Teksten van Belgische militaire begraafplaats Steenkerke

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201060

Belgische militaire begraafplaats Oeren ()

Gelegen op het einde van een doodlopend zijstraatje van de Steenkerkestraat, op ongeveer 100 meter ten noordoosten van de 16de-eeuwse kerk van het polderdorp Steenkerke, op ongeveer 800 meter ten noordoosten van het Lo-Kanaal.

Historiek

Steenkerke lag tijdens de ‘Grooten Oorlog’ achter het front en bleef dan ook grotendeels gespaard van groot oorlogsgeweld. Enkel in de lente van 1918 werd een stuk van het dorpsplein beschoten. Vanaf de Slag aan de IJzer (oktober 1914) fungeerde de gemeente als kantonnement voor troepen in halve rust, in de sector Pervijze en de kleine, tijdelijke sector Oud-Stuivekenskerke, samen met Avekapelle, Eggewaartskapelle, Bulskamp... Steenkerke was ook een steunpunt in de stelling aan het Lokanaal op 7 à 9 kilometer achter de eerste verdedigingslinie aan de spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide.

Steenkerke had typische installaties van een legerdivisie in een sector, waaronder een "divisionaire infirmerie" (de ziekenzaal van een divisie), met artsen - zowel generalisten als specialisten - voor de courante ziekten uit de kantonnementen en voor lichte verwondingen. In een medische evacuatielijn kwamen deze ziekenzalen na de "hulpposten" (op het niveau van een bataljon), "verbandposten" (regimentsniveau) en "verbandplaatsen" (één van de twee hospitaalsecties van de divisie, onmiddellijk achter het front). De zieken konden verder geëvacueerd worden naar een "fronthospitaal".

Voor de militairen die gestorven waren in deze ziekenzaal of aan het front gestorven en hier werden binnengebracht, werd in Steenkerke vanaf oktober 1914 een begraafplaats aangelegd. De begraafplaats breidde verder uit in 1915, 1916, 1917, 1918 (en 1919).

Er is echter geen chronologische volgorde herkenbaar in de sterfdata op de grafstenen. Dit wijst er op dat er vele ontgravingen plaatsvonden, dat er later graven bijgekomen zijn en dat er grondig herschikt werd. De begraafplaats werd midden de jaren ’20 in zijn huidige vorm aangelegd, met het plaatsen van de officiële grafsteen voor Belgische militairen.

Er liggen 537 doden begraven (of worden herdacht), waaronder één Belgische dode uit de Tweede Wereldoorlog. Onder de 536 doden uit de Eerste Wereldoorlog zijn er 30 Britten. Er konden 26 Belgen niet meer geïdentificeerd worden. Drie onbekenden liggen onder één grafsteen. Onder één officiële grafsteen ligt geen dode (“in memoriam”). Een andere dode ligt onder een privaat grafteken, waarop ook zijn broer, die tijdens de Tweede Wereldoorlog verdween, herdacht wordt. Er zijn ten slotte negen heldenhuldezerkjes.

Er liggen nu 25 doden van 1914, 54 van 1915 (bijna allemaal van de 3de Legerdivisie), 137 van 1916 (bijna allemaal van de 1ste Legerdivisie), 152 van 1917 (3/4 van de 1ste Legerdivisie) en de 30 Britten, 112 van 1918 (onder meer van de gevechten aan de Reigersvliet op 6 en 18 maart 1918, daarnaast daarnaast een dozijn van het Eindoffensief), één van 1919 en één van 1940.

In 1920 ging de eerste "bedevaart naar de graven van de IJzer" naar de Belgische militaire begraafplaats van Steenkerke, naar het graf van korporaal en 'IJzersymbool' bij uitstek Joe English. Deze Vlaamsgezinde kunstenaar, opgenomen in de ‘Section Artistique de l’Armée de Campagne’, leverde onder meer het ontwerp van de zogenaamde heldenhuldezerkjes. Hij stierf in het hospitaal van Vinkem in de nacht van 31 augustus 1918 aan een blindedarmontsteking en werd op 3 september 1918 plechtig te Steenkerke begraven. In augustus 1932 werd zijn stoffelijk overschot ontgraven en bijgezet in de crypte van de IJzertoren.

Kenmerken

Toegangsweg in rode steenslag, afgezet met populieren en buxushaag en uitmondend in parking en begraafplaats.

Grondplan met kronkelende zijkant aan zuidelijke kant, bepaald door de bochten van een beek. Vooraan is de begraafplaats 30 meter breed, achteraan 41 meter. Het terrein klimt lichtjes.

Voormuur uit rode baksteen met rondboogomlijstingen en lage pilasters, afgedekt met grijze geprofileerde, hardstenen dekplaten. Tweeledig metalen hekken op de zogenaamde brug over de nu gedempte beek, waar nu twee grasperken zijn aangelegd.

Aan de andere zijden wordt de begraafplaats omgeven door een buxushaag, hoge populieren (links en rechts) en knotwilgen (achteraan). De begraafplaats wordt in tweeën verdeeld via een verhard middenpad, dat uitmondt bij de vlaggenmast achteraan de begraafplaats. Op twee plaatsen langs dit middenpad zijn enkele graven ruitvormig aangelegd. Vooraan links een houten schuilgebouwtje met grondplan, register en bezoekersboek. Vooraan en tussen de rijen graven, die meestal rug aan rug staan opgesteld, zijn bloemperken voorzien met rozenstruiken en narcissen in de lente. De rest van de begraafplaats is met gras bezaaid.

Symmetrisch aangelegde rijen met overwegend de officiële Belgische grafstenen, behalve 30 Britse grafstenen, negen heldenhuldezerkjes en één privaat graf met gedenkteken.

  • DEN BAES, J. (eindred.) 2004: Momenten van Oorlog in Vredestijd. Een tocht langs Oorlogserfgoed in Veurne-Ambacht, Koksijde.
  • Informatie verzameld door Roger Verbeke
  • Informatie afkomstig van de Dienst Oorlogsgraven (Algemene Directie Material Resources – Divisie CIS en Infrastructuur – Sectie Infrastructuur – Bureau Real Estate)

Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002404, Belgische militaire begraafplaatsen (DECOODT H., 2008)
Auteurs:  Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2008: Belgische militaire begraafplaats Steenkerke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125747 (geraadpleegd op ).


Belgische militaire begraafplaats (Steenkerke - WOI-WOII) ()

Locatie

Gelegen op het einde van een doodlopend zijstraatje van de Steenkerkestraat, op ongeveer 100m ten noordoosten van de kerk van het polderdorp Steenkerke.

Historische achtergrond

Steenkerke lag tijdens de Eerste Wereldoorlog achter het front en werd dan ook grotendeels gespaard van groot oorlogsgeweld. Enkel in de lente van 1918 werd een stuk van het dorpsplein beschoten. Vanaf de Slag aan de IJzer (oktober 1914) fungeerde de gemeente als kantonnement voor troepen in halve rust, in de sector Pervijze en de kleine, tijdelijke sector Oud-Stuivekenskerke, samen met Avekapelle, Eggewaartskapelle, Bulskamp... Steenkerke was ook een steunpunt in de stelling aan het Lokanaal op 7 à 9km achter de stelling aan de spoorwegberm Nieuwpoort-Diksmuide.

Steenkerke had installaties van de legerdivisie in de sector, onder andere de divisionaire infirmerie (de ziekenzaal van de afdeling), met artsen - zowel generalisten als specialisten - voor de courante ziekten uit de kantonnementen en voor lichte verwondingen. Deze ziekenzalen kwamen na de "hulpposten" (bataljon), "verbandposten" (regiment) en "verbandplaatsen" (1 van de 2 hospitaalsecties van de divisie, onmiddellijk achter het front). De zieken konden verder geëvacueerd worden naar een "fronthospitaal".

Voor de militairen die gestorven waren in deze ziekenzaal, of aan het front en hier werden binnengebracht, werd hier vanaf oktober 1914 een begraafplaats aangelegd. De begraafplaats breidde verder uit in 1915, 1916, 1917, 1918 (en 1919).

Er liggen nu 25 doden van 1914, 54 van 1915 (bijna allemaal van de 3de Legerdivisie), 137 van 1916 (bijna allemaal van de 1ste Legerdivisie, o.a. van het 2de Linieregiment), 152 van 1917 (3/4 van de 1ste Legerdivisie, o.a. van het 3de Linieregiment) en de 30 Britten, 112 van 1918 (een aantal van de gevechten aan de Reigersvliet op 6 en 18 maart 1918 en daarnaast een dozijn van het Eindoffensief) en 1 van 1919.

Er is echter geen chronologische volgorde herkenbaar in de sterfdata op de grafstenen. Daardoor kan niet achterhaald worden in welke volgorde de begraafplaats werd aangelegd. Dit wijst er op dat er verschillende ontgravingen hebben plaatsgevonden, dat er graven later bij gekomen zijn en dat er herschikt werd. De vermoedelijk vooral in de eerste helft van de jaren '20.

Qua rang zijn er 13 officieren, 3 adjudanten (kandidaat-officieren), 37 onderofficieren, 32 korporaals/brigadiers en 396 soldaten. Het zijn er 340 van de infanterie, 52 van de cavalerie, 49 van de artillerie en 30 van de genie. Daarbij nog 4 van het vervoerkorps, 3 van de gezondheidsdienst (waarvan administratietroepen), 1 van de gendarmerie, 1 van de etappetroepen en 1 van de Compagnie Zeesoldaten.

Er is 1 privé-grafsteen voor soldaat J. Naus met daarop een gedenksteen voor zijn broer die in WOII verdween. Er is een gedenksteen voor brancardier H. De Poorter. Er zijn 9 Heldenhuldezerkjes, waarvan 7 voor soldaten van de 1ste Legerdivisie (6 hiervan kwamen om in 1917).

In 1920 ging de eerste "bedevaart naar de graven van de Ijzer" naar de Belgische militaire begraafplaats van Steenkerke, naar het graf van de korporaal Joe English.

De Vlaamsgezinde kunstenaar English werd in 1914 opgeroepen en belandde in een compagnie van 'travailleurs'. In 1916 werd hij toegevoegd aan het onderzoekscentrum voor de bescherming tegen stikgasaanvallen, in het college van Veurne onder leiding van dr. Frans Daels. Hij verzorgde er illustraties voor publicaties van het 'Secretariaat der Katholieke Vlaamsche Hoogstudenten', maar werd vooral bekend voor het ontwerp van de Heldenhuldezerk en leverde grafisch werk voor 'De Belgische Standaard'. In april 1918 werd hij eindelijk opgenomen in de 'Section Artistique de l'Armée de Campagne'. Hij stierf in het hospitaal van Vinkem in de nacht van 31 augustus 1918 aan een blindedarmontsteking en werd op 3 september 1918 te Steenkerke begraven, met een stoet vanaf de kerk en toespraken op de begraafplaats (van Juliaan Platteau, prof. Daels, Filip de Pillecyn).

Na zijn dood was het vooral Cyriel Verschaeve die de cultus rond English op gang bracht met een artikel. Dat sloot mooi aan bij de propaganda voor een hulde aan de Vlaamse IJzersoldaten. Het huldebetoon aan het graf van English werd meteen de eerste IJzerbedevaart. Bij die gelegenheid, op 5 september 1920, werd een gedenksteen van de hand van Karel Lateur voor English onthuld (in 1919 stond er nog een houten kruis op zijn graf) en werd zijn graf uitgeroepen tot 'Heilig symbool voor Vlaanderen'.

In augustus 1932 werd zijn stoffelijk overschot ontgraven en bijgezet in de crypte van de IJzertoren. English werd toen uitgeroepen tot één van de 'IJzersymbolen', namelijk als belichaming van de 'dienende' kunst.

De officiële Belgische grafsteen werd in 1920 ontworpen door de Brusselse architect Simons, in opdracht van het Ministerie van Landsverdediging. Het duurde tot 1924 eer de grafsteen officieel werd voorgesteld.

Ook deze begraafplaats werd dus vermoedelijk aangelegd in de jaren 1924-1925. Negen Heldenhuldezerkjes waarvoor een aanvraag was ingediend, bleven staan.

Beschrijving

De Belgische militaire begraafplaats van Steenkerke heeft nagenoeg een rechthoekige plattegrond die naar achter toe verbreedt en aan de rechterzijde bepaald wordt door de bochten van een beek. Het terrein is vlak. De begraafplaats is 92m lang, vooraan 30m breed, achteraan 41m breed.

De begraafplaats wordt aan de linker-, rechter- en achterkant omgeven door een haag. Vooraan is er een lage, bakstenen muur die achter een gedempte beek is opgetrokken aan de rand van de parkeerruimte. De gedempte beek bestaat nu uit beplanting en een brugje met zijmuurtjes leidt naar de ingang, een 2-delige, eenvoudige smeedijzeren poort.

Onmiddellijk na de toegangspoort zijn er links en rechts rozenperken aangelegd met links een bruin houten schuilgebouwtje met daarin het registerkastje (met register en bezoekersboek) en de plattegrond.

Op de begraafplaats links en rechts een rij populieren en achteraan een rij knotwilgen. Een middenpad, grosso modo de spiegelas van de begraafplaats, loopt tot achteraan aan de vlaggenstok met daaraan de Belgische vlag.

De begraafplaats bestaat uit 6 grote perken. De grafstenen zijn Belgische grafstenen, behalve 30 Britse grafstenen, 9 Heldenhuldezerkjes en 1 privé-graf met gedenkteken. De grafstenen staan per 2, rug aan rug, met daartussen rozenstruiken. Tussen de dubbele rijen grafstenen is er gras.

Er zijn 506 grafstenen, waaronder 508 Belgen begraven liggen. Op 1 steen hiervan wordt een dode herdacht (met andere woorden er ligt geen dode onder). 26 doden konden niet meer geïdentificeerd worden. 1 dode dateert uit de Tweede Wereldoorlog. 9 doden hebben een heldenhuldezerk. Tenslotte zijn er behalve de Belgen nog grafstenen voor 30 geïdentificeerde Britse militairen.

  • DEN BAES, Johan (eindred.) 2004: Momenten van Oorlog in Vredestijd. Een tocht langs Oorlogserfgoed in Veurne-Ambacht, V.V.V. s Alveringem, Lo-Reninge, Veurne, Veurne-Ambacht, Koksijde.
  • VERBEKE R. s.d.: Onuitgegeven nota's.

Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Belgische militaire begraafplaats Steenkerke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195754 (geraadpleegd op ).


Steenkerke Belgian Military Cemetery (Steenkerke - WOI) ()

Locatie

De Belgische militaire begraafplaats is gelegen op het einde van een doodlopend zijstraatje van de Steenkerkestraat, op ongeveer 100m ten noordoosten van de kerk van het polderdorp Steenkerke. Het Britse perk, “Steenkerke Belgian Military Cemetery”, bevindt zich ongeveer halfweg, in het rechterdeel van de begraafplaats.

Historische achtergrond

Met uitzondering van 2 stierven de 30 Britse doden begraven op de Belgische militaire begraafplaats van Steenkerke allen in oktober en november 1917, tijdens de zogenaamde 'Derde Slag bij Ieper'. Meer dan de helft zijn mannen van het 'Royal Garrison Artillery'.

Beschrijving

Op 'Steenkerke Belgian Military Cemetery', een Brits perk op de Belgische militaire begraafplaats, zijn 30 geïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven.


Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs:  Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Belgische militaire begraafplaats Steenkerke [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196109 (geraadpleegd op ).