Deze kasseiweg is nog één van de laatste voorbeelden van een geplaveide wegveharding, een techniek die reeds ten tijde van de Romeinse militaire aanwezigheid werd toegepast bij de aanleg van heirbanen.
Historiek
Het aantal kasseiwegen wordt schaars. Dikwijls verkeren ze in een slechte toestand en worden ze bedekt of vervangen door een laag asfalt of beton.
Er bestaat geen twijfel dat kasseiwegen een belangrijke weerspiegeling zijn van ons verleden. Ze getuigen van een bepaalde, uiterst belangrijke en langdurige fase in de evolutie van infrastructuurwerken.
Reeds ten tijde van de Romeinse militaire aanwezigheid werden, ten behoeve van een snel troepentransport, de heirbanen met stenen verhard. Men gebruikte toen plaatselijk aanwezige steensoorten. Zo werden de in de Vlaamse Ardennen veel voorkomende kiezelzandstenen van het Paniseliaan, glauconiethoudende kwartszandstenen en silexkeien gebruikt. Voor de onderbouw van de 5-7 meter brede banen, werden de grotere zandsteenbrokken benut. Het wegdek zelf, dat voor een goede afwatering meestal bolvormig werd aangelegd, werd verhard met een aantal lagen grint.
Na de ineenstorting van het Romeins imperium degradeerde het wegennet, doch vele heirbanen zijn tot op heden als wegtracé behouden.
Onder de heerschappij van Albrecht en Isabella, tijdens het begin van de 17de eeuw werden de straten in de steden geplaveid. Gedurende het 40-jarig bewind van Maria Theresia, van 1740 tot 1780, werden de eerste stenen wegen aangelegd. Voorheen verliep alle verkeer in hoofdzaak via de waterwegen. De aardewegen werden immers bij de minste regenval omgevormd tot een ontoegankelijke modderpoel.
Overigens zijn kasseiwegen tevens belangrijk om industrieel-archeologische redenen. De technische kenmerken van langs- en dwarsprofielen, de fundering en afboording kunnen hierbij van belang zijn. Voor straatsteen werd in onze contreien voornamelijk porfier aangewend. Porfier vindt men bijna overal in Europa, maar het is het enige in België voorkomend stollingsgesteente. Het is een kiezelachtig gesteente waarvan de kleur meestal grijsachtig en gestippeld is. Belgische porfier behoort tot het beste en werd ontgonnen in de steengroeves van Quenast en Lessines. Nu leveren deze groeven alleen nog steenslag.
De meeste nog resterende kasseiwegen bestaan uit met op maat gekapte 'formaatstenen'. Men streefde er naar om het oppervlak van de kassei zo vlak mogelijk te maken. Nadat ze werden gesorteerd, verkreeg men kasseien van verschillende categorieën. Ze waren rechthoekig, soms vierkantig van vorm en werden steeds in een halfsteensverband in rijen loodrecht op de wegas gelegd. In betere tijden of door bestuurders die goed bij kas waren, werden mozaïekkasseitjes aangewend. Dit type van bestrating vinden we nog in een meer verstedelijkte omgeving of op een aantal van onze rijkswegen ('steenwegen', bijvoorbeeld de Lange Munte en de Kattenberg). Om decoratieve redenen maar ook omwille van de stevigheid werden mozaïekkasseien meestal in een boog- of segmentenverband, soms in het meer ingewikkelde pauwstaartverband (schubben-, schelpen- en waaierverband) gelegd.
Een ander belangrijk aspect is de landschappelijke en daarmee samengaande toeristische waarde van deze wegen. De kasseiwegen geven de streek aanzien, een soort echtheid en onvervalstheid, het is een stuk verleden dat voortleeft.
Beschrijving
De Jagerij is gelegen in Mater, een landelijke deelgemeente van de stad Oudenaarde en dit op een boogscheut van Sint-Maria-Horebeke. Deze circa 850 meter lange kasseistrook heeft op verkeerskundig gebied geen grote betekenis. Het openbaar domein heeft er een breedte van 4 à 6 meter breedte.
De Jagerij is nog een prototype van hoe een wegverharding er vroeger uitzag, en is nog als een van de allerlaatste voorbeelden aanwezig. De wegverharding bestaat uit porfierkasseien (19x13). Ter hoogte van het kruispunt met de Zoetebeekstraat en Horebekeweg werd een verkeersdrempel aangelegd met betonstraatstenen. Plaatselijk werd hier en daar de weg opgelapt met asfalt.
Bron: Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO002267, Jagerij: kasseiweg met bermen, vervat in openbaar domein Auteurs: Van der Linden, Geert Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)