Teksten van Windmolen Ma Campagne

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201069

Windmolen Ma Campagne ()

De molen Ma Campagne, ook gekend als de Kruisekemolen, is een standaardmolen met open voet. Functioneel gaat het om een korenwindmolen.

Geschiedenis

De locatie van de Ma Campagne-molen, op de hoek van de Kruisekestraat met de Oude Mesenweg en de Klijtbosstraat, is reeds in 1560 gekend als molenbiotoop. Op het figuratief plan van Wervik van Jacob van Deventer is op deze plaats een standaardmolen aangegeven. Vernield omstreeks 1580 tijdens de godsdiensttroebelen werd pas na 1600 een nieuwe houten windmolen opgericht. Tegen het einde van de 17de eeuw was ook deze molen verdwenen.

In oktober 1735 verkreeg de Wervikse schepen Pierre François Paret van landvoogdes Maria Elisabeth van Oostenrijk de toelating om op dezelfde plaats opnieuw een windmolen op te richten om olie te slaan. Uit het dagboek  van schoolmeester en chirurgijn Deburchgraeve blijkt dat de molen, "’t nieuw stampcot" er reeds in oktober 1733 stond. De Kabinetskaart (1771-1778) van graaf de Ferraris geeft aan dat de oliewindmolen er omstreeks 1775 nog altijd stond. Vermoedelijk leidden de oorlogsperikelen tussen Frankrijk en Oostenrijk op het einde van de 18de eeuw tot de vernieling van de molen. In 1796 werd de molen immers herbouwd.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog bliezen invallende Duitse troepen in oktober 1914 de windmolen op. Na de oorlog lieten de eigenaars Alphonse en Marie Amélie Derreveaux-van Elslande met hun oorlogsschadevergoeding ter vervanging de in oorsprong 17de-eeuwse Knokmolen uit Lauwe naar Wervik overbrengen. Voor de ontmanteling in Lauwe en de wederopbouw in Wervik stond Nestor Claeys, zoon van Jan Claeys, molenaar op de verwoeste Ma Campagne-molen, in. De ‘nieuwe’ molen fungeerde echter niet meer als oliemolen maar als graanmolen. Om ook bij windstilte te kunnen malen werd op de steenzolder een oude vrachtwagenmotor geplaatst om de twee maalstoelen aan te drijven.

Een hevige novemberstorm in 1940 zorgde voor structurele schade aan de houten standaard. Nestor Claeys versterkte de standaard met twee ijzeren balken die in de standaard werden ingewerkt en met ijzeren banden omsloten. In 1944 werd één van de roeden verdekkerd.

In 1965 stopte Maurice Claeys, die zijn vader Nestor als molenaar was opgevolgd, met windmalen. Voortaan werd enkel nog in een bijgebouw gemalen met de drijfkracht van een dieselmotor.

Omdat de windmolen intussen meer en meer in verval geraakte, besliste de stad Wervik in 1980 tot de aankoop van de windmolen. In 1985 werd de molen ontmanteld. De molenonderdelen werden opgeborgen om als recuperatie- of referentiemateriaal gebruikt te worden. Door ingenieur-architect Walter Snauwaert (1928-2011) werd een restauratiedossier opgemaakt dat in 1993-1997 in uitvoering ging. Voor deze restauratie werd beroep gedaan op de Gistelse firma Molenbouw Peel, die de molen grotendeels in hun atelier heropbouwden. Op de molenbelt werden de vier teerlingen opnieuw opgemetseld. De molenbelt, die aan de kant van de Klijtbosstraat omwille van een straatverbreding deels was afgegraven, werd voorzien van een keermuur. In 1995 werden de eiken standaard en de molenkast geplaatst om vervolgens binnenin de molenuitrusting te voorzien. In januari 1997 werden de roeden met een vlucht van 24 meter aangebracht en in augustus 1997 werd de molen opnieuw ingehuldigd.

In 2006-2008 voerde de firma ’t Gebint enkele onderhoudswerken, waaronder het herschilderen van de molenkast, uit. Stabiliteitsproblemen door waterinsijpeling en een daaruit voortvloeiende verrotting en  aantasting door klopkevers noopten in 2008 tot het onderstutten van de molenkast door molenbouwer Wieme. Al het houtwerk werd vervolgens behandeld tegen de klopkever en de houtworm. Tevens werd steenbalk vervangen en werden de kruisplaat en de teerlingblokken vernieuwd. In 2013 voerde de Nederlandse firma Adriaens Molenbouw enkele onderhoudswerken uit aan onder meer het dak en de windplanken van de roeden.

Beschrijving

De Ma Campagne-molen is een standaardmolen met open voet, rustend op vier bakstenen teerlingen op een molenbelt. De molenkast is aan de voor- en zijkanten voorzien van een verticale plankenbeschieting in populierenhout. De windzijde en de gebogen molenkap zijn gedekt met eikenhouten schaliën. Het gevlucht bestaat uit gelaste roeden met een vlucht van 24 meter. De eikenhouten standaard, die tijdens de restauratie van 1993-1997 ter vervanging van de oude, met ijzer verstevigde standaard (met een doorsnede van 63 cm) werd geplaatst, heeft een  lengte van 6,80 meter en een diameter van 0,75 m bij de klauwen. Onder de steenbalk bevindt zich een geprofileerde boezem (brasem). De vang bestaat uit een houten vangtrommel, vangbalk en sabel.

Functioneel is de Ma Campagnemolen een korenwindmolen. Op de meelzolder bevindt zich behalve de meelgoot ook een buil en een haverpletter. De steenzolder is uitgerust met twee steenkoppels. De aandrijving gebeurt door middel van een vangwiel met 52 kammen en een voorwiel met 44 kammen. In het vangwiel grijpt een kamwiel van 12 kammen, bevestigd op één van de twee staakijzers die de lopers in beweging brengen, in het voorwiel een kamwiel van 10 kammen, bevestigd op het tweede staakijzer.

Op het voorwiel staat de inscriptie “IONNES STEVERLINCK/1776”. Op de vier zijden van het klauwijzer van de voormolen staat “GICA/LLEV/VIER/1798”, met daaronder telkens een zelfde bladmotief. Het klauwijzer van de achtermolen vertoont twee rijen driehoek-motieven.

  • BAILLEUR R. 1995: Herinneringen aan de Ma Campagne- of Kruisekemolen, Jaarboek Stedelijke Oudheidkundige Commissie, 193-212.
  • BECUWE F. 2009: In de ban van Ceres. Klein- en grootmaalderijen in Vlaanderen (ca. 1850 – ca. 1950), Brussel, 36
  • CORNILLY, J. 2001: Monumentaal West-Vlaanderen, Deel I: arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare en Tielt, Brugge, 226.
  • DELVOYE 1997: Werviks wieken wentelen weer. 2. De Kruisekemolen of ‘Ma Campagne’-molen of ‘Claeys’-molen Wervik, Wervik.
  • DEVLIEGHER 1984: Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen. 9. De molens in West-Vlaanderen, Tielt-Weesp, 400-403.
  • DEVYT 1966: Westvlaamse Windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 116.
  • SCHEPENS L. 2018: Beheersplan onroerend erfgoed. Kruisekemolen, Dadizele, Architectenbureau Schepens bvba, onuitgegeven studie in opdracht van de stad Wervik.

Auteurs:  Becuwe, Frank
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Windmolen Ma Campagne [online], https://id.erfgoed.net/teksten/359321 (geraadpleegd op ).


Windmolen Ma Campagne ()

Molenaar Nestor Claeys laat in 1922 een molen van Lauwe naar Wervik overbrengen, ter vervanging de bestaande molen (verwoest tijdens de Eerste Wereldoorlog). Deze houten standaardmolen dateert van 1796. In een bijgebouw werd een dieselmotor geïnstalleerd om windstille dagen op te vangen. In de jaren 1970 wordt de molen buiten werking gesteld. De stad koopt de molen in 1980 en na een restauratiecampagne (1994-1995) is de molen weer maalvaardig.


Bron: CORNILLY, J., Monumentaal West-Vlaanderen, Deel I: arrondissementen Ieper, Kortrijk, Roeselare en Tielt; Brugge, 2001, p. 226.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Windmolen Ma Campagne [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125756 (geraadpleegd op ).