Britse militaire begraafplaats uit de Eerste Wereldoorlog, op 1250 meter ten noordwesten van Wulvergem.

Wulvergem bleef nagenoeg de ganse oorlog in handen van de geallieerden. Het dorp was tijdens de nacht van 29 op 30 april 1916 getuige van een Duitse gasaanval die door de ‘3rd Division’ en ‘24th Division’ werd afgeslagen. Het dorp werd door de Duitsers veroverd op 14 april 1918 (Duits Lente-Offensief) en door de ‘30th Division’ heroverd op 2 september 1918.

De ‘3rd Rifle Brigade’ en de ‘8th Buffs’ startten met de aanleg van de begraafplaats in juli 1916. Ze bleef in gebruik door gevechtseenheden en medische posten tot oktober 1917. Ze werd opnieuw geopend in april en september 1918.

De volgorde van de bijzettingen is moeilijk te volgen. Elke rij bevat twee of drie groepen graven. Meer dan de helft van de doden behoorde tot Ierse regimenten. Op de begraafplaats zijn 301 mannen begraven: 296 uit het Verenigd Koninkrijk (waarvan er vier niet geïdentificeerd konden worden) en vijf Duitsers. Er werden drie 'special memorials' opgericht voor de mannen van het ‘1st/7th Cheshire’ die hier begin september 1918 begraven werden maar wiens graf nadien niet meer kon gelokaliseerd worden.

De begraafplaats is ontworpen door Charles Holden (hoofdarchitect) en W.H. Cowlishaw (uitvoerend architect).

Pond Farm Cemetery is een rechthoekige begraafplaats met een oppervlakte van ca. 2125m2. Het terrein helt lichtjes af. De begraafplaats wordt omgeven door een lage, grijsgroene natuurstenen muur afgedekt met witte natuursteen, die de niveauverschillen van het terrein volgt. De toegang springt van voren uit en wordt afgesloten met een smeedijzeren hek. In de toegangsmuren zijn het registerkastje en de drie landplaten ingewerkt. Een natuurstenen schuilhuisje met een dak opgebouwd uit trapsgewijs geplaatste witte natuurstenen blokken, staat achteraan op de begraafplaats en bevat de metalen informatieplaat en witstenen zitbanken. Het dienstgebouw aan de achterzijde wordt afgesloten met een houten deur. Het ‘Cross of Sacrifice’ (type A) staat rechts op de begraafplaats op een verhoogd perk. Het geheel wordt getooid met bloemperken, struiken en sierappelbomen langs de randen.

Locatie

Gelegen achter hoeve Vrooilandstraat 13, op circa 1250 meter ten noordwesten van Wulvergem. Te bereiken via een lang toegangspad tussen velden en boerderijgebouwen, die de begraafplaats deels omgeven. De omgeving is heuvelachtig.

Historische achtergrond

Wulvergem bleef nagenoeg de ganse oorlog in handen van de geallieerden. Het dorp was tijdens de nacht van 29 op 30 april 1916 getuige van een Duitse gasaanval die door de '3rd Division' en '24th Division' werd afgeslagen. Het dorp werd door de Duitsers veroverd op 14 april 1918 (Duits Lente-Offensief) en door de '30th Division' heroverd op 2 september 1918.

De '3rd Rifle Brigade' en de '8th Buffs' startten met de aanleg van de begraafplaats in juli 1916. Ze bleef in gebruik door gevechtseenheden en medische posten tot oktober 1917. Ze werd opnieuw geopend in april en september 1918.

De volgorde van de bijzettingen is moeilijk te volgen. Elke rij bevat twee of drie groepen graven. Meer dan de helft van de doden behoorde tot Ierse regimenten. De 3 'special memorials' werden opgericht voor de mannen van het '1st/7th Cheshire' die hier begin september 1918 begraven werden maar wiens graf nadien niet meer kon gelokaliseerd worden.

Kenmerken

Wulvergem bleef nagenoeg de ganse oorlog in handen van de geallieerden. Het dorp was tijdens de nacht van 29 op 30 april 1916 getuige van een Duitse gasaanval die door de '3rd Division' en '24th Division' werd afgeslagen. Het dorp werd door de Duitsers veroverd op 14 april 1918 (Duits Lente-Offensief) en door de '30th Division' heroverd op 2 september 1918.

De '3rd Rifle Brigade' en de '8th Buffs' startten met de aanleg van de begraafplaats in juli 1916. Ze bleef in gebruik door gevechtseenheden en medische posten tot oktober 1917. Ze werd opnieuw geopend in april en september 1918.

De volgorde van de bijzettingen is moeilijk te volgen. Elke rij bevat twee of drie groepen graven. Meer dan de helft van de doden behoorde tot Ierse regimenten. De 3 'special memorials' werden opgericht voor de mannen van het '1st/7th Cheshire' die hier begin september 1918 begraven werden maar wiens graf nadien niet meer kon gelokaliseerd worden.