Voormalige hoeve van de priorij van Scholierendal, sinds 1671 nabij de Tiensepoort gevestigd, nadat het vroegere klooster (1236) was onteigend voor de bouw van de citadel ten zuidoosten van de stad.
Van dit grote complex dat zich tegen de Schipstraat uitstrekte resten momenteel drie vleugels van de sterk verbouwde hoeve, waarvan enkel het poortgebouw uit de 18de eeuw gaaf bleef bewaard.
Bakstenen volume met twee bouwlagen onder mansardedak met kleine dakkapel. Zijpuntgevels met vlechtingen en schouderstuk. Blauwe hardstenen korfboogpoort, waarboven een breed rondboogvenster. Voorheen wit gekalkt.
Bron: Beschermingsdossier DB000049
Auteurs: Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Paesmans G. 1994: Poortgebouw van de Scholierenhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128952 (geraadpleegd op ).
Het poortgebouw en enkele stallen zijn de enige overblijfselen van de Scholierenhoeve. Deze kloosterhoeve maakte deel uit van het klooster van de dalscholieren, dat zich aangrenzend in de Schipstraat bevond. Hoewel er geen absolute consensus bereikt kan worden over het feit of de kloosterhoeve tegelijkertijd met het klooster gebouwd werd, kan aangenomen worden dat het poortgebouw dateert uit de 18de eeuw.
De toegang tot het erf wordt verschaft door een grote, brede, geknikte rondboogpoort aan beide zijden. Het bakstenen poortgebouw met natuurstenen plint heeft een opmerkelijke plaatsing ten opzichte van het erf. Deze toegang is niet centraal geplaatst, iets wat bij vele andere hoeven uit die periode wel het geval is. Ook het dak is enigszins opmerkelijk. Het begint als een zadeldak bedekt met pannen, maar gaat hogerop over in een schilddak met leien bedekking. Centraal is er langs beide zijden een houten dakkapel terug te vinden. Het dak wordt bekroond met op beide hoeken een spitse pinakel.
De straatgevel, waarvan nu de ruwe baksteen zichtbaar is, was oorspronkelijk witgekalkt. Het rondboogvenster boven de poort is langs de binnenzijde dichtgemaakt en voorzien van een Maria-afbeelding. De erfgevel is sterk gelijkend aan de straatgevel. Enkel het venster is niet dichtgemaakt en iets kleiner dan aan de andere zijde. De doorgang heeft een kruisbooggewelf. In de zijmuren zijn overblijfselen van vensteropeningen te bemerken. In de oostelijke muur zit een rechthoekige uitsparing met daarvoor twee metalen staven verankerd in de witte natuurstenen latei. Waarschijnlijk gaat het hier om het vroegere portiersraam.
De eerste verdieping van het poortgebouw – waar nog oorspronkelijke bepleistering is terug te vinden – werd volledig ingericht als duiventil. Zo zijn er in de muur hokjes gemetst. Ook de grijsblauwe kasseistenen vloer staat in functie van de duiven, deze biedt immers de beste weerstand tegen duivenmest.
Doorheen de jaren zijn er slechts minimale veranderingen doorgevoerd aan het poortgebouw. De kalk op de muren is verdwenen en het dak kreeg een nieuwe bedekking. Het feit dat slechts weinig herstellingen gebeurd zijn, heeft er mede toe geleid dat het poortgebouw kampt met ernstige stabiliteitsproblemen. De straatgevel helt achteruit en de randen van het gewelf vertonen barsten. De erfgevel vertoont een grote diagonale scheur die duidt op een verzakking.
Bron: Ongepubliceerde nota's Femke Herbots.
Auteurs: Herbots, Femke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Herbots F. 1993: Poortgebouw van de Scholierenhoeve [online], https://id.erfgoed.net/teksten/128734 (geraadpleegd op ).