Britse militaire begraafplaats uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen langs de Kriekstraat in Kemmel, op ongeveer 2,5 kilometer ten noordoosten van de kerk.

De aanleg van Suffolk Cemetery geschiedde in maart en april 1915 door de ‘2nd Suffolks’. In november 1917 werd nog één begraving verricht, wat het totaal op 19 doden bracht. De ‘38th Labour Group’ gebruikte in oktober 1918 opnieuw de begraafplaats voor de bijzetting van 28 militairen die gestorven waren tijdens het Duitse Lente-Offensief (april 1918) en die met uitzondering van twee, allen behoorden tot de ‘1st/4th York & Lancasters’ en ‘1st/5th York & Lancasters’, beiden behorend tot de ‘148th Brigade, 49th (West Riding) Division’. Op de begraafplaats liggen er nu 47 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven, waarvan er acht niet geïdentificeerd konden worden. Er ligt één militair, die terechtgesteld werd. 

De begraafplaats kreeg aanvankelijk de naam 'Cheapside Cemetery' naar de Britse benaming van de weg die er ten zuidwesten van lag (de huidige Kriekstraat). Later werd ze genoemd naar de ‘2nd Suffolks’.

Het ontwerp van de begraafplaats is het werk van J.R. Truelove.

Suffolk Cemetery is een rechthoekige begraafplaats, met een effen terrein en een oppervlakte van ongeveer 385m². Ze wordt omgeven door een bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. De begraafplaats kan betreden worden via een veertig meter lang graspad, afgebakend met een haag (beuk). De toegang van dit graspad bestaat uit twee bakstenen muurtjes en een smeedijzeren hek. Hier zijn de landplaten en het opschrift ‘Suffolk Cemetery 1915-1918’ terug te vinden. Het ‘Cross of Sacrifice’ (type A1) staat vooraan op de begraafplaats. De begraafplaats wordt getooid met bloemperken, struiken en een lijsterbes.