De Lozerstraat is de belangrijkste nog gekasseide dorpsstraat.

Gekasseide wegen behoren tot het erfgoed van Vlaanderen. Vooral omwille van klimatologische omstandigheden werden ze aangelegd. Bij regen veranderden de Vlaamse wegen immers in modderpoelen. De Vlaamse steden werden vooral vanaf de eerste helft van de 17de eeuw geplaveid. Een enkele rijke stad kon zich reeds eerder beroemen op geplaveide hoofdstraten. Het platteland maakte kennis met de eerste stenen wegen tijdens het 40-jarige bestuur van Keizerin Maria Theresia (1740-1780). Als materiaal wordt traditioneel Belgisch Porfier aangewend en in mindere mate Noors en Zweeds Graniet of Belgische Kiezelzandsteen. Vooral de onregelmatig gekapte exemplaren waren populair op ‘den buiten’, ze worden daarom ‘Boerenkassei’ genoemd, ook wel bekend als ‘kinderkopjes’. Oorspronkelijk werden de wegen bol gelegd op een goede afwatering te bekomen.