Ter beslechting van een geschil gerezen in 1754 tussen de magistraat van het Ambacht van Assenede en de magistraat van het Ambacht van Axel betreffende de grenzen van hun jurisdictie in de wijk Overslag tussen de Sint-Elooipolder (West) en de Zoute Vaart (Oost), werd op 13 juli 1768 een conventie getekend te Gent. Volgens deze conventie werd overeengekomen veertien grenspalen op te stellen te Overslag die de grens zouden vastleggen tussen de Republiek der Zeven provinciën of de Noordelijke Nederlanden en de Oostenrijkse of Zuidelijke Nederlanden. In 1770 werden de palen geplaatst.
Deze zogenaamde "Oostenrijkse" grenspalen zijn elegante vierkante arduinen palen die lichtjes versmallen naar boven toe en bovenaan eindigen op een afgeknotte geprofileerde top. De zijde gericht naar Nederland draagt in reliëf een ovaal medaillon met daarop een gekroonde klauwende staande Nederlandse leeuw met als symbool van Eendracht een naar omlaag gerichte linkerklauw met een bundel van zeven samengebonden pijlen en in de naar boven gerichte rechterklauw als symbool van Recht een krom zwaard. Daaronder staat de inscriptie "Haar Hoog Mogende". Op de tegenovergestelde zijde van de grenspaal of aan de Belgische zijde komt in reliëf een ovaal medaillon voor met een Oostenrijkse “dubbele” arend met gespleten hals en dubbele kop, de ene kop naar links gewend, de andere naar rechts: de vleugels zijn uitgespreid en naar boven gericht; boven de gespleten hals komt een keizerlijke kroon voor die een wereldbol met kruis draagt. Onder het medaillon staat de inscriptie "OOSTENRYK".
Bron: Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO000908, grenspalen. Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)