Site in het voormalige Croonaertbos, op circa 1500 meter ten noorden van het centrum van Wijtschate, te bereiken via de Voormezelestraat. De site ligt op een hoogte van 40 meter, in landelijk gebied. Ze omvat gerestaureerde loopgraven, mijnschachten en betonnen constructies. In de nabije omgeving bevindt zich het gedenkteken voor Lasnier en de Britse militaire begraafplaats Croonaert Chapel Cemetery.
Bayernwald (Croonaertbos) was gelegen op een hoogte van ongeveer 40 meter, een strategisch belangrijke positie, waarvoor reeds in november 1914 zwaar slag geleverd werd tussen Duitse (Beierse) en Franse troepen. De Duitsers konden het gebied veroveren, waarop kroonprins Rupprecht von Bayern zijn naam verleende aan de plaats, waar de Duitsers de komende jaren een verdedigingssysteem zouden uitbouwen. Wat vandaag de dag zichtbaar gemaakt is op de site (loopgraven en bunkers), maakt slechts 10% uit van wat Bayernwald en het Duitse verdedigingssysteem in 1917 ooit geweest is.
Het perceel akkerland, aan de overkant van de huidige toegangsweg naar de site, maakte in 1914 deel uit van Bayernwald. De Duitsers brachten hier drie oorlogswinters in heel moeilijke omstandigheden door. Door de hoge grondwaterstand werden de loopgraven vooral opgebouwd uit zandzakken. De vele beschietingen maakten er een zompig en chaotisch geheel van. Daarom begonnen de Duitsers in het voorjaar van 1916, op de huidige site Bayernwald met de aanleg van een goed verdedigbare tweede verdedigingslijn, met ingegraven loopgraven en bunkers. De materialen werden met een smalspoorlijn tot op de site aangevoerd. In februari 1917 trokken de Duitsers zich dan bijna volledig op deze nieuwe frontlijn terug. Vandaag de dag is ook nog een verbindingsloopgraaf naar een voorpost bewaard gebleven.
De Duitsers vreesden dat de Britten ondergronds bezig waren hun stellingen te ondermijnen. Vandaar dat ze poogden om metersdiepe luisterschachten uit te graven, waarlangs ze de Britse werkzaamheden beter konden volgen en er desnoods 'gepast' op konden reageren. De luisterschachten kregen de naam Berta met zich mee (zes in het totaal). Berta 4 werd bij toeval door de familie Becquart ontdekt in 1971. Berta 5 werd recent blootgelegd en geïntegreerd in de site.
De Duitsers ondernamen evenzeer tientallen raids op de Britse stellingen, om te zien wat die van plan waren. Maar de dieptemijnen, die op 7 juni 1917 tot ontploffing gebracht werden, waren elders geplaatst (zoals de nabijgelegen drie mijnladingen nabij de Hollandse Schuur). Na de Mijnenslag belandde Bayernwald ver achter de Britse linies. In het voorjaar van 1918, tijdens de zogenaamde Slag om de Kemmelberg (Duits Lente-Offensief) heroverden de Duitsers hun stellingen nabij het Croonaertbos. Het bos werd uiteindelijk op 28 september 1918 definitief door eenheden van de Britse 34ste divisie heroverd.
Vanaf 1972 werd de site toeristisch opengesteld door André Becquart, die na de ontdekking van de mijnschacht in 1971 met een graafmachine een netwerk van 'loopgraven' liet aanleggen tussen de mijnschacht en de bunkers. De voorbije jaren voerde ABAF (Association for Battlefield Archaeology in Flanders) archeologisch onderzoek uit op de site en legde de oorspronkelijke loopgraven bloot. De site werd ontsloten met de hulp van de Provincie West-Vlaanderen (Oorlog en Vrede in de Westhoek), het Europees programma voor plattelandsontwikkeling en de Vlaamse Gemeenschap en werd officieel opengesteld op 17 april 2004.
Mijnschacht van oorspronkelijk 25 meter diep, met erboven restanten van een houten schachthuis, Berta 4 geheten. De bestaande constructie is nog 17 meter diep. Er zijn nog restanten van een luchtpijp en van een ijzeren ladder.
Een tweede mijnschacht werd in 2004 ontdekt, tijdens de werkzaamheden voor het openstellen van de site. De mijnschachten worden met loopgraven en verbindingsgangen verbonden met vier Duitse betonnen constructies.
Bron: WOI Relict (1728): 2 mijnschachten Bayernwald (Wijtschate - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2005: Oorlogssite Bayernwald [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391889 (geraadpleegd op ).
Site in het voormalige Croonaertbos, op circa 1500m ten noorden van het centrum van Wijtschate, te bereiken via de Voormezelestraat. De site ligt op een hoogte van 40 meter, in landelijk gebied. Ze omvat gerestaureerde loopgraven, mijnschachten en betonnen constructies. In de nabije omgeving bevindt zich het gedenkteken voor Lasnier en de Britse militaire begraafplaats Croonaert Chapel Cemetery.
Bayernwald (Croonaertbos) was gelegen op een hoogte van ongeveer 40 meter, een strategisch belangrijke positie, waarvoor reeds in november 1914 zwaar slag geleverd werd tussen Duitse (Beierse) en Franse troepen. De Duitsers konden het gebied veroveren, waarop kroonprins Rupprecht von Bayern zijn naam verleende aan de plaats, waar de Duitsers de komende jaren een verdedigingssysteem zouden uitbouwen. Wat vandaag de dag zichtbaar gemaakt is op de site (loopgraven en bunkers), maakt slechts 10% uit van wat Bayernwald en het Duitse verdedigingssysteem in 1917 ooit geweest is.
Het perceel akkerland, aan de overkant van de huidige toegangsweg naar de site, maakte in 1914 deel uit van Bayernwald. De Duitsers brachten hier drie oorlogswinters in heel moeilijke omstandigheden door. Door de hoge grondwaterstand werden de loopgraven vooral opgebouwd uit zandzakken. De vele beschietingen maakten er een zompig en chaotisch geheel van. Daarom begonnen de Duitsers in het voorjaar van 1916, op de huidige site Bayernwald met de aanleg van een goed verdedigbare tweede verdedigingslijn, met ingegraven loopgraven en bunkers. De materialen werden met een smalspoorlijn tot op de site aangevoerd. In februari 1917 trokken de Duitsers zich dan bijna volledig op deze nieuwe frontlijn terug. Vandaag de dag is ook nog een verbindingsloopgraaf naar een voorpost bewaard gebleven.
De Duitsers vreesden dat de Britten ondergronds bezig waren hun stellingen te ondermijnen. Vandaar dat ze poogden om metersdiepe luisterschachten uit te graven, waarlangs ze de Britse werkzaamheden beter konden volgen en er desnoods 'gepast' op konden reageren. De luisterschachten kregen de naam Berta met zich mee (zes in het totaal). Berta 4 werd bij toeval door de familie Becquart ontdekt in 1971. Berta 5 werd recent blootgelegd en geïntegreerd in de site.
De Duitsers ondernamen evenzeer tientallen raids op de Britse stellingen, om te zien wat die van plan waren. Maar de dieptemijnen, die op 7 juni 1917 tot ontploffing gebracht werden, waren elders geplaatst (zoals de nabijgelegen drie mijnladingen nabij de Hollandse Schuur). Na de Mijnenslag belandde Bayernwald ver achter de Britse linies. In het voorjaar van 1918, tijdens de zogenaamde Slag om de Kemmelberg (Duits Lente-Offensief) heroverden de Duitsers hun stellingen nabij het Croonaertbos. Het bos werd uiteindelijk op 28 september 1918 definitief door eenheden van de Britse 34ste divisie heroverd.
Vanaf 1972 werd de site toeristisch opengesteld door André Becquart, die na de ontdekking van de mijnschacht in 1971 met een graafmachine een netwerk van 'loopgraven' liet aanleggen tussen de mijnschacht en de bunkers. De voorbije jaren voerde ABAF (Association for Battlefield Archaeology in Flanders) archeologisch onderzoek uit op de site en legde de oorspronkelijke loopgraven bloot. De site werd ontsloten met de hulp van de Provincie West-Vlaanderen (Oorlog en Vrede in de Westhoek), het Europees programma voor plattelandsontwikkeling en de Vlaamse Gemeenschap en werd officieel opengesteld op 17 april 2004.
Duitse site uit de Eerste Wereldoorlog, met gerestaureerde loopgraven, twee blootgelegde mijnschachten en vier betonnen constructies. Het geheel wordt onder meer geduid via informatiepanelen.
Bron: WOI Relict (1714): Site Bayernwald (Wijtschate - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2005: Oorlogssite Bayernwald [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195761 (geraadpleegd op ).
Site in het voormalige Croonaertbos, op circa 1500 meter ten noorden van het centrum van Wijtschate, te bereiken via de Voormezelestraat. De site ligt op een hoogte van 40 meter, in landelijk gebied. Ze omvat gerestaureerde loopgraven, mijnschachten en betonnen constructies. In de nabije omgeving bevindt zich het gedenkteken voor Lasnier en de Britse militaire begraafplaats Croonaert Chapel Cemetery.
Bayernwald (Croonaertbos) was gelegen op een hoogte van ongeveer 40 meter, een strategisch belangrijke positie, waarvoor reeds in november 1914 zwaar slag geleverd werd tussen Duitse (Beierse) en Franse troepen. De Duitsers konden het gebied veroveren, waarop kroonprins Rupprecht von Bayern zijn naam verleende aan de plaats, waar de Duitsers de komende jaren een verdedigingssysteem zouden uitbouwen. Wat vandaag de dag zichtbaar gemaakt is op de site (loopgraven en bunkers), maakt slechts 10% uit van wat Bayernwald en het Duitse verdedigingssysteem in 1917 ooit geweest is.
Het perceel akkerland, aan de overkant van de huidige toegangsweg naar de site, maakte in 1914 deel uit van Bayernwald. De Duitsers brachten hier drie oorlogswinters in heel moeilijke omstandigheden door. Door de hoge grondwaterstand werden de loopgraven vooral opgebouwd uit zandzakken. De vele beschietingen maakten er een zompig en chaotisch geheel van. Daarom begonnen de Duitsers in het voorjaar van 1916, op de huidige site Bayernwald met de aanleg van een goed verdedigbare tweede verdedigingslijn, met ingegraven loopgraven en bunkers. De materialen werden met een smalspoorlijn tot op de site aangevoerd. In februari 1917 trokken de Duitsers zich dan bijna volledig op deze nieuwe frontlijn terug. Vandaag de dag is ook nog een verbindingsloopgraaf naar een voorpost bewaard gebleven.
De Duitsers vreesden dat de Britten ondergronds bezig waren hun stellingen te ondermijnen. Vandaar dat ze poogden om metersdiepe luisterschachten uit te graven, waarlangs ze de Britse werkzaamheden beter konden volgen en er desnoods 'gepast' op konden reageren. De luisterschachten kregen de naam Berta met zich mee (zes in het totaal). Berta 4 werd bij toeval door de familie Becquart ontdekt in 1971. Berta 5 werd recent blootgelegd en geïntegreerd in de site.
De Duitsers ondernamen evenzeer tientallen raids op de Britse stellingen, om te zien wat die van plan waren. Maar de dieptemijnen, die op 7 juni 1917 tot ontploffing gebracht werden, waren elders geplaatst (zoals de nabijgelegen drie mijnladingen nabij de Hollandse Schuur). Na de Mijnenslag belandde Bayernwald ver achter de Britse linies. In het voorjaar van 1918, tijdens de zogenaamde Slag om de Kemmelberg (Duits Lente-Offensief) heroverden de Duitsers hun stellingen nabij het Croonaertbos. Het bos werd uiteindelijk op 28 september 1918 definitief door eenheden van de Britse 34ste divisie heroverd.
Vanaf 1972 werd de site toeristisch opengesteld door André Becquart, die na de ontdekking van de mijnschacht in 1971 met een graafmachine een netwerk van 'loopgraven' liet aanleggen tussen de mijnschacht en de bunkers. De voorbije jaren voerde ABAF (Association for Battlefield Archaeology in Flanders) archeologisch onderzoek uit op de site en legde de oorspronkelijke loopgraven bloot. De site werd ontsloten met de hulp van de Provincie West-Vlaanderen (Oorlog en Vrede in de Westhoek), het Europees programma voor plattelandsontwikkeling en de Vlaamse Gemeenschap en werd officieel opengesteld op 17 april 2004.
Duitse site uit de Eerste Wereldoorlog, met gerestaureerde loopgraven, twee blootgelegde mijnschachten en vier betonnen constructies. Het geheel wordt onder meer geduid via informatiepanelen.
Gerestaureerde loopgraven van de tweede lijn met verbindingsgangen (naar vooruitgeschoven posten), die vier betonnen constructies met twee toegangen tot mijnschachten verbindt. De huidige loopgraven zijn volledig gereconstrueerd op basis van archeologisch onderzoek. De onderbouw van de loopgraven bestaat uit omgekeerde A-frames met daarop loopplanken. Het water wordt eronder weggevoerd. De wanden zijn opgesteund met stevig verankerd vlechtwerk in wilgentenen.
Vier betonnen constructies, die met elkaar en met mijnschachten verbonden worden via gerestaureerde loopgraven en verbindingsgangen.
De constructies hebben een rechthoekig grondplan van verschillende groottes. Ze zijn opgetrokken met betonblokken van verschillende afmetingen. De constructies zijn gebouwd op een gegoten platform, dat zelf gedragen wordt door een zachtere stabilisatielaag.
Aan de zuidoostelijke zijde, waar de muren veel dunner zijn dan de gesloten noordwestelijke zijde, zijn telkens twee toegangen. Binnenin zijn telkens twee lage ruimtes, die nog eens met mekaar verbonden worden via een deuropening van gemiddeld 120cm hoog en 60cm breed. De binnenmuren zijn gemiddeld 60cm dik. Elke ruimte bevat een opening in het plafond voor ventilatie en/of periscoopgebruik, waarvan de houten bekisting in sommige kokers nog aanwezig is.
Bij de constructies zijn één of meerdere steenlagen verdwenen: vermoedelijk werden de betonstenen na de oorlog gerecupereerd door de teruggekeerde bevolking. Bij één constructie is bijna één derde ingestort.
Mijnschacht van oorspronkelijk 25 meter diep, met erboven restanten van een houten schachthuis, Berta 4 geheten. De bestaande constructie is nog 17 meter diep. Er zijn nog restanten van een luchtpijp en van een ijzeren ladder.
Een tweede mijnschacht werd in 2004 ontdekt, tijdens de werkzaamheden voor het openstellen van de site. De mijnschachten worden met loopgraven en verbindingsgangen verbonden met vier Duitse betonnen constructies.
Bron: BOGAERT N. & DECOODT H. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2005: Oorlogssite Bayernwald [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391887 (geraadpleegd op ).
Site in het voormalige Croonaertbos, op circa 1500m ten noorden van het centrum van Wijtschate, te bereiken via de Voormezelestraat. De site ligt op een hoogte van 40 meter, in landelijk gebied. Ze omvat gerestaureerde loopgraven, mijnschachten en betonnen constructies. In de nabije omgeving bevindt zich het gedenkteken voor Lasnier en de Britse militaire begraafplaats Croonaert Chapel Cemetery.
Bayernwald (Croonaertbos) was gelegen op een hoogte van ongeveer 40 meter, een strategisch belangrijke positie, waarvoor reeds in november 1914 zwaar slag geleverd werd tussen Duitse (Beierse) en Franse troepen. De Duitsers konden het gebied veroveren, waarop kroonprins Rupprecht von Bayern zijn naam verleende aan de plaats, waar de Duitsers de komende jaren een verdedigingssysteem zouden uitbouwen. Wat vandaag de dag zichtbaar gemaakt is op de site (loopgraven en bunkers), maakt slechts 10% uit van wat Bayernwald en het Duitse verdedigingssysteem in 1917 ooit geweest is.
Het perceel akkerland, aan de overkant van de huidige toegangsweg naar de site, maakte in 1914 deel uit van Bayernwald. De Duitsers brachten hier drie oorlogswinters in heel moeilijke omstandigheden door. Door de hoge grondwaterstand werden de loopgraven vooral opgebouwd uit zandzakken. De vele beschietingen maakten er een zompig en chaotisch geheel van. Daarom begonnen de Duitsers in het voorjaar van 1916, op de huidige site Bayernwald met de aanleg van een goed verdedigbare tweede verdedigingslijn, met ingegraven loopgraven en bunkers. De materialen werden met een smalspoorlijn tot op de site aangevoerd. In februari 1917 trokken de Duitsers zich dan bijna volledig op deze nieuwe frontlijn terug. Vandaag de dag is ook nog een verbindingsloopgraaf naar een voorpost bewaard gebleven.
De Duitsers vreesden dat de Britten ondergronds bezig waren hun stellingen te ondermijnen. Vandaar dat ze poogden om metersdiepe luisterschachten uit te graven, waarlangs ze de Britse werkzaamheden beter konden volgen en er desnoods 'gepast' op konden reageren. De luisterschachten kregen de naam Berta met zich mee (zes in het totaal). Berta 4 werd bij toeval door de familie Becquart ontdekt in 1971. Berta 5 werd recent blootgelegd en geïntegreerd in de site.
De Duitsers ondernamen evenzeer tientallen raids op de Britse stellingen, om te zien wat die van plan waren. Maar de dieptemijnen, die op 7 juni 1917 tot ontploffing gebracht werden, waren elders geplaatst (zoals de nabijgelegen drie mijnladingen nabij de Hollandse Schuur). Na de Mijnenslag belandde Bayernwald ver achter de Britse linies. In het voorjaar van 1918, tijdens de zogenaamde Slag om de Kemmelberg (Duits Lente-Offensief) heroverden de Duitsers hun stellingen nabij het Croonaertbos. Het bos werd uiteindelijk op 28 september 1918 definitief door eenheden van de Britse 34ste divisie heroverd.
Vanaf 1972 werd de site toeristisch opengesteld door André Becquart, die na de ontdekking van de mijnschacht in 1971 met een graafmachine een netwerk van 'loopgraven' liet aanleggen tussen de mijnschacht en de bunkers. De voorbije jaren voerde ABAF (Association for Battlefield Archaeology in Flanders) archeologisch onderzoek uit op de site en legde de oorspronkelijke loopgraven bloot. De site werd ontsloten met de hulp van de Provincie West-Vlaanderen (Oorlog en Vrede in de Westhoek), het Europees programma voor plattelandsontwikkeling en de Vlaamse Gemeenschap en werd officieel opengesteld op 17 april 2004.
Vier betonnen constructies, die met elkaar en met mijnschachten verbonden worden via gerestaureerde loopgraven en verbindingsgangen.
De constructies hebben een rechthoekig grondplan van verschillende groottes. Ze zijn opgetrokken met betonblokken met verschillende afmetingen. De constructies zijn gebouwd op een gegoten platform, dat zelf gedragen wordt door een zachtere stabilisatielaag.
Aan de zuidoostelijke zijde, waar de muren veel dunner zijn dan de gesloten noordwestelijke zijde, zitten telkens twee toegangen. Binnenin zijn telkens twee lage ruimtes, die nog eens met mekaar verbonden worden via een deuropening van gemiddeld 120cm hoog en 60cm breed. De binnenmuren zijn gemiddeld 60cm dik. Elke ruimte bevat een opening in het plafond voor ventilatie en/of periscoopgebruik, waarvan de houten bekisting in sommige kokers nog aanwezig is.
Bij de constructies zijn één of meerdere steenlagen verdwenen: vermoedelijk werden de betonstenen na de oorlog gerecupereerd door de teruggekeerde bevolking. Bij één constructie is bijna een derde ingestort.
Bron: WOI Relict (1727): 4 schuilplaatsen Bayernwald (Wijtschate - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2005: Oorlogssite Bayernwald [online], https://id.erfgoed.net/teksten/391888 (geraadpleegd op ).
Site in het voormalige Croonaertbos, op circa 1500m ten noorden van het centrum van Wijtschate, te bereiken via de Voormezelestraat. De site ligt op een hoogte van 40 meter, in landelijk gebied. Ze omvat gerestaureerde loopgraven, mijnschachten en betonnen constructies. In de nabije omgeving bevindt zich het gedenkteken voor Lasnier en de Britse militaire begraafplaats Croonaert Chapel Cemetery.
Bayernwald (Croonaertbos) was gelegen op een hoogte van ongeveer 40 meter, een strategisch belangrijke positie, waarvoor reeds in november 1914 zwaar slag geleverd werd tussen Duitse (Beierse) en Franse troepen. De Duitsers konden het gebied veroveren, waarop kroonprins Rupprecht von Bayern zijn naam verleende aan de plaats, waar de Duitsers de komende jaren een verdedigingssysteem zouden uitbouwen. Wat vandaag de dag zichtbaar gemaakt is op de site (loopgraven en bunkers), maakt slechts 10% uit van wat Bayernwald en het Duitse verdedigingssysteem in 1917 ooit geweest is.
Het perceel akkerland, aan de overkant van de huidige toegangsweg naar de site, maakte in 1914 deel uit van Bayernwald. De Duitsers brachten hier drie oorlogswinters in heel moeilijke omstandigheden door. Door de hoge grondwaterstand werden de loopgraven vooral opgebouwd uit zandzakken. De vele beschietingen maakten er een zompig en chaotisch geheel van. Daarom begonnen de Duitsers in het voorjaar van 1916, op de huidige site Bayernwald met de aanleg van een goed verdedigbare tweede verdedigingslijn, met ingegraven loopgraven en bunkers. De materialen werden met een smalspoorlijn tot op de site aangevoerd. In februari 1917 trokken de Duitsers zich dan bijna volledig op deze nieuwe frontlijn terug. Vandaag de dag is ook nog een verbindingsloopgraaf naar een voorpost bewaard gebleven.
De Duitsers vreesden dat de Britten ondergronds bezig waren hun stellingen te ondermijnen. Vandaar dat ze poogden om metersdiepe luisterschachten uit te graven, waarlangs ze de Britse werkzaamheden beter konden volgen en er desnoods 'gepast' op konden reageren. De luisterschachten kregen de naam Berta met zich mee (zes in het totaal). Berta 4 werd bij toeval door de familie Becquart ontdekt in 1971. Berta 5 werd recent blootgelegd en geïntegreerd in de site.
De Duitsers ondernamen evenzeer tientallen raids op de Britse stellingen, om te zien wat die van plan waren. Maar de dieptemijnen, die op 7 juni 1917 tot ontploffing gebracht werden, waren elders geplaatst (zoals de nabijgelegen drie mijnladingen nabij de Hollandse Schuur). Na de Mijnenslag belandde Bayernwald ver achter de Britse linies. In het voorjaar van 1918, tijdens de zogenaamde Slag om de Kemmelberg (Duits Lente-Offensief) heroverden de Duitsers hun stellingen nabij het Croonaertbos. Het bos werd uiteindelijk op 28 september 1918 definitief door eenheden van de Britse 34ste divisie heroverd.
Vanaf 1972 werd de site toeristisch opengesteld door André Becquart, die na de ontdekking van de mijnschacht in 1971 met een graafmachine een netwerk van 'loopgraven' liet aanleggen tussen de mijnschacht en de bunkers. De voorbije jaren voerde ABAF (Association for Battlefield Archaeology in Flanders) archeologisch onderzoek uit op de site en legde de oorspronkelijke loopgraven bloot. De site werd ontsloten met de hulp van de Provincie West-Vlaanderen (Oorlog en Vrede in de Westhoek), het Europees programma voor plattelandsontwikkeling en de Vlaamse Gemeenschap en werd officieel opengesteld op 17 april 2004.
Gerestaureerde loopgraven van de tweede lijn met verbindingsgangen (naar vooruitgeschoven posten), die vier betonnen constructies met twee toegangen tot mijnschachten verbindt. De huidige loopgraven zijn volledig gereconstrueerd op basis van archeologisch onderzoek. De onderbouw van de loopgraven bestaat uit omgekeerde A-frames met daarop loopplanken. Het water wordt eronder weggevoerd. De wanden zijn opgesteund met stevig verankerd vlechtwerk in wilgentenen.
Bron: WOI Relict (465): Loopgravenstelsel Bayernwald (Wijtschate - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Oorlogssite Bayernwald [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195760 (geraadpleegd op ).
Bayernwald is een Duitse oorlogssite uit de Eerste Wereldoorlog, bestaande uit restanten van een aantal Duitse militaire bouwwerken zowel bovengronds als ondergronds en meerdere loopgraven, samen met 4 hoofdbunkers. Steunend op de Duitse stafkaart zou deze rij bunkers deel uitmaken van de 1. Stellung/1 Linie en gesitueerd kunnen worden in de kleine bochtige ontdubbeling van de 1ste linie (groen ingekleurd) met een kleine verlenging aan de rechterkant.
De bouwwerken zijn onderling verbonden door een aarden hoofdloopgraaf met aan elke uiteinde de aanzet van een verbindingsloopgraaf en schachten. Verspreid over het terrein bevinden zich nog kleinere constructies en andere loopgraven.
Waarschijnlijk hebben de bunkers een defensief karakter. De bunkers bestaan uit geprefabriceerde betonblokken welke door middel van mortel op en naast elkaar gemetst worden en met verticale wapeningsstaven onderling aaneengeweven worden
Bron: Beschermingsdossier: DW002113
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2001: Oorlogssite Bayernwald [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125720 (geraadpleegd op ).