Britse militaire begraafplaats, gelegen langs de Vaartstraat, net ten noordoosten van het voormalig kanaal Ieper-Komen en ten noordwesten van het provinciedomein "De Palingbeek", op ongeveer twee kilometer ten zuidwesten van Zillebeke. Vlakbij ligt Spoilbank Cemetery.
Historische beschrijving
‘The Bluff’ was een plaats binnen het huidige provinciaal domein ‘De Palingbeek’ waar het kraterlandschap vandaag de dag nog steeds getuigt van de vreselijke oorlogstaferelen die zich hier hebben afgespeeld. Langs beide kanten van het nooit voltooide kanaal Ieper-Komen hadden de Britse 'Engineers' en Duitse 'Pioniere' stellingen uitgebouwd in de hoger gelegen oevers, op nauwelijks 40m van mekaar verwijderd. De noordzijde, in handen van de Britten, was bijna 10m hoger dan de Duitse stellingen, wat strategisch bijzonder belangrijk was. De Britten noemden deze oever 'The Bluff' ('bluff' is Engels voor 'steile oever'), de Duitsers spraken van 'Die grosse Bastion' (tegenover 'Die kleine Bastion' voor hun stellingen). Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens de oorlog vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muisspel af, waarbij de oevers van het nooit afgewerkte kanaal Ieper-Komen regelmatig van bezetter wisselde.
Deze begraafplaats is een frontlijnbegraafplaats bij een boerderij, die met de naam 'Chester Farm' werd bedacht. In maart 1915 werden de eerste doden er begraven, de laatste begravingen gebeurden er in november 1917. Heel wat graven liggen gegroepeerd volgens eenheid.
In perk I liggen 92 officieren en manschappen van het '2nd Manchesters', die in de periode april-juli 1915 in deze omgeving omkwamen. Er liggen eveneens 72 manschappen van het 'London Regiment' begraven. De meeste doden vielen tijdens de gevechten bij 'The Bluff'.
Op Chester Farm Cemetery liggen 424 militairen begraven, waaronder 305 gekende en 6 ongeïdentificeerde doden uit het Verenigd Koninkrijk, 21 Australiërs, 87 gekende en één ongeïdentificeerde Canadees en ten slotte vier Duitsers (waarvan twee niet geïdentificeerd). Voor vijf militairen, wiens graf niet meer kon teruggevonden worden, werd een 'special memorial' opgericht.
De aanleg van de begraafplaats is het werk van E. Lutyens (hoofdarchitect) en W.H. Cowlishaw (uitvoerend architect).
Kenmerken
De begraafplaats, 3.045m² groot, heeft een bijna rechthoekig grondplan. Het terrein is nagenoeg vlak en wordt omgeven door een bakstenen muur, bovenaan afgedekt met witte natuursteen. In de zuidelijke hoek is een witte plaat in de voormuur ingewerkt, waarop te lezen staat: 'Chester Farm Military Cemetery 1915-1917'. Bij de toegang, vooraan rechts (oostelijke hoek) en afgesloten met een smeedijzeren hek, is de grond geplaveid met hoofdzakelijk bakstenen. Hier is het registerkastje ondergebracht.
Centraal op de begraafplaats staat het 'Cross of Sacrifice' (type A). Tegen de zuidwestelijke muur staat een bakstenen schuilgebouw, met een dak opgebouwd uit trapsgewijs geplaatste witte natuurstenen blokken. Hier hangt de metalen informatieplaat. Het achterste gedeelte van het gebouw is afgesloten (dienstgebouw). De landplaten hangen boven een witstenen zitbank, die tegen de voormuur staat. De begraafplaats wordt getooid met bloemperken, struiken en esdoorns.
- Bezoekersinformatie Commonwealth War Graves Commission (nieuwe en oude registers).
- CHIELENS P., DENDOOVEN D. & DECOODT H. 2006: De laatste getuige. Het oorlogslandschap van de Westhoek, Tielt.
- SCOTT M. 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient. Norwich-Norfolk.