Britse militaire begraafplaats met doden uit de Eerste Wereldoorlog, langs de Vierstraat gelegen, op 2,5 kilometer ten noordoosten van de kerk van Kemmel.

In het voorjaar van 1918 werd tijdens het Duitse Lente-Offensief heel zwaar gevochten om Kemmel en de omgeving van Vierstraat, waarbij zowel Franse als Britse troepen betrokken waren. Tussen 26 april en het einde van augustus 1918 was het dorp in Duitse handen.

De oorsprong van de begraafplaats Kemmel No.1 French Cemetery is niet gekend. De begraafplaats werd kort na de oorlog ontdekt door de Franse dienst voor oorlogsgraven. Achteraan lagen Duitse graven, langs de straatkant lagen Britse en Franse graven. De Franse graven werden verwijderd, de stoffelijke overschotten werden gerepatrieerd of overgebracht naar de ‘ossuaire’ aan de voet van de Kemmelberg en naar de Franse militaire begraafplaats St-Charles de Potyze in Ieper. Er werden eveneens andere Britse graven naar hier overgebracht vanuit enkele kleinere begraafplaatsen en geïsoleerde graven uit de omliggende slagvelden. Er werden ook nog Duitse stoffelijke resten toegevoegd, die gevonden waren door de Belgische dienst voor oorlogsgraven.

Volgens het huidige register liggen er 278 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan 247 ongeïdentificeerd), 12 Australiërs (waarvan 9 ongeïdentificeerd), 3 Canadezen (waarvan 2 ongeïdentificeerd), 3 Nieuw-Zeelanders (waarvan 2 ongeïdentificeerd) en 94 Duitsers (waarvan 89 ongeïdentificeerd). In het totaal zijn dat 390 doden, waarvan er nauwelijks 41 geïdentificeerd konden worden. 

De volgende begraafplaatsen werden naar hier overgebracht :

* BECELAERE CHURCHYARD (Beselare): bevatte 2 Britse graven van militairen gestorven in oktober 1914

* BEERST GERMAN CEMETERY (Beerst): bevatte het graf van een officier van de Royal Air Force, omgekomen in september 1918.

De begraafplaats is ontworpen door E. Lutyens (hoofdarchitect) en W.H. Cowlishaw (uitvoerend architect).  

De begraafplaats ligt op een heuvelrug en is vooral aan de kant van de Vierstraat hoger gelegen dan de straatzijde. Ze kan betreden worden via een lange trap, langs beide kanten geflankeerd door een bakstenen muur, waarin o.m. het registerkastje zit. Tegen de helling naast de toegangspartij zijn lage struikjes aangeplant. De begraafplaats heeft een oppervlakte van ongeveer 3825m² en wordt omgeven door een lage bakstenen muur, trapsgewijs het licht hellend terrein van de begraafplaats volgend.

De begraafplaats is aangelegd in twee niveaus. Vooraan, op het eerste terras, staat het ‘Cross of Sacrifice’ (type A1), evenals stenen zitbanken en een metalen informatieplaat. Op de eigenlijke begraafplaats, tegen de noordwestelijke zijde, staat een bakstenen gebouw afgewerkt met witte natuursteen, met een dak opgebouwd uit trapsgewijs geplaatste witte natuurstenen blokken. In dit gebouw zijn de landplaten en zitbanken ondergebracht. De begraafplaats wordt getooid met bloemperken en struiken.