Britse militaire begraafplaats langs de noordoostelijke zijde van de spoorlijn Ieper-Kortrijk, te bereiken via een graspad vanaf de Komenseweg, op 500 meter ten noordwesten van Hill 60.
Deze begraafplaats werd aangelegd ten noorden van een lorkenbosje, gekend als Larch Wood, aan de noordoostelijke zijde van de spoorweg. In de omgeving zou gedurende gans de oorlog zwaar gevochten worden.
De tunnels van Larch Wood werden in 1917 gebruikt als hoofdkwartieren voor reservebataljons. Edmund Blunden schreef in "Undertones of War" over de uitstekende staat van de tunnels bij Larch Wood eind 1917, die toen ook als medisch hoofdkwartier werden gebruikt.
De aanleg van de begraafplaats werd gestart in april 1915. De begraafplaats werd gebruikt door de troepen die deze sector bezetten, in het bijzonder de '46th (North Midland) Division' en de '1st Dorsets', tot in april 1918 (Duits Lente-offensief).
In perk IV, rij G liggen onder meer mannen van de '16th (Canadian Scottish) Canadian Expeditionary Force' begraven, die omkwamen bij een foutieve berekening in de mijnenoorlog nabij Hill 60. Het was de bedoeling om twee mijnen te laten ontploffen om Duitse loopgraven te beschadigen, maar de mijnen explodeerden onder de Canadese loopgraven.
Na de oorlog werd de begraafplaats uitgebreid door de concentratie van 245 graven uit de slagvelden rondom Ieper en van Duitse begraafplaatsen in België. Deze oorspronkelijke begraafplaatsen zijn:
Na de oorlog werd een Frans en Belgisch graf verwijderd. Op 'Larch Wood Cemetery' zouden er in het totaal 857 militairen begraven liggen of herdacht worden, waarvan er 321 niet geïdentificeerd konden worden. Het gaat om 435 geïdentificeerde en 299 ongeïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 24 geïdentificeerde en 12 ongeïdentificeerde Australiërs, 76 geïdentificeerde en 10 ongeïdentificeerde Canadezen en 1 geïdentificeerde Duitser.
Voor 82 doden, wiens graf op de begraafplaats niet teruggevonden kon worden, werd een 'special memorial' opgericht, terwijl vijf doden van wie het graf op de oorspronkelijke Duitse begraafplaatsen niet meer teruggevonden konden worden, ook herdacht worden met een zogenaamde 'duhallow block'.
Op deze begraafplaats ligt Lieutenant John Eden, 'XII Royal Lancers', gestorven op 17/10/1914. Hij was de broer van de toekomstige Britse premier Sir Anthony Eden. Voor hem werd een gedenkplaat opgehangen aan de kerk van Kruiseke (Wervik).
De begraafplaats is ontworpen door E. Lutyens (hoofdarchitect) en W.H. Cowlishaw (uitvoerend architect).
Meerhoekige begraafplaats van 2.736m² groot, met lichtjes glooiend terrein. Vooraan aan noordelijke zijde is een bakstenen toegangspartij met zwart hekken en bloembakken, het opschrift 'Larch Wood Railway Cutting Cemetery 1914-1918', de landplaten en de metalen informatieplaat. Deze toegangspartij wordt gevolgd door een lang, smal perk met graspad en aanplantingen. De 'Stone of Remembrance' is geplaatst op een witstenen platform met treden en wordt links en rechts geflankeerd door bakstenen paviljoentjes, afgewerkt in witte natuursteen, met rondboog, zitbank en afgedekt met trapsgewijs versmallende witte natuurstenen platen. Pal tegenover de herdenkingssteen staat het 'Cross of Sacrifice' (type B). De rijen grafstenen zijn onregelmatig aangelegd, verspreid over vijf perken. Bij enkele graven die als groep zijn geïdentificeerd, staat op de grafsteen te lezen 'Buried near this spot'. Er zijn verschillende collectieve graven. De begraafplaats wordt getooid met bloemperken, struiken, lorken (zie naamgeving) en esdoorns.
Bron: Beschermingsdossier DW002419
Auteurs: Decoodt, Hannelore
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. 2008: Larch Wood (Railway Cutting) Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/125924 (geraadpleegd op ).
Gelegen langs de noordoostkant van de huidige spoorlijn Ieper-Kortrijk, iets ten noorden van KM-paal 29. Te bereiken via hobbelige landbouwweg vanaf de Komenseweg, waarlangs de spoorweg kan overgestoken worden (gevaarlijk!). Omgeving is landelijk en heuvelachtig.
Deze begraafplaats werd aangelegd ten noorden van een lorkenbosje (“larch” = “lariks” of “lork”), aan de noordoostkant van de spoorweg. In de omgeving zou gedurende gans de oorlog zwaar gevochten worden.
De tunnels van Larch Wood werden in 1917 gebruikt als hoofdkwartieren van reservebataljons. Edmund Blunden schreef in "Undertones of War" over de uitstekende staat van de tunnels bij Larch Wood eind 1917, die toen ook als medisch hoofdkwartier werden gebruikt.
De aanleg van de begraafplaats werd gestart in april 1915 en werd gebruikt door de troepen die in deze omgeving een sector bezetten, in het bijzonder de '46th (North Midland) Division' en de '1st Dorsets', tot in april 1918 (Duits Lente-Offensief). In rij IV, G liggen onder meer mannen van de '16th (Canadian Scottish) Canadian Expeditionary Force' (CEF) begraven, die omkwamen bij een foutieve berekening in de mijnenoorlog nabij Hill 60. Het was de bedoeling om 2 mijnen te laten ontploffen om de Duitse loopgraven te beschadigen, maar de mijnen explodeerden onder Canadese loopgraven.
Na de oorlog werd de begraafplaats uitgebreid door de concentratie van 245 graven uit de slagvelden rondom Ieper en van Duitse begraafplaatsen in België. Deze oorspronkelijke begraafplaatsen zijn:
Na de oorlog werd een Frans en Belgisch graf verwijderd.
Op deze begraafplaats ligt Lieutenant John Eden, 'XII Royal Lancers', gestorven op 17/10/1914. Hij was de broer van de toekomstig Britse premier Sir Anthony Eden. Voor hem werd een gedenkplaat opgehangen aan de kerk van Kruiseke (Wervik).
Meerhoekige begraafplaats, ontworpen door Edwin Lutyens (hoofdarchitect) en W.H. Cowlishaw (hulparchitect). Het terrein, 2736m² groot, is lichtjes heuvelachtig. Vooraan (noordkant) is een 'toegangsperk' met lang graspad en trapjes, dat aan de noordzijde afgesloten is door een tweeledig zwart hekken. Links en rechts staat in de toegangszuiltjes te lezen 'Larch Wood Railway Cutting Cemetery 1914-1918'. Aan de muren van het 'toegangsperk' bevinden zich de landplaten en de CWGC-infoplaat. De 'Stone of Remembrance' is geplaatst op een witstenen platform bestaande uit trapjes en wordt links en rechts geflankeerd door bakstenen schuilhuisjes, afgewerkt met rondboog en witte natuursteen. Het rechtse schuilgebouw bevat het registerkastje, terwijl de achterkant van het gebouw fungeert als dienstgebouw. Pal tegenover de herdenkingssteen staat de 'Cross of Sacrifice' (type B).
De rijen grafstenen zijn onregelmatig aangelegd, verspreid over 5 perken. Van 12 graven die als groep zijn geïdentificeerd, staat op het grafzerk te lezen 'Buried near this spot'. Er zijn nog andere collectieve graven. 82 doden, wiens graf op de begraafplaats niet teruggevonden kon worden, worden herdacht via 'special memorials', terwijl 5 doden wiens graf op Duitse begraafplaatsen niet meer teruggevonden konden worden, herdacht worden op een zogenaamde 'Duhallow Block'.
Op 'Larch Wood Cemetery' zouden er in het totaal 857 militairen begraven liggen of herdacht worden, waarvan er 321 niet-geïdentificeerd konden worden. Het gaat om 435 geïdentificeerde en 299 niet-geïdentificeerde doden uit het UK, 24 geïdentificeerde en 12 niet-geïdentificeerde Australiërs, 76 geïdentificeerde en 10 niet-geïdentificeerde Canadezen en 1 geïdentificeerde Duitser.
Bron: DECOODT H. & BOGAERT N. 2002-2005: Inventarisatie van het Wereldoorlogerfgoed in de Westhoek, project in opdracht van de provincie West-Vlaanderen, “Oorlog en Vrede in de Westhoek”, en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen.
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2003: Larch Wood (Railway Cutting) Cemetery [online], https://id.erfgoed.net/teksten/195895 (geraadpleegd op ).