Art-decowoning uit 1930 naar ontwerp van Marin Braeckman bestaande uit drie ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder een gecombineerd dak (mansarde + zadeldak). De villa kenmerkt zich door een speels gebruik van in- en uitspringende volumes (erkers, balkons), verlevendigd met gepleisterde banden, hardstenen plint en een combinatie van rechte ramen en ramen met getrapte bogen. Elke travee heeft een andere vorm van dakkapel en al dan niet een balkon. Het glas in lood bleef bewaard.

In de tuin staat een garage in identieke stijl van het huis. De achtergevel heeft een eveneens gediversifieerde vormgeving met in- en uitsprongen en verschillende dakafwerkingen.

De binnenafwerking met stucwerk, schilderwerken, binnenschrijnwerk, vloeren en parketten, trap, schouwmantels, indirecte verlichting, badkamer, wandmeubel in de gang, bleven grotendeels bewaard.