Teksten van Windmolen Decroos

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201059

Winemolen Decroos ()

De windmolen Decroos, doorgaans het Molentje Decroos genoemd, is een kleine standaardmolen met open voet, die functioneert als korenmolen.

De omgeving van Molen Decroos wordt gekenmerkt door een open landschap van weiland en akkerland, afgelijnd door wilgenrijen. Ten noorden wordt het gebied begrensd door de Slijkvaart.

Geschiedenis

De molen werd in 1905 gebouwd door Kamiel Decroos, een molenaarszoon uit Oostvleteren die in 1903 op de boerderij in de Palinghoek terechtkwam. De molen, met een hoogte van ongeveer 5 meter, werd gebruikt voor het vermalen van tarwe tot meel en het vermalen van gerst en haver tot veevoeder. De kleinschalige productie was bedoeld voor eigen gebruik. Dergelijke kleine ‘hoevemolens’ kwamen in de loop van de 19de en vroege 20ste eeuw vrij courant - veelal als alternatief voor een rosmolen – voor in de Vlaamse kuststreek. Windkracht was gratis, in tegenstelling tot dierlijke kracht. Typologisch ging het meestal om een standaardmolen met open voet. Op het Molentje Decroos na zijn ze intussen allemaal verdwenen. In zeer veel gevallen waren ze reeds voor de Eerste Wereldoorlog, ingeruild voor een mechanisch aangedreven ‘boerenmolentje’.

Het Molentje Decroos bleef in werking tot omstreeks 1976. In 1980 waaide de standaardmolen een eerste keer om. Dirk Leen, een molenliefhebber uit Bonheiden, slaagde erin het molentje met eigen middelen herop te richten, zij het nu zonder wiekenkruis. Een storm in 1990 blies het hoevemolentje een tweede maal om. In het kader van een landinrichtingsplan werd het molentje in 1997 in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij door molenbouwer Eric Vanleene heropgebouwd. Daarbij werd in functie van een betere windvang geopteerd voor de huidige inplanting. Voorheen stond het molentje aan de andere kant van de hoevewoning. Na de restauratie werd het molentje door de Vlaamse Landmaatschappij in erfpacht gegeven aan de Provincie West-Vlaanderen. In 2005 werd de erfpacht overgedragen aan de Stad Veurne.

Een breuk in het houten gevlucht noopte tot een restauratie in 2018, die werd uitgevoerd door Molenbouw Boers & Peusens uit Merelbeke. Een nieuw houten wiekenkruis met roeden van 10,30 meter lengte werd voorzien.

Beschrijving

Het Molentje Decroos is een houten standaardmolen met één zolder, die dienst doet als korenwindmolen. De molen rust op vier kleine bakstenen teerlingen. Aan de voor- of staartzijde en de twee zijkanten is de molenkast benageld met een verticale plankenbeschieting. De windzijde (of windweeg)en de gebroken molenkap zijn bedekt met eikenhouten schaliën. Het gevlucht bestaat uit houten pestelroeden met een vlucht van 10,30 meter.

De maaluitrusting telt maar één koppel stenen met een diameter van 1,10 meter. Op de molenas is een vangwiel (met 20 kammen) bevestigd, dat voor de aandrijving van de loper inhaakt in een kamwiel (van 15 kammen).

  • AMEEUW J. 2004: Molens van Veurne-Ambacht, Brugge, De Klaproos, 65-68.
  • CORNILLY 2005: Monumentaal West-Vlaanderen. Deel II. Arrondissementen Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne, Brugge, 257.
  • DENEWET L. & DEMAREE J. 1998: De redding van het laatste Vlaamse hoeve-windmolentje: het molentje Decroos te Eggewaartskapelle, Molenecho’s 26, 127-142.
  • DEVLIEGHER 1984: Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen. Deel 9. De molens in West-Vlaanderen, Tielt, 394.
  • DEVYT 1966: Westvlaamse Windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 124.
  • LAVA 1974: De laatste bedrijfsmolen draait nog te Eggewaartskapelle, Jubileumuitgave Bachten de Kupe 15 jaar, Izenberge, 156-158.

Auteurs:  Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Becuwe F. 2020: Windmolen Decroos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359304 (geraadpleegd op ).


Windmolen Decroos ()

In 1905 werd de molen gebouwd door Kamiel Decroos. De molen, met een hoogte van ongeveer 5 meter, werd gebruikt voor het vermalen van tarwe tot meel en het vermalen van gerst en haver tot veevoeder. De kleinschalige productie was bedoeld voor eigen gebruik. Deze ‘hoevemolen’ was een vrij courant verschijnsel in de Vlaamse kuststreek in de loop van de 19de en vroege 20ste eeuw. In 1997 wordt de molen, na stormschade, iets verderop heropgebouwd.


Bron: CORNILLY, J., Monumentaal West-Vlaanderen, Deel III: arrondissementen Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne; Brugge, 2005, p. 257.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: S.N. 2005: Windmolen Decroos [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125746 (geraadpleegd op ).