Britse militaire begraafplaats uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen langs de Godschalckstraat op ongeveer 600 meter ten zuidoosten van de kerk van Loker. Vlakbij ligt het graf van majoor Redmond. Op ongeveer 280 meter naar het noordwesten op ligt het 'Huize Godtschalck', waar een Ierse gedenkmuur werd opgericht.
Het dorp Loker bleef bijna de ganse oorlog in geallieerde handen, behalve in het voorjaar van 1918. Tot dan waren medische posten gestationeerd in het Sint-Antoniusklooster en de bijhorende instelling.
Op 25 april 1918 werd het dorp veroverd door Duitse eenheden. De volgende dag werd het heroverd door de Fransen, de 29ste werd het opnieuw heroverd door Duitsers, de 30ste april opnieuw door de Fransen. De omgeving van het klooster was het toneel van zware gevechten op 20 mei 1918, maar werd pas tijdens de eerste week van juli definitief veroverd op de Duitse vijand.
Locre Hospice Cemetery werd gebruikt tussen juni 1917 (na de Mijnenslag) en april 1918 (tot het Duits Lente-Offensief) door de medische posten en gevechtseenheden. Na de wapenstilstand werden nog eens vier graven overgebracht, die in de tuin van het klooster begraven lagen.
Volgens het huidige register liggen er 246 militairen uit de Eerste Wereldoorlog begraven, waarvan er twaalf niet geïdentificeerd konden worden. Het gaat om 240 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan elf onbekend), één geïdentificeerde en één niet-geïdentificeerde Australiër, één Canadees, één Nieuw-Zeelander en twee Duitsers. Er liggen eveneens veertien doden uit het Verenigd Koninkrijk die in mei – juni 1940 omgekomen zijn en hier begraven werden. Er zijn tien ‘special memorials’ opgericht voor mannen, wiens graf vernield raakte door artillerievuur. Op de begraafplaats liggen twee militairen die terechtgesteld werden.
De begraafplaats is ontworpen door W.H. Cowlishaw.
Locre Hospice Cemetery is een langwerpige, rechthoekige begraafplaats met een oppervlakte van ongeveer 850m². De begraafplaats wordt bereikt via een 50m lang graspad en is omgeven door een donkergroengrijze natuurstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. Het terrein is genivelleerd en aangelegd in verschillende niveaus. De toegang wordt gevormd met een tweeledig smeedijzeren hek, geflankeerd door twee grote bloembakken in de voormuur. Via trapjes, links en rechts van een zitbank, kan de eigenlijke begraafplaats betreden worden, die hoger ligt dan de toegang. In deze zitbank zijn de teksten van de landplaat gegrift. De metalen informatieplaat en het registerkastje bevinden zich eveneens nabij de toegang. Achteraan op de begraafplaats staat het ‘Cross of Sacrifice’ (type A1) op een verhoogd terras. Erachter staan de negen ‘special memorials’ tegen een gebogen muur. In perk I, rij C staat eveneens een ‘special memorial’. De begraafplaats wordt getooid met bloemperken, struiken en berken.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002411, Britse militaire begraafplaatsen te Heuvelland (DECOODT H., 2009)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2008: Locre Hospice Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125708 (geraadpleegd op ).
'Locre Hospice Cemetery' is gelegen langs de Godschalckstraat, op circa 600m ten zuidoosten van de kerk van Loker. Op circa 30m naar het westen ligt het graf voor Majoor Redmond. Circa 280m ten noordwesten, op het adres van Godschalckstraat nr. 3, ligt het huidige 'Huize Godtschalck', waar een Ierse gedenkmuur opgericht werd, met bijhorend infobord.
Het dorp Loker bleef bijna de ganse oorlog in geallieerde handen, behalve in het voorjaar van 1918. Tot dan waren medische posten gestationeerd in het St.-Antoniusklooster en de bijhorende instelling.
Op 25 april 1918 werd het dorp veroverd door de Duitsers. De volgende dag werd het heroverd door de Fransen, de 29ste werd het opnieuw heroverd door de Duitsers, de 30ste april opnieuw door de Fransen. De omgeving van het klooster was het toneel van zware gevechten op 20 mei 1918, maar werd pas tijdens de eerste week van juli definitief veroverd op de Duitsers.
'Locre Hospice Cemetery' werd gebruikt tussen juni 1917 (na de Mijnenslag) en april 1918 (tot het Duits Lente-Offensief) door de medische posten en gevechtseenheden. Na de wapenstilstand werden nog eens 4 graven overgebracht, die in de tuin van het klooster begraven lagen.
Op deze begraafplaats liggen 2 militairen, die terechtgesteld werden. Pte. Denis Jetson Blakemore van de '8th North Staffordshires' (57th Brigade, 19th (Western) Division) deserteerde in de omgeving van Wijtschate aan de vooravond van de Mijnenslag. Dit was reeds zijn 2de poging. Hij werd op 9 juli 1917 terechtgesteld op de Kemmelberg. Pte. William Jones, '9th Royal Welsh Fusiliers' (58th Brigade, 19th Division) slaagde er tijdens een ontsnappingspoging in om Engeland te bereiken. Hij verdween op 5 juni 1917 en gaf zich uiteindelijk in Bristol over op 4 september. Hij werd op 25 oktober 1917 op de Kemmelberg geëxecuteerd.
'Locre Hospice Cemetery' is een langwerpige, rechthoekige begraafplaats met een gebogen achtermuur en een oppervlakte van ca. 850m², ontworpen door W.H. Cowlishaw. De begraafplaats wordt bereikt via een 50m lang graspad en is omgeven door een donkergroengrijze natuurstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. Het terrein is genivelleerd en aangelegd in verschillende niveaus.
De toegang wordt gevormd met een tweeledig smeedijzeren hekken, geflankeerd door 2 grote bloembakken die in de voormuur zijn ingewerkt. Via trapjes, links en rechts van een zitbank, kan de eigenlijke begraafplaats betreden worden, die hoger ligt dan de toegang. In de zitbank zijn de teksten van de drietalige landplaat gegrift. De CWGC-infoplaat en het registerkastje bevinden zich eveneens nabij de toegang. Achteraan op de begraafplaats staat de 'Cross of Sacrifice', die van het kleinste type is (A1). Erachter staan 9 'special memorials' in een halve cirkel (de achtermuur volgend) ter herdenking van 9 militairen, wiens graf door het artillerievuur vernield werd. In perk I, rij C staat eveneens een 'special memorial'.
De graven liggen verspreid over 3 perken. Volgens het huidige register liggen er 246 militairen uit de Eerste Wereldoorlog begraven, waarvan er 12 niet geïdentificeerd konden worden. Het gaat om 240 doden uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan 11 onbekend), 1 bekende en 1 onbekende Australiër, 1 Canadees, 1 Nieuw-Zeelander en 2 Duitsers. Er liggen eveneens 14 doden uit het Verenigd Koninkrijk die in mei 1940 omgekomen zijn en hier begraven werden.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Locre Hospice Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195567 (geraadpleegd op ).