Kort na de Eerste Wereldoorlog werd in Frankrijk de idee geformuleerd om langs de oude frontlijn van de Vogezen tot Nieuwpoort een heirbaan aan te leggen om de herinnering aan dit front te bewaren. Daar dit idee niet uitvoerbaar bleek, stelde de Franse Touring Club in 1921 voor om op de punten waar de frontlijn de grote wegen kruist, demarcatiepalen uit rood Elzasser graniet te plaatsen, ontworpen door de Franse beeldhouwer en oud-strijder Paul Moreau-Vauthier. Dit voorstel werd door de Koninklijke Touring Club van België onmiddellijk bijgetreden en eind 1921 werd een geldinzamelingsactie gelanceerd met het oog op het plaatsen van 28 palen die de plaatsen zouden aanduiden waar de vijand het verst op nationale bodem was doorgedrongen.
Oorspronkelijk waren die demarcatiepalen bedoeld als een hulde aan de geallieerde troepen, maar de wrok ten aanzien van Duitsland werd stevig verwoord door de woordvoerders van de Touring Club bij de inhuldiging van sommige demarcatiepalen. Dit geldt evenzeer voor de opschriften die op de demarcatiepalen werden geplaatst (in Vlaanderen meestal in verschillende talen): "HIER WERD DE OVERWELDIGER TOT STAAN GEBRACHT – ICI FUT ARRETE L’ENVAHISSEUR – HERE THE INVADER WAS BROUGHT TO A STANDSTILL".
Uiteindelijk werden op het Belgische grondgebied 22 demarcatiepalen geplaatst, in drie varianten al naargelang de sector waar zij geplaatst werden: tien van het Belgische type van Nieuwpoort tot Lizerne (Zuidschote), zes van het Britse model (bekostigd door de Belgische sectie van de 'Ypres League') in de Ieperboog (van ’t Wieltje tot Voormezele) en zes Franse modellen in Boezinge en rond de Kemmelberg.
De specifieke locaties voor de demarcatiepalen werden uitgekozen door maarschalk Pétain en zijn staf, de Belgische legerleiding en de 'Ypres League'. De geselecteerde plaatsen staan niet steeds gelijk met de verste Duitse opmars. De plaatsbepaling was wellicht onderhevig aan compromissen en aan redenen zoals de visibiliteit van het gedenkteken of de symboliek die een bepaalde plaats voor een bepaalde eenheid had. De redenen waarom een bepaalde demarcatiepaal op een bepaalde plaats werd geplaatst, is niet steeds meer te achterhalen.
Nagenoeg alle demarcatiepalen in de Ieperboog duiden het front van midden 1918 aan, rond Boezinge herinneren de palen aan de Duitse terreinwinst na de gasaanval van 22 april 1915. In het IJzergebied tenslotte wordt vooral verwezen naar de IJzerslag van oktober-november 1914.
De eerste demarcatiepaal in West-Vlaanderen werd geplaatst in Diksmuide, aan de beruchte 'Minoterie', op 5 juni 1922 (pinkstermaandag), in aanwezigheid van koning Albert en Admiraal Ronarc’h van de Franse 'Fusiliers-Marins'. Aan het Ieperfront werd de eerste paal onthuld aan ‘Hell Fire Corner’ (Kruiskalsijde) op 5 augustus 1923 door Baron de Vinck, burgemeester van Zillebeke. In de omgeving van Boezinge werden de demarcatiepalen geplaatst in de week van 6 – 13 januari 1923.
Van de 22 oorspronkelijk geplaatste demarcatiepalen zijn er drie verdwenen, vermoedelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog, namelijk in Diksmuide aan de voormalige 'Minoterie', bij ’t Wieltje en in Pervijze. Bij 17 van de 19 resterende palen heeft de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog de meertalige opschriften “Hier werd de overweldiger tot staan gebracht” weggekapt, blijkbaar omdat ze de opschriften als te aanstootgevend ervoeren. Alleen de stenen van Oud-Stuivekens en Ramskapelle ontsnapten aan hun aandacht (in Ramskapelle zou een landbouwer het monumentje verborgen hebben onder een hoop stenen). De demarcatiepalen op grondgebied Nieuwpoort werden in september 1991 opnieuw voorzien van de Nederlandstalige tekst en de jaartallen 1914-1918.
Demarcatiepaal nummer 19 is gelegen bij de rotonde, waar de Meenseweg, de Kruiskalsijdestraat, de Zuiderring, de Maaldestedestraat en de N37 elkaar kruisen, op ongeveer twee kilometer ten oosten van de Grote Markt van Ieper. Dit kruispunt, 'Kruiskalsijde' genoemd, was tijdens de Eerste Wereldoorlog gekend als ‘Hellfire Corner’.
De Meenseweg was een belangrijke weg, waarlangs de militairen naar het front trokken. De weg en zeker dit drukke kruispunt lagen heel vaak onder vijandelijk vuur, vandaar de Britse benaming 'Hellfire Corner'. In een poging om de troepenbewegingen enigszins te verbergen voor het vijandelijke oog werden camouflagenetten geplaatst langs de kanten van de weg. Demarcatiepaal nummer 19 markeert de plaats tot waar de Duitsers geraakten tijdens het Duitse Lente-offensief (voorjaar 1918), op nauwelijks twee kilometer van het stadscentrum van Ieper verwijderd. De Duitse frontlijn liep na het Lente-offensief tot iets ten westen van 'Hellfire Corner'. Bij de heraanleg van dit kruispunt diende de demarcatiepaal iets verplaatst te worden. De demarcatiepaal werd gefinancierd door de 'Ypres League'.
Geprofileerde rozegranieten zuil met piramidale opbouw, bekroond met een gesculpteerde Britse (Brodie-)helm. De helm is omlijst met een lauwerkrans. Op de zuil is een reliëf uitgehouwen met aan de linkerzijde een veldfles en aan de rechterzijde een gasmasker van het Britse type. Aan de vier hoeken is een handgranaat opgehangen aan een palmtak.
Op de voorzijde staat bovenaan de naam "YPRES", versierd met een lauwerkrans en onderaan 'Touring Club de Belgique'; ‘Erected by the Ypres League'. Op de achterkant staat "N° 19".
Hoogte 125 x breedte 75 x diepte 65cm.
Uitvoering: onderaan links en rechts "Léon Telle, Granitier, Andlau, Alsace" (gesigneerd – nauwelijks leesbaar); “Paul Moreau-Vauthier, Statuaire c” (gesigneerd).
Bron: Beschermingsdossier DW002426
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2009: Demarcatiepaal nummer 19 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125779 (geraadpleegd op ).
Gelegen nabij de rotonde, waar de Meenseweg, de Kruiskalsijdestraat, de Zuiderring, de Maaldestedestraat en de N37 elkaar kruisen, naast huisnummer 303, op circa 2km ten oosten van de Grote Markt. Dit kruispunt was in de oorlog berucht als "Hellfire Corner".
Kort na de Eerste Wereldoorlog werd in Frankrijk het idee geformuleerd om langs de oude frontlijn van de Vogezen tot Nieuwpoort een heirbaan aan te leggen om de herinnering aan dit front te bewaren. Daar dit idee niet uitvoerbaar bleek, stelde de Franse Touring Club in 1921 voor om op de punten waar de frontlijn de grote wegen kruist, demarcatiepalen uit rood Elzasser graniet te plaatsen, ontworpen door de Franse beeldhouwer en oudstrijder Paul Moreau-Vauthier. Dit voorstel werd door de Koninklijke Touring Club van België onmiddellijk bijgetreden en eind 1921 werd een geldinzamelingsactie gelanceerd met het oog op het plaatsen van 28 palen die de plaatsen zouden aanduiden waar de vijand het verst op nationale bodem was doorgedrongen. Oorspronkelijk waren die demarcatiepalen bedoeld als een hulde aan de geallieerde troepen, maar de wrok ten aanzien van Duitsland werd stevig verwoord bij de inhuldiging van sommige demarcatiepalen door de woordvoerders van de Touring Club.
Uiteindelijk werden op het Belgische grondgebied 22 demarcatiepalen geplaatst, in 3 varianten al naargelang de sector waar zij geplaatst werden: 10 van het Belgische type van Nieuwpoort tot Lizerne, 6 van het Britse model (bekostigd door de Belgische sectie van de Ypres League) in de Ieperboog (van 't Wieltje tot Voormezele) en 6 Franse modellen te Boezinge en rond de Kemmelberg.
De uitgekozen plaatsen staan niet steeds gelijk met de verste Duitse opmars, maar verdienen enige specifiëring: nagenoeg alle demarcatiepalen in de Ieperboog duiden het front van midden 1918 aan, rond Boezinge herinneren de palen aan de Duitse terreinwinst na de gasaanval van 22 april 1915. In het Ijzergebied tenslotte wordt vooral verwezen naar de Ijzerslag van oktober-november 1914.
Van de 22 oorspronkelijk geplaatste demarcatiepalen zijn er 3 verdwenen, vermoedelijk tijdens de Tweede Wereldoorlog, namelijk in Diksmuide, 't Wieltje en Pervijze. Bij 17 van de 19 resterende palen heeft de speciale “Trophaënbrigade” van het Duitse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog de drietalige opschriften “Hier werd de overweldiger tot staan gebracht” weggehouwen. Alleen de stenen van Oud-Stuivekenskerke en Ramskapelle ontsnapten aan hun aandacht (in Ramskapelle zou een landbouwer het monumentje verborgen hebben onder een hoop stenen). De demarcatiepalen op grondgebied Nieuwpoort werden in september 1991 opnieuw voorzien van de Nederlandstalige tekst en de jaartallen 1914-1918.
Sommige demarcatiepalen staan niet meer op de oorspronkelijke plaats, maar werden enkele meters verder verplaatst tijdens wegenaanpassingen.
Demarcatiepaal Nr. 19 markeert de plaats waar de Duitsers geraakten tijdens het Duitse Lente-Offensief (voorjaar 1918), op nauwelijks 2km van het stadscentrum van Ieper verwijderd. De Meenseweg was een belangrijke weg, waarlangs de militairen naar het front trokken. De weg en zeker dit drukke kruispunt lagen heel vaak onder vijandelijk vuur, vandaar de Britse benaming 'Hellfire Corner'. In een poging om de troepenbewegingen enigszins te verbergen voor het vijandelijke oog werden camouflagenetten geplaatst langs de kanten van de weg.
Geprofileerde rozegranieten zuil met piramidale opbouw, bekroond met een gesculpteerde Britse (Brodie-)helm. De helm is omlijst met een lauwerkrans. Op de zuil is een reliëf uitgehouwen met aan de linkerzijde een veldfles en aan de rechterzijde een gasmasker van het Britse type. Aan de 4 hoeken is een handgranaat opgehangen aan een palmtak.
Op de voorzijde staat bovenaan de naam 'Ypres', versierd met een lauwerkrans en onderaan 'Touring Club de Belgique'; 'Erected by the Ypres League'.
H.125 x Br.75 x D.65cm.
Uitvoering: onderaan links en rechts “Léon Telle, Granitier, Andlau, Alsace” (gesigneerd); “Paul Moreau-Vauthier, Statuaire c” (gesigneerd).
Op de steen werd een goudkleurige tekstplaat aangebracht. 'Hellfire Corner. This stone marks the spot of the German advance which was repelled by the allies'. Eronder volgt een gedicht: 'His war'; 'He gazes at the fading sun as its sets, as he swallows foreign dust, he prays silently, as do the others, with their firm jaws, and tense faces they wait, their hearts overflowing, with love for family; he gasps, with determination, as they all do, for their country they fight till death, his friends are no exceptions, as he watches them die, tears stream down his handsome face, he realises they are his own. He battles on.'; 'Abilgail Dale (aged 12)'; 'Presented by the Dale Family in honour of them all.'
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Demarcatiepaal nummer 19 [online], https://id.erfgoed.net/teksten/196098 (geraadpleegd op ).