Britse militaire begraafplaats met doden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen langs de Dikkebusstraat op 150 meter ten zuiden van het 'Lokerhof', op 1200 meter ten zuiden van Loker, op 750 meter ten noorden van Dranouter.
Het dorp Loker bleef bijna de ganse oorlog in geallieerde handen, behalve in het voorjaar van 1918. Tot dan waren medische posten gestationeerd in het Sint-Antoniusklooster en de bijhorende instelling. Op 25 april 1918 werd het dorp veroverd door de Duitsers. De volgende dag werd het heroverd door de Fransen, de 29ste werd het opnieuw heroverd door de Duitsers, de 30ste april opnieuw door de Fransen. De omgeving van het klooster was het toneel van zware gevechten op 20 mei 1918, maar werd pas tijdens de eerste week van juli definitief veroverd op de Duitsers. Het Lokerhof zou pas in augustus 1918 ingenomen worden.
Locre No. 10 Cemetery is één van de begraafplaatsen die door Franse eenheden werden aangelegd in het voorjaar van 1918. De graven van 248 Franse militairen werden na de oorlog verwijderd. De Britse en Duitse graven werden hier geconcentreerd na de wapenstilstand. Het gaat om graven uit de slagvelden in de omgeving van Loker. De Britse doden behoorden vooral tot de ‘2nd London Scottish’, de ‘2nd Queen’s Westminsters’ en de ‘2nd South Lancashire Regiment’, allen behorende tot de 89ste brigade, 30ste divisie. Het merendeel is omgekomen tijdens de ontzettingsgevechten in de omgeving in augustus 1918.
Er liggen nu 58 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven, waarvan er 14 niet geïdentificeerd konden worden. Drie militairen uit het Verenigd Koninkrijk kregen een 'special memorial', omdat aangenomen wordt dat ze zich onder de ongeïdentificeerde doden bevinden. Er liggen nog eens 75 Duitsers begraven, waarvan er slechts drie geïdentificeerd konden worden.
Locre No 10 Cemetery werd ontworpen door W.H. Cowlishaw.
De begraafplaats heeft een L-vormig grondplan, met een oppervlakte van ca. 730m², omgeven door een lage donkergrijsgroene natuurstenen muur, afgewerkt met witte natuursteen. Het terrein van de begraafplaats is genivelleerd en ligt hoger dan het straatniveau. Aan straatzijde is de voormuur nauwelijks hoger dan het niveau van de begraafplaats. De witte stenen in de muurtjes links en rechts van het smeedijzeren toegangshekken vermelden ‘Locre No 10 Cemetery MCMXVIII’. Bij de toegang bevinden zich de Nederlandstalige en Engelstalige landplaten, evenals de metalen informatieplaat op een lage, schuine tafel. Vanaf de toegang vertrekt een geplaveid pad naar het ‘Cross of Sacrifice’ (type A1) ertegenover, dat deels ingewerkt is in de omheiningmuur. De Franse versie van de landplaat is ingewerkt in de muur onder het kruis. In de rechterhoek is een laag dienstgebouw in de omheiningsmuur ingewerkt. Het geheel wordt getooid met struiken, bloemperken en twee meidoorns.
SCOTT M. 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.
Informatie van de Commonwealth War Graves Commission (oude en nieuwe registers, informatieborden, website).
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002411, Britse militaire begraafplaatsen te Heuvelland (DECOODT H., 2009) Auteurs: Decoodt, Hannelore Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)