De grafkapel is gesitueerd op het voormalige kerkhof, rechts van de kerk. Het is het enige overgebleven graf dat nog verwijst naar de oude functie van het perceel, de traditie om te begraven rond de kerk en de mogelijkheid tot "altijddurende concessie". De kapel werd uitgevoerd in een elegante neogotische stijl.
De hardstenen grafkapel steunt op een hardstenen, uitspringende sokkel. Langs drie zijden is ze gesloten. Aan de westzijde verschaft een smeedijzeren hek toegang. Het gaat om een hardstenen rechthoekig gebouw onder een zadeldak. De westgevel is een puntgevel en wordt geaccentueerd door middel van de open spitsboog met erboven een vierlob, hogels en een kruis boven op de gevel. De spitsboog is gedeeltelijk gesloten door middel van een smeedijzeren poort met neogotische vormgeving. De zijgevels worden onderverdeeld met drie ezelrugbogen op zuiltjes en uitlopend op kruisbloemen. De centrale boog is opgedeeld in twee spitsbogen met bovenaan opengewerkte drielobben.
Het graf wordt omgeven door een smeedijzeren hekwerk in neogotische stijl.