Gelegen vlak naast de Steentjemolenstraat, tussen de huisnummers 19 en 21, op ongeveer één kilometer ten westen van de dorpskom van Elverdinge. De omgeving bestaat uit vlak landbouwgebied.
Het dorp Elverdinge lag een groot deel van de oorlog binnen het bereik van de Duitse artillerie, maar de begraafplaats bij Ferme Olivier lag net buiten dit dodelijk bereik. Ze werd vanaf 9 juni 1915 in gebruik genomen door nabijgelegen medische posten, namelijk de 62ste, 16de, 9de, 11de, 129ste en 130ste 'field ambulances'. De laatste dode zou er begraven zijn op 5 augustus 1917.
De graven in perken I en II liggen chronologisch door mekaar, maar in perk III tonen ze de opeenvolgende bezettingen in de sector en in het kasteel van Elverdinge (dat als hoofdkwartier werd gebruikt) door de '38th (Welsh) Division', de 'Guards Division' en eenheden van de 'Royal Artillery'. Op 29 december 1915 trof een Duitse granaat, afkomstig van het bos van Houthulst, manschappen van het 3de bataljon van het 'Monmouthshire Regiment (49th West-Riding Division)', tijdens een militaire parade in de omgeving. Het merendeel van de 41 doden ligt nu begraven in perk II, rij E.
Twee militairen, die hier begraven liggen, werden terechtgesteld wegens desertie, namelijk Pte. R. Hope, alias "Hepple", behorende tot het ‘1st Royal Inniskillings Fusiliers’, terechtgesteld op 5 juli 1917 en Pte. G. Watkins, behorende tot het ‘Welsh Regiment’ en terechtgesteld op 15 mei 1917.
Volgens het huidige register liggen er 408 doden uit het Verenigd Koninkrijk begraven, (waarvan 6 onbekenden) evenals 3 Duitse doden.
De begraafplaats is ontworpen door R. Blomfield (hoofdarchitect) en N.A. Rew (uitvoerend architect).
Trapeziumvormige begraafplaats waarvan het terrein iets hoger gelegen is dan het straatniveau. De begraafplaats is aan straatzijde (noordkant) open, aan de andere zijden staat een natuurstenen muur, afgedekt met witte natuurstenen. Het toegangsgebouw uit witte natuursteen heeft een sterke geometrische opbouw en is afgewerkt met een koepel, een rechthoekige doorgang, een tweeledig smeedijzeren hek en het opschrift 'Ferme Olivier British Cemetery MCMXIV – MCMXVIII'. In dit toegangsgebouw zijn de landplaten, het registerkastje, de metalen informatieplaat en een zitbank ondergebracht. In het verlengde van dit gebouw staat de 'Stone of Remembrance'. Het 'Cross of Sacrifice' (type A) staat op een verhoog in de noordwestelijke hoek (straatzijde). In de zuidwestelijke hoek staat een laag dienstgebouw, opgetrokken in natuursteen en door een groenscherm onttrokken aan het zicht. De graven zijn vrij onregelmatig verdeeld over drie perken, die getooid worden met bloemperken en struiken.
Bron: Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen, Beschermingsdossier DW002418, Britse militaire begraafplaatsen te Ieper (Brielen, Dikkebus, Elverdinge, Vlamertinge) (DECOODT H., 2009)
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2008: Ferme-Olivier Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125866 (geraadpleegd op ).
Gelegen vlak naast de Steentjemolenstraat, op circa 1 km ten westen van Elverdinge. De omgeving bestaat uit vlak landbouwgebied.
Deze begraafplaats werd vanaf 9 juni 1915 in gebruik genomen door de bemanning van de nabijgelegen medische posten. De “Field Ambulances” die de begraafplaats gebruikten, waren achtereenvolgens de 62ste, 16de, 9de, 11de, 129ste en 130ste. De laatste dode zou er begraven zijn op 5 augustus 1917.
Het dorp Elverdinge lag nog steeds binnen het bereik van de Duitse artillerie (de begraafplaats Ferme Olivier zou net buiten het bereik van de Duitse artillerie gelegen hebben). Op 29 december 1915 trof een Duitse granaat, afkomstig van het bos van Houthulst, manschappen van het 3de bataljon van Monmouthshire Regiment (49th West-Riding Division), tijdens een militaire parade in de omgeving. Gevolg: 37 doden (anderen spreken van 41 doden).
De graven in perken I en II liggen chronologisch door mekaar, maar in perk III tonen ze de opeenvolgende bezettingen van het kasteel van Elverdinge door de 38th (Welsh) Division, de Guards Division en eenheden van de Royal Artillery.
Twee militairen, die hier begraven liggen, werden terechtgesteld wegens desertie, namelijk Pte. R. Hope, alias "Hepple", behorende tot het 1st Royal Inniskillings Fusiliers, terechtgesteld op 5 juli 1917 en Pte. G. Watkins, behorende tot het Welch Regiment en terechtgesteld op 15 mei 1917.
Trapeziumvormige begraafplaats, ontworpen door R. Blomfield, met medewerking van N.A. Rew. De begraafplaats, waarvan het terrein genivelleerd is, is aan straatzijde (noordkant) niet afgesloten, aan de andere zijden staat een natuurstenen muurtje, afgedekt met witte stenen.
Het witte toegangsgebouw bovenaan afgewerkt met koepel, draagt het opschrift "Ferme Olivier British Cemetery MCMXIV - MCMXVIII". In dit toegangsgebouw zijn de landplaten, het registerkastje, de informatieplaat van de CWGC en een zitbank aanwezig.
In rechte lijn met het toegangsgebouw staat de Stone of Remembrance. De Cross of Sacrifice (type A) staat in de NW-hoek, aan de straatzijde. In de ZW-hoek staat een dienstgebouw, opgetrokken in natuursteen.
De graven zijn vrij onregelmatig verdeeld over 3 perken. Op "Ferme Olivier British Cemetery" zijn 408 mensen uit het Verenigd Koninkrijk begraven, waarvan er 6 niet geïdentificeerd konden worden, naast 3 Duitse geïdentificeerde doden.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2004: Ferme-Olivier Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195849 (geraadpleegd op ).