is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie Sint-Jozef en Sint-Franciscus
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Pastorie Sint-Jozef en Sint-Franciscusparochie met bijgebouwen en tuinmuur
Deze bescherming is geldig sinds
is deel van de aanduiding als beschermd stads- of dorpsgezicht, intrinsiek Kerksite Essenbeek met omliggend stratenpatroon
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Pastorie
Deze vaststelling was geldig van tot
Met het Koninklijk Besluit van 18 juli 1874 werd de oprichting van een zelfstandige parochie, opgedragen aan Sint-Jozef en Franciscus, een feit. Als bouwplaats voor de nieuw op te richten kerk en pastorie viel de keuze op een centraal gelegen en nog onbebouwd stuk grond, deel uitmakend van het kasteelhoeve (inmiddels gestopte landbouwactiviteiten).
Een voorlopige kapel werd opgericht en door middel van rondhalingen en openbare inschrijving werden de nodige fondsen verzameld. In eerste instantie werd beslist de pastorie te bouwen, naar ontwerp van Gustave Hansotte.
West-oost georiënteerde pastorie (1876-1877), omsloten door een volledig ommuurde tuin. Drie traveëen breed en twee bouwlagen hoog dubbelhuis, opgetrokken in bak- en natuursteen en afgedekt met een natuurleien zadeldak. De "klassiek" geïnspireerde gevelopstand wordt gekenmerkt door een centrale, licht vooruitspringende, risalietvormige inkomtravee met puntgevelbekroning die wordt geflankeerd door twee zijtraveen met verdiepte muurvlakken, belijnd door plint, hoeklisenen en een kroonlijst met baksteenfries. De toegang wordt geaccentueerd door een spitsboogdeur met negblokomlijsting, een tussendorpel op geprofileerde kraagstenen, en een spitsbogig bovenlicht voorzien van een gelijkvormige druiplijst. Een in de as van de deur geplaatst kloosterkozijn en een in een rondbogige nis ingeschreven spitsboogvenster versterken het verticaliserend effect. De zijtraveeën worden gestructureerd door telkens twee, boven elkaar geplaatste en kruisvensters met enkelvoudige ontlastingsboog.
Met uitzondering van de risalietvormige uitbouw die hier ontbreekt is de achtergevel geheel identiek uitgewerkt. Het rechthoekige volume is afgedekt met een natuurleien zadeldak voorzien van een houten bakgoot op consoles en vijf eiken dakkapellen met driehoekig front versierd met een drielobmotief. De op twee lichtopeningen op de verdieping na blinde zijgevels zijn afgewerkt als aandaken met geprofileerde schouderstukken en deklijst in natuursteen. Ze worden verlevendigd door twee, naar boven toe verjongende, rechthoekige schouwmassieven met sierlijke bekroning in de vorm van overhoeks geplaatste topstukken.
De binnenindeling volgt het traditionele patroon met brede, centrale dwarsgang.
De langs de zuidzijde (Kasteelstraat) vrijwel volledig bewaarde ommuring geeft een idee van de oorspronkelijke omvang van de pastorietuin. Het gaat om een circa 2,5 meter hoge, bovenaan afgeschuinde bakstenen muur (Boomse baksteen), op regelmatige afstanden met pilasters verstevigd. De voortuin bleef bewaard terwijl het achterliggende gedeelte ongeveer voor de helft werd prijsgegeven voor de aanleg van parking en sportterrein. Opmerkelijk is de typische, mottevormige heuvel beplant met een boommassief.
Bron: Beschermingsdossier DB002129
Auteurs: Paesmans, Greta
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)