleef. Leon Duron kocht in 1926 de fabrieksruïnes op en startte opnieuw met de productie. In 1936 werd de steenbakkerij definitief stilgelegd.

Een vlasroterij, die omstreeks 1930 naast de steenbakkerij werd opgestart, bleef nog tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in werking.

Van het complex werden 3 elementen beschermd: de vrijstaande schoorsteen die als observatiepost werd ingericht, het ateliergebouw uit 1904-1905 en een schoorsteen uit het interbellum die bij de vlasroterij hoorde.

  • CORNILLY J. 2005: Monumentaal West-Vlaanderen, Deel III: arrondissementen Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne, Brugge, 172.

Auteurs:  Cornilly, J.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Cornilly J. 2005: Schoorsteen van vlasroterij [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125592 (geraadpleegd op ).


Schoorsteen van vlasroterij ()

Ten westen van de dorpskern van Ramskapelle liggen de resten van een merkwaardig industrieel-archeologisch complex. Het betreft de ruïnes van een steenbakkerij en een vlasroterij. In 1905 opgebouwd als baksteenbedrijf, onderging het verschillende aanpassingen, die hun sporen nalieten. Van de vlasroterij, die in de jaren 1930 werd opgericht door Leon Duron, resteert een bakstenen schoorsteen. Als bedrijf werden de gebouwen in 1959 opgeheven.

Historiek

Het baksteenbedrijf in Ramskapelle werd in 1904-1905 opgetrokken in opdracht van de firma Briqueteries, Tuileries et Céramiques (Système Geldens). Op 11 februari 1909 werd het bedrijf opgekocht door P.A. Gits, die het op 10 juli 1909 inbracht in de NV Céramiques et Briqueteries Mécaniques du Littoral, met zetel in Kortrijk. Het toenmalige gebouwenbestand bestond uit een ruim, en nog grotendeels bewaard ateliergebouw, ingeplant op de zuidzijde van het terrein. Van de vier ovens lagen er drie op de noordhelft. De 4de oven lag zuidelijk van het ateliergebouw. De droogloodsen namen nagenoeg het volledige oppervlak tussen atelier en de Ramskapellestraat in beslag. De woning van de bedrijfsleider was in de noordoosthoek van het terrein gesitueerd. Het bedrijf was gespecialiseerd in de productie van geëmailleerde gevelsteen.

Met het begin van de Eerste Wereldoorlog diende de productie ijlings stilgelegd. Reeds tijdens de Ijzerslag (oktober 1914) lag de fabriek in de frontlinie. Even zag het er naar uit dat de Duitse troepen via Ramskapelle zouden doorsteken, maar de onderwaterzetting stelde een einde aan de doorbraak. De fabrieksgebouwen leden zware schade. De hoge schoorstenen van het bedrijf werden door het Belgisch leger als observatieposten ingericht. De schoorsteen bij de ingang bleef als oorlogsmonument bewaard.

Het heropstarten van de fabriek verliep moeilijk. Op 4 februari 1926 werden de vervallen fabrieksgebouwen opgekocht door het echtpaar Leon Duron-Urbanie Vanden Berghe en geleidelijk tot een dubbelbedrijf omgebouwd. De steenbakkerij werd slechts gedeeltelijk heropgestart omdat alleen de productie van de geëmailleerde steen opnieuw werd opgenomen. Ten vroegste in 1930 startte de eigenaar, in functie van de in de streek opbloeiende vlasteelt, ook een vlasroterij op. Dit bedrijfsgebouw verrees ten noorden van het ateliergebouw en was voorzien van een rootkuip en een zwingelhok. Een stoommachine uit een brouwerij van Stalhille zorgde voor de energievoorziening. Een drietal zwingelmolens werden aangedreven door een Leister-benzinemotor van 6pk. In beide bedrijven samen werkten maximaal tien mensen. De werking van het bedrijf wijzigde drastisch na het tragische werkongeval op 30 mei 1936, waarbij L. Duron de dood vond. Een reeds aangezette oven werd afgewerkt, waarna de baksteenbakkerij volledig werd afgebouwd. Alleen de vlasroterij zette haar activiteiten verder en dit tot 1940.

Wat tijdens de Tweede Wereldoorlog met de gebouwen gebeurde is niet duidelijk. Enkele zegspersonen verklaarden dat de vlasroterij tot een lijmfabriek werd omgebouwd. De bedrijfsgebouwen zouden nog eenmaal bezet worden. Einde 1957 werd één van de leegstaande gebouwen ingehuurd door een bedrijf dat zilver uit de schubben van zilvervis (haring, sprot en in mindere mate ansjovis) vervaardigde. Dit viszilver werd verkocht aan Duitse en Franse cosmeticabedrijven. Het bedrijf was geen lang leven beschoren. Het diende reeds in 1959 wegens de sterke terugval van de haringaanvoer zijn deuren te sluiten.

Beschrijving

Ten noorden van het bewaarde ateliergebouw van de steenbakkerij (1904-1905), bevindt zich de ronde bakstenen schoorsteen van de vlasroterij uit het interbellum. De schoorsteen vormt een symbool van het industrieel verleden van deze site.


Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW000644, Steenbakkerij: ateliergebouw en vlasroterij: schoorsteen.
Auteurs:  De Schepper, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: De Schepper J. 1996: Schoorsteen van vlasroterij [online], https://id.erfgoed.net/teksten/367110 (geraadpleegd op ).