Britse militaire begraafplaats, langs de Baljuwstraat, net buiten de dorpskom, ten westen van de kerk van Reningelst. De toegang van de begraafplaats ligt tussen huisnummers 29 en 31.
Historische beschrijving
Reningelst zou tijdens de oorlog in geallieerde handen blijven. Het dorp werd uitgebouwd tot een belangrijk Brits centrum achter het front. De herbergiers deden gouden zaken. Ook het leger zelf zorgde voor extra vertier. De 41ste divisie had hier bijna een jaar lang haar rustkampen en hoofdkwartier, en zij maakte van het dorp een soort klein-Londen, met restaurants, bioscoop, theater- en sportzaal enz. King George, Koning Albert en Koningin Elisabeth kwamen er op bezoek. Maar bleef Reningelst niet gespaard van het vijandelijk vuur. Vanaf het voorjaar van 1917 waren er bijna dagelijks beschietingen, vooral gericht op de nieuwe, grote spoorweg die aangelegd werd dwars door het centrum, in de weide net naast de kleine begraafplaats aan de kerk. Het dorp lag voldoende ver van het front om dienst te kunnen doen als standplaats voor 'field ambulances'. Het kerkhof en zijn ‘Extension’ werden gebruikt van maart tot november 1915. Toen werd het 'New Military Cemetery' geopend, net naast de medische hulpposten in de jongensschool. De begraafplaats werd geleidelijk aan naar het zuidwesten uitgebreid. Na de oorlog werd ze heraangelegd door R. Blomfield (hoofdarchitect) en N.A. Rew (uitvoerend architect).
Volgens het huidige register liggen er in totaal 800 doden uit de Eerste Wereldoorlog: 461 doden van het Verenigd Koninkrijk (waartoe ook de 7 Chinezen gerekend worden die helemaal achteraan links liggen), 104 Australiërs, 230 Canadezen, 2 Nieuw-Zeelanders, 1 Zuid-Afrikaan en 2 Duitsers. Vijf doden uit het Verenigd Koninkrijk en één Canadees konden niet meer geïdentificeerd worden. Er lagen oorspronkelijk ook 51 Franse militairen begraven : zij werden na de oorlog ontgraven. Van de 800 militairen diende ruim een derde (275) in artillerie-eenheden, wat wijst op de enorme aanwezigheid van zwaar geschut in deze regio. Sommigen van hen werden ergens anders gedood en werden naar hier overgebracht. 230 graven zijn van Canadezen. Velen hiervan behoorden tot de 3de Canadese Divisie, die hier ingekwartierd was in het voorjaar van 1916. Een groot deel sneuvelde in juni 1916 tijdens de gevechten om Mount Sorrel (Zillebeke). Er liggen drie militairen die wegens ‘lafheid’ geëxecuteerd werden.
Kenmerken
Begraafplaats met een rechthoekig, langwerpig grondplan en een oppervlakte van 3.845m2. Het terrein is nagenoeg vlak en wordt omgeven door een bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. Via een graspad wordt de toegang in de noordelijke hoek van de begraafplaats bereikt, die overschaduwd wordt door het ‘Cross of Sacrifice’ (type A). Bij de toegang zijn het opschrift ‘Reninghelst New Military Cemetery 1915-1919’ terug te vinden, evenals het registerkastje en de metalen informatieplaat. Centraal tegen de noordoostelijke muur, op een geplaveid terras, staat de ‘Stone of Remembrance’, geflankeerd door twee coniferen. Bij de oostelijke hoek zijn de landplaten en het dienstgebouwtje terug te vinden. Vanaf de ‘Stone of Remembrance’ vertrekt een laan naar het schuilgebouwtje, centraal tegen de zuidwestelijke muur. Het is een bakstenen gebouwtje, met zadeldak, gebroken fronton, rondbogige doorgang en een zitbank uit witte natuursteen onder een bepleisterd tongewelf. De graven liggen verspreid over vijf perken. Het geheel wordt getooid met bloemperken, struiken en Zweedse lijsterbessen.
- Informatie van de Commonwealth War Graves Commission (oude en nieuwe registers, informatieborden, website).
- CHIELENS P. s.d.: De POP.Route. Fietsen achter het front, Poperinge, IPS.
- CHIELENS P. & PUTKOWSKI J. 2000: Unquiet graves. Execution sites of the First World War in Flanders, London.
- SCOTT M. 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.