Het 3de Duitse legercorps en een deel van het 9de rukten onder bevel van generaal von Kluck op naar de Grote Gete tussen Halen en Tienen. Het Belgische 22ste linieregiment was in Sint-Margriete-Houtem ingekwartierd, rond Grimde werd de linie bezet door het 3de linieregiment. De 3de Gemengde Brigade beschutte de zuidwest- tot zuidoostkant van Tienen. Ze hadden als taak om de Getelinie te verdedigen, de aftocht van het Belgische leger te dekken en het van een omsingeling te behoeden.
Historiek
In de ochtend van 18 augustus hadden Belgische eenheden de Getelinie in Geetbets al moeten prijsgeven aan de Duitse overmacht. Kort na de middag barstten de gevechten bij Grimde en Sint-Margriete-Houtem volop los. De overmacht was te groot. De Belgische legerleiding gaf om 14uur het bevel om terug te trekken naar Leuven, maar dit bevel kwam te laat. De troepen waren tegen die tijd in bijzonder bloedige gevechten verwikkeld. Aan beide zijden vielen vele slachtoffers. Van het 22ste linieregiment, dat 2400 manschappen telde, waren 1.250 militairen buiten strijd. Maar liefst 585 onder hen lieten hier het leven.
Op initiatief van de 'Société du Souvenir du Soldat' werd met de Duitse bezetter onderhandeld om de vele graven van Belgische soldaten, die overal omheen de stad begraven lagen, her op te graven, te identificeren en te groeperen. De bezetter stelde als voorwaarde dat ze dat werk dan ook voor de Duitse doden moesten doen. De 'Souvenir du Soldat' had tussen 12 november 1914 en 7 juli 1916 in de wijde omgeving van Tienen 544 Belgische, 12 Franse en 151 Duitse soldaten opgegraven en op gemeentelijke kerkhoven herbegraven. 141 soldaten kregen een rustplaats in de (ondertussen als monument beschermde) Sint-Pieterskerk van Grimde. Dankzij financiële steun van de stad en private donateurs kon ook grond in Sint-Margriete-Houtem aangekocht en ingericht worden. De aanleg van deze begraafplaats zou gestart zijn op 11 mei 1916.
Op de begraafplaats van Sint-Margriete-Houtem werden tijdens de oorlog zowel Duitse als Belgische en Franse doden begraven. De 77 Duitse doden behoorden hoofdzakelijk tot het 12de regiment Hussaren, het 75ste Infanterieregiment en het 86ste 'Fußregiment', en waren omgekomen tijdens de gevechten van 10 en 18 augustus 1914. Hun graven werden achteraan op het verhoog geplaatst, met centraal het gedenkteken van Baronin von Vraniczani. Onder meer de natuurstenen ommuring getuigt nog van de oorspronkelijk Duitse aanleg.
Het beeldhouwwerk werd door omwonenden 'August' geheten, naar het opschrift "AUGUST 1914". Nadat de kop van de gebeeldhouwde jongeman met Duitse helm door vandalisme vernield werd, werd hij vervangen door een kop zonder hoofddeksel. De Duitse graven werden na de Tweede Wereldoorlog naar de verzamelbegraafplaats van Vladslo overgebracht.
Er werden hier tijdens de oorlog ook 216 Belgen en 12 Fransen begraven. Vandaag de dag liggen er – na repatriëringen – nog 173 Belgen, waarvan er 4 niet meer geïdentificeerd konden worden. De meeste doden behoorden tot het 22ste Linieregiment en zijn gestorven ten gevolge van de gevechten van 18 augustus 1914 bij Sint-Margriete-Houtem en Grimde. De haagjes, die achter de rijen graven werden aangeplant, zijn ondertussen verdwenen. Naar verluidt stond er na de oorlog een buitgemaakt kanon op de begraafplaats opgesteld, maar dit werd verwijderd in 1937 omdat het volledig verroest was.
Beschrijving
Begraafplaats met toegangsweg. Het grondplan is rechthoekig en is circa 22 are groot, het genivelleerd terrein is in 2 niveaus aangelegd. De begraafplaats wordt volledig omgeven door een natuurstenen muur. Het meerledig zwart geschilderd ijzeren toegangshekken wordt geflankeerd door 2 natuurstenen pijlers, met witgeschilderde bolbekroning.
Vanaf de toegang leidt een centraal middenpad naar de trap, die geflankeerd wordt door natuurstenen pijlers, bekroond met een witgeschilderde vaas respectievelijk bol. Centraal op het verhoog staat het beeldhouwwerk van Baronin von Vraniczani, bestaande uit een bijna naakte jongeman met gesloten ogen, op een sokkel met "AUGUST 1914". Dit alles in grijze hardsteen uitgevoerd en geplaatst tegen een hogere en bredere pijler uit natuurstenen blokken, die bovenaan bekroond wordt met een kruis uit breuksteen. Meer naar rechts op het verhoog staat een vlaggenmast met de Belgische driekleur.
De rijen graven staan op graspartijen opgesteld, van mekaar gescheiden door paden uit rode steenslag. Rechts vooraan het houten schuilgebouwtje met grondplan, register en bezoekersboek. De aanplanting bestaat onder meer uit een taxushaag (tegen de voorste muur), coniferen (op het verhoog tegen de achterste muur), Japanse kerselaars, berken en esdoorns.
- S.N. s.d. [1938]: Deutsche Kriegsgräberstätten in Belgien. Amtl. Deutschen Kriegsgräberdienst in Belgien.
- Informatie afkomstig van de Dienst Oorlogsgraven, Algemene Directie Material Resources – Divisie CIS en Infrastructuur – Sectie Infrastructuur – Bureau Real Estate.
- DE MAESSCHALCK K. e.a., Oorlogsmonumenten 1914-1918 in Vlaams-Brabant. Brussel, Algemeen Rijksarchief, 2002.
- VANDEWEYER L. 2003: Een kleine stad in een ’Groote Oorlog’ : de Eerste Wereldoorlog en het activisme te Tienen en omgeving. Tienen, Aqua Fortis.
- BAEKEN A. 1993: Strijd op de zeven Zillen: de slag bij Sint-Margriete-Houtem dinsdag 18 augustus 1914, s.l., Ripova.