De begraafplaats van Veltem-Beisem werd in de periode 1925-1926 aangelegd, door de concentratie van graven uit de omgeving. Nu liggen er 904 Belgen op deze verzamelbegraafplaats begraven, waarvan er 239 niet meer geïdentificeerd konden worden. Op historische foto’s is te zien hoe er aanvankelijk haagjes aangeplant waren tussen de rijen graven, maar die zijn net als het gros van de andere aanplantingen op de begraafplaats verwijderd.
Het merendeel van de doden viel bij de gevechten bij Haacht, Wespelaar, Keerbergen, Werchter en Rotselaar tijdens de Eerste (24-26 augustus 1914) en Tweede (9-13 september 1914) Uitval uit Antwerpen. Op 18 augustus 1914 had Koning Albert beslist om het Belgische Leger terug te trekken in de Vesting Antwerpen. Hij zette zijn troepen wel in voor grootscheepse uitvallen uit Antwerpen tegen de langgerekte, zwak verdedigde noordflank van het Duitse leger, om de druk op de Franse en Britse troepen meer zuidwaarts te verlichten.
De Belgen trachtten het breed vijandelijke front tussen Wolvertem en Diest te doorbreken. Het 6de linieregiment rukte langs de Stationsstraat te Haacht op naar de brug te Kampenhout. Een deel van het 26ste Linieregiment trok richting Wespelaar en Tildonk. Het 5de Linieregiment had de Dijle overgestoken bij Rijmenam en rukte via Boortmeerbeek en Boortmeerbeek-Laar eveneens op naar de brug van Kampenhout. Het 25ste Linieregiment was ter versterking toegevoegd aan het 6de Linie bij het station van Haacht.
In beide kampen waren de verliezen zwaar. In de nacht van 25 op 26 augustus werden de gewonden verzameld. In de vroege morgen van 26 augustus hernamen de Belgen hun aanval op de Duitse stellingen, onder bescherming van een hels bombardement. Maar ondertussen waren er Duitse versterkingen aangekomen. Om 8u had de Belgische linkervleugel het op de lijn Aarschot-Rotselaar begeven. Om 10u30 was de toestand in Haacht, Wespelaar en Boortmeerbeek onhoudbaar geworden. De 6de Gemengde Brigade kwam fel gehavend uit de strijd. De Eerste Uitval uit Antwerpen werd besloten met het opblazen van de bruggen over de Dijle. Bij hun zoektocht naar 'francs-tireurs' zouden heel wat burgers het slachtoffer worden van Duitse terreurdaden.
Op 9 september gingen de Belgen opnieuw tot de aanval over en de Duitsers moesten vrij ver terugwijken. De 3de Legerafdeling opereerde langs de Dijleboorden van Haacht tot Muizen. De cavalerie drong zelfs door tot in de buitenwijken van Leuven. Te Haacht hadden de Duitsers een aanval op het Belgische bruggenhoofd over de Dijle gewaagd, maar door de tegenaanval van de 9de en 14de Linieregimenten stonden Belgen en Duitsers oog in oog met mekaar. De Duitse druk was zo groot, dat ook het 11de Linie in de strijd geworpen werd. De Duitsers werden tot de aftocht gedwongen. Onder meer Haacht en Wespelaar werden kortstondig veroverd. Veel militairen van het 11de Linie sneuvelden in de morgen van 12 september, toen ze de kanaaloever tot tegenover de Beekhoeve bezetten. In de voormiddag van de 12de september leden het 5de Linieregiment en de Grenadiers zeer zware verliezen bij de Molen te Rotselaar. Door de terugtocht van de Belgische troepen te Rotselaar, Wakkerzeel en Hambos, was ook de 3de Legerafdeling verplicht uit Haacht en Wespelaar te trekken. Op 13 september dekte het 12 Linieregiment de aftocht te Keerbergen.
Beschrijving
Begraafplaats met een rechthoekig grondplan en een oppervlakte van circa 114 are. De begraafplaats is in een diepte gelegen en is toegankelijk via een monumentale trappenpartij uit rode baksteen met hardstenen trappen, dekplaten en speklagen en zwartgeschilderd smeedijzeren traliewerk tussen bakstenen pijlers.
Onder de ontdubbelde staatsietrap is een arcade met 2 hoge rondboogpoorten. Links en rechts zijn twee afgesloten ruimtes met houten rondboogdeuren met oculus, decoratief smeedwerk en perkamentmotief. Het baksteenwerk, in kruisverband uitgevoerd, is verrijkt met lisenen en pilasters, die net als de bakstenen pijlers versierd zijn met smalle, verticale uitsparingen, verder ook rondboogfriesen aan de trappen) en muuropeningen met geprofileerde rondbogen bovenaan. De perken met dubbele rijen graven – rug aan rug opgesteld – zijn symmetrisch opgesteld tegenover een centraal grasperk. Op dit centraal grasperk staan de dubbele rijen graven in een achthoek opgesteld en wappert de Belgische vlag.
De grasperken worden van elkaar gescheiden door een centrale laan uit rode steenslag, die ook het centrale perk volledig omzoomt. De begraafplaats wordt omgeven door bomen (onder meer berken, linden, kerselaars, coniferen) en een recente omheining. Op de begraafplaats zelf is nauwelijks beplanting aanwezig.
- Informatie afkomstig van de Dienst Oorlogsgraven, Algemene Directie Material Resources – Divisie CIS en Infrastructuur – Sectie Infrastructuur – Bureau Real Estate.
- CASTEELS R., VANDEGOOR G., 1914 in de regio Haacht. Kleine dorpen in de Grote Oorlog. Haacht, HAGOK, 1993.
- PIOT M., Geschiedenis van Herent. Van prehistorie tot 21ste eeuw, Herent, Genootschap voor Heemkunde van Herent, 2003.
- SIJS G., SMETS R., Kuierend door Herent, Winksele, Veltem-Beisem, Winksele-Herent, Sijs, 1985.
- VANNOPPEN H., De geschiedenis van Veltem-Beisem, het dorp van Lodewijk van Velthem, Veltem-Beisem, Gemeentebestuur, 1976.