is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Architectenwoning Lucien Engels
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Architectenwoning Lucien Engels
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Architectenwoning Lucien Engels
Deze vaststelling was geldig van tot
Toen Lucien Engels in het midden van de jaren 1950 twee vrijstaande villa’s in een nieuw aangelegde straat in Elewijt moest ontwerpen, kocht hij er meteen zelf een perceel. Beïnvloed door Le Corbusier maakte hij twee voorontwerpen die een aaneenschakeling waren van afzonderlijke paviljoenen. Na zijn Amerikareis in 1957 verwierp hij echter dit concept en koos resoluut voor een extreem rechtlijnig opzet. De woning uit 1958 werd opgevat als een lange, zwevende "doos" op een smalle sokkel, die op verschillende wijzen geïntegreerd werd in het landschap: verankerd maar toch vederlicht.
Het vlakke Noord-Brabantse landschap met zijn prachtige vergezichten en contrastvolle hoog oprijzende populieren, hebben zowel het sterk horizontaliserende karakter als de noord-zuid oriëntatie van het ontwerp mee bepaald. De façades werden op hun beurt uitgewerkt in functie van de oriëntatie en het inwendige plan: ten noorden een quasi gesloten bakstenen gevel en ten zuiden een overhangende repeterende betonnen skeletbouw volledig opengewerkt en voorzien van glas.
De grote waterpartij aan de inkom maakt essentieel deel uit van het ontwerp. Voor Engels heeft water enerzijds een sterke symbolische betekenis, namelijk "overleven"; anderzijds is het een vormelijk element om architectuur in de omgeving te laten opgaan of er zich juist tegen af te zetten.
Naar eigen zeggen werd Engels sterk beïnvloed door de Japanse wooncultuur waarmee hij in Amerika had kennis gemaakt. Vooral de functionele flexibiliteit, de verschuifbare wanden, het ineenvloeien van de ruimten en het contact met de natuur spraken hem erg aan en werden op een succesvolle wijze in zijn eigen woning geïntegreerd.
De zuid- en westzijde van de woning waren aanvankelijk volledig beglaasd, maar werden door de architect in 1973 deels gedicht ten gevolge van stijgende energieprijzen. De zuidoostelijke en zuidwestelijke hoek en enkele vensters tegenover de kinderkamers werden dicht gemaakt en aan de buitenzijde afgewerkt met planchetten. Jammer genoeg verdween hierdoor ook het buitenzicht op de monumentale haard.
Van in het begin werd de woning gebouwd als gezinswoning; Engels had immers een architectenbureau in Brussel.
De vrijstaande villa is gelegen op het einde van de Populierendreef en werd centraal ingeplant op een licht hellend terrein dat aan de noordzijde wordt afgeboord door de Barebeek. Het langgerekte gebouw van 35 m op 6.30 m. staat loodrecht op de straat en wordt gekenmerkt door een noord-zuid oriëntatie. De terrassen met verspringende niveaus ten zuiden vormen een geleidelijke overgang tot de weelderig begroeide tuin. De gronden achter de woning waren oorspronkelijk bedoeld voor het houden van dieren (de architect zelf spreekt van “het neerhof”), maar zijn heden als tuin ingericht.
De eengezinswoning is opgevat als een langgerekte betonnen constructie die als het ware boven een smalle bakstenen sokkel lijkt te zweven. Dit gevoel wordt nog versterkt door het gebruik van pilotis en doorgetrokken muurvlakken: aan de westzijde een bakstenen muur en halverwege de zuidkant een loodrechte muur van onregelmatige blokken blauwe hardsteen. De bakstenen noord- en oostgevel liggen in één vlak en worden spaarzaam door muuropeningen geopend. De zuid- en westzijde van de sterk overkragende bovenbouw in repeterende betonnen skeletbouw zijn praktisch volledig opengewerkt en voorzien van glas. Alle muuropeningen zijn voorzien van metalen schrijnwerk. De doorgetrokken muur aan de west- of voorgevel heeft een ingenieuze dubbele functie. Bij het naderen van de woning wordt de achterliggende garage aan het zicht onttrokken en wordt alle aandacht gevestigd op de inkompartij met langgerekte vijver die letterlijk en figuurlijk het binnenkomen begeleid. De sfeervolle rechthoekige vijver fungeert als een reusachtige waterspiegel waarin vier ijzeren pijlers de bovenbouw schragen en reikt tot ongeveer halverwege de woning.
Naast de centrale inkomhal met vestiaire, is de onderbouw volledig gereserveerd voor secundaire functies zoals garage, berg-, verwarmings- en dienstruimten. De hobbyruimte geheel ten oosten is momenteel door de architect ingericht als schildersatelier.
Via de open, opgehangen trap betreedt men de verdieping waar het echte "wonen" plaatsvindt. De bovenverdieping is opgevat als één grote doorlopende ruimte geritmeerd door ijzeren pilotis en ingevuld door verplaatsbare wanden en meubels waardoor een flexibele, steeds aanpasbare indeling mogelijk wordt. Ondanks het overlappen en in elkaar vloeien van verschillende functies is er toch een heldere indeling van de plattegrond: haard- en zithoek in het westen, leef-, eet-, speelruimte en buitenterrassen in het zuiden, bad- en slaapkamers in het noorden en noordoosten. Al deze functies zijn gegroepeerd rond de centraal gesitueerde keuken - de spil van de woning - die de overgang vormt tussen leef- en privé-ruimten. Vanuit de keuken is er een vlugge bediening van de eethoek, terrassen en speelhoek mogelijk maar zijn ook de voor- en achtertuin, als alle toegangen te overzien. De keuken wordt van de eetplaats afgescheiden door een wand van twee geaderde witte marmeren platen en een schuifwand van gewapend pvc waarbij de typische kleine rechthoekige onderverdelingen met glasvezel refereren aan de Japanse schuifwanden met rijstpapier.
De open leefruimte wordt gedomineerd door een monumentaal, driehoekig haardvuur die de meest zuidwestelijke pilotis omhult. De haardmond is heden gedicht en voorzien van een houtkachel. De noordelijke wand is bekleed met houten planchetten, een typische afwerking voor de jaren 1950 en de later dichtgemaakte zuidwestelijke hoek is afgewerkt met een daim bekleding. Het enige meubel door architect Engels ontworpen, is een lage opengewerkte bar, uitgevoerd als een opeenstapeling van houten latjes op een ijzeren onderstel. De doorgang tussen de keuken en de zuidgevel naar de nachtvertrekken, is voorzien van een smal tafelblad dat doorloopt in de opengewerkte keukenwand.
Bron: Beschermingsdossier DB002283
Auteurs: Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Elewijt
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Lucien Engels [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201121 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.