Gelegen langs de Vlamertingseweg, ter hoogte van het gehucht Ouderdom, op ongeveer 1.500 meter ten noordoosten van de dorpskom. De begraafplaats is te bereiken via een graspad naast huisnummer 29.
Reningelst zou tot het einde van de oorlog in geallieerde handen blijven. Het dorp lag voldoende ver van het front om dienst te kunnen doen als standplaats voor 'field ambulances'. Het kerkhof en zijn ‘Extension’ werden gebruikt van maart tot november 1915. Vanaf november 1915 werd het 'New Military Cemetery' geopend, net naast de medische hulpposten in de jongensschool. In april 1918 (Duits Lente-Offensief) werd een nieuwe begraafplaats aangelegd door 'field ambulances' en gevechtseenheden bij het gehucht Ouderdom. Dit gehucht was al van in het voorjaar van 1915 een belangrijk centrum voor de Britten: als rustplaats voor troepen, als hoofdkwartier voor brigades en divisies, als standplaats van 'field ambulances', en vanaf 1916 als wissel- en rangeerstation op het nieuwe spoorwegennet. De plaatselijke brouwerij werd omgetoverd tot badhuis. Het brouwhuis werd uiteindelijk grotendeels vernield op de brouwerswoning na (Vlamertingseweg 29). Net daarnaast vinden we het pad naar de Britse begraafplaats.
De begraafplaats kreeg eerst de naam 'Ouderdom Military Cemetery'. Later werd het gewijzigd in ‘Grootebeek British Cemetery’ naar de Grotebeek of Grote Kemmelbeek die er naast stroomt. De begraafplaats werd tijdens verschillende periodes gebruikt tot eind september 1918. De graven van drie Franse militairen die in april 1918 stierven, werden later naar een andere begraafplaats overgebracht. Deze Britse begraafplaats slorpte ook een kleine Indische begraafplaats op met doden uit april 1915 (Tweede Slag bij Ieper). Vanuit haar kampen te Ouderdom werd de 13de Infanteriebrigade op 23 april 1915 ijlings opgeroepen om samen met de 1ste Canadese Divisie de bres in de geallieerde linie te dichten, die na de gasaanval van 22 april 1915 geslagen was. De volgende morgen trok ook de Indische Lahore Divisie via deze plek op naar hetzelfde front. Nu liggen hier zeven Punjabis, Sikhs, Baluchis... begraven, die vermoedelijk aan gas stierven.
Het 'special memorial' voor soldaat J. Lynn herinnert eveneens aan de Tweede Slag bij Ieper. Nabij ‘Shell Trap Farm’ hield Lynn van het ‘2nd Batallion Lancashire Fusiliers’ in zijn eentje en zwaar gewond, met een machinegeweer een Duitse infanterieaanval op. Hij overleed de volgende dag, op 2 mei, aan de gevolgen van de chloorgasintoxicatie en werd postuum onderscheiden met het Victoria Cross, de hoogste Britse militaire onderscheiding voor moed. Hij werd begraven op het kerkhof van Vlamertinge maar zijn graf daar werd vernield door later oorlogsgeweld.
Er liggen op Grootebeek British Cemetery 109 doden uit de Eerste Wereldoorlog, waarvan er twee herdacht worden met een 'special memorial' omdat hun graven vernietigd werden: één voor een graf dat hier op deze begraafplaats vernield werd, en één voor een graf dat op het kerkhof van Vlamertinge verloren ging (J. Lynn). Het gaat volgens het huidige register om 100 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan 2 ongeïdentificeerd), 7 Indiërs, 1 Nieuw-Zeelander en 1 Zuid-Afrikaan. Er liggen eveneens nog twee Britse doden uit de Tweede Wereldoorlog. Zij stierven tijdens de terugtrekking van de British Expeditionary Force in 1940.
Grootebeek British Cemetery werd ontworpen door W.H. Cowlishaw.
Begraafplaats met onregelmatig grondplan en een oppervlakte van 1.694m². Het terrein is golvend, met het perk met de Indische graven op een lager gedeelte. De begraafplaats wordt omgeven door een kronkelende beek. Toegang via een graspad en een laag brugje over de beek uit ruwe natuursteen. In dit brugje zijn de landplaten, het registerkastje en het opschrift ‘Grootebeek British Cemetery 1914-1918’ verwerkt. In het verlengde van het brugje staat een zitbank uit witte natuursteen. De metalen informatieplaat ligt op een lage, schuine tafel vóór het brugje. De rijen graven zijn vrij onregelmatig aangelegd en zijn georiënteerd naar het 'Cross of Sacrifice' (type A1). Links en rechts van dit offerkruis staat een 'special memorial'. Het geheel wordt getooid met bloemperken en struiken, waterplanten in de beek, wilgen, berken en hazelaars rondom de begraafplaats.
Bron: Beschermingsdossier: DW002416
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2009: Grootebeek British Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125627 (geraadpleegd op ).
Toponiem: Ouderdom.
Gelegen langs de Vlamertingseweg, ter hoogte van het gehucht Ouderdom, op circa 1500m ten noordoosten van de dorpskom, in een landelijke en licht glooiende omgeving. De begraafplaats is te bereiken via een graspad naast huisnummer 29. In het aanpalende perceel links vóór de feitelijke toegang is een tuinperk aangelegd.
Reningelst zou tot het einde van de oorlog in geallieerde handen blijven. Het dorp lag voldoende ver van het front om dienst te kunnen doen als standplaats voor 'field ambulances'. Het kerkhof en zijn ‘Extension’ werden gebruikt van maart tot november 1915. Vanaf november 1915 werd het 'New Military Cemetery' geopend, net naast de medische hulpposten in de jongensschool.
In april 1918 (Duits Lente-Offensief) werd een nieuwe begraafplaats aangelegd door 'field ambulances' en gevechtseenheden bij het gehucht Ouderdom. Dit gehucht was al van in het voorjaar van 1915 een belangrijk centrum voor de Britten: als rustplaats voor troepen, als hoofdkwartier voor brigades en divisies, als standplaats van 'field ambulances', en vanaf 1916 als wissel- en rangeerstation op het nieuwe spoorwegennet. De plaatselijke brouwerij werd omgetoverd tot badhuis. Het brouwhuis werd uiteindelijk goeddeels vernield op de brouwerswoning na (Vlamertingseweg 29). Net daarnaast vinden we het pad naar de Britse begraafplaats.
De begraafplaats kreeg eerst de naam 'Ouderdom Military Cemetery'. Later werd het gewijzigd in ‘Grootebeek British Cemetery’ naar de Grotebeek of Grote Kemmelbeek die er naast stroomt.
De begraafplaats werd gedurende verscheidene periodes gebruikt tot eind september 1918. De graven van 3 Franse militairen die in april 1918 stierven, werden later naar een andere begraafplaats overgebracht. Deze Britse begraafplaats slorpte ook een kleine Indische begraafplaats op van april 1915 (Tweede Slag bij Ieper). Vanuit haar kampen te Ouderdom werd de 13de Infanteriebrigade op 23 april 1915 ijlings opgeroepen om samen met de 1ste Canadese Divisie de bres in de geallieerde linie te dichten, die na de gasaanval van 22 april 1915 geslagen was. De volgende morgen trok ook de Indische Lahore Divisie via deze plek op naar hetzelfde front. Nu liggen hier 7 Punjabis, Sikhs, Baluchis... begraven, die vermoedelijk aan gas stierven.
Het 'special memorial' voor soldaat J. Lynn herinnert eveneens aan de Tweede Slag bij Ieper. Nabij ‘Shell Trap Farm’ hield Lynn van het ‘2nd Batallion Lancashire Fusiliers’ in zijn eentje en zwaar gewond, met een machinegeweer een Duitse infanterieaanval op. Hij overleed de volgende dag, op 2 mei, aan de gevolgen van de chloorgasintoxicatie en werd postuum onderscheiden met het Victoria Cross, de hoogste Britse militaire onderscheiding voor moed. Hij werd begraven op het kerkhof van Vlamertinge maar zijn graf daar werd vernield door later oorlogsgeweld.
Er liggen op Grootebeek British Cemetery 109 doden uit de Eerste Wereldoorlog, waarvan er 2 herdacht worden met een 'special memorial' omdat hun graven vernietigd werden: één voor een graf dat hier op deze begraafplaats vernield werd, en één voor een graf dat op het kerkhof van Vlamertinge verloren ging (J. Lynn). Het gaat volgens het huidige register om 100 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan 2 ongeïdentificeerd), 7 Indiërs, 1 Nieuw-Zeelander en 1 Zuid-Afrikaan. Er liggen eveneens nog 2 Britse doden uit de Tweede Wereldoorlog. Zij stierven tijdens de terugtrekking van de British Expeditionary Force in 1940.
Grootebeek British Cemetery werd ontworpen door W.H. Cowlishaw.
Alternatieve naam: Ouderdom Military Cemetery
Begraafplaats met onregelmatig grondplan en een oppervlakte van circa 1694m². Het terrein is golvend, met het perk met de Indische graven op een lager gedeelte. De begraafplaats wordt omgeven door een kronkelende beek.
Toegang via een graspad en een laag brugje over de beek uit ruwe natuursteen. In dit brugje zijn de landplaten, het registerkastje en het opschrift ‘Grootebeek British Cemetery 1914-1918’ verwerkt. In het verlengde van het brugje staat een zitbank uit witte natuursteen. De metalen informatieplaat ligt op een lage, schuine tafel vóór het brugje.
De rijen graven zijn vrij onregelmatig aangelegd en zijn georiënteerd naar het 'Cross of Sacrifice' (type A1). Links en rechts van dit offerkruis staat een 'special memorial'. Het geheel wordt getooid met bloemperken en struiken, waterplanten in de beek, wilgen, berken en hazelaars rondom de begraafplaats.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Grootebeek British Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195916 (geraadpleegd op ).