Gelegen in het noordwestelijk deel van het provinciedomein ‘De Palingbeek’, ten westen van het Molenbos en ten noorden van de kanaalbedding Ieper-Komen, te bereiken via een graspad vanaf de Verbrandemolenstraat. In de onmiddellijke omgeving zijn nog twee begraafplaatsen, namelijk Woods Cemetery en 1st D.C.L.I. Cemetery, The Bluff. Rondom rond de begraafplaats zijn zilverberken in cirkelvorm aangeplant.
Historische beschrijving
‘The Bluff’ was een plaats binnen het huidige provinciaal domein ‘De Palingbeek’ waar het kraterlandschap vandaag de dag nog steeds getuigt van de vreselijke oorlogstaferelen die zich hier hebben afgespeeld. Langs beide kanten van het nooit voltooide kanaal Ieper-Komen hadden de Britse 'Engineers' en Duitse 'Pioniere' stellingen uitgebouwd in de hoger gelegen oevers, op nauwelijks 40 meter van mekaar verwijderd. De noordelijke zijde, in handen van de Britten, was bijna 10 meter hoger dan de Duitse stellingen, wat strategisch bijzonder belangrijk was. De Britten noemden deze oever 'The Bluff' ('bluff' is Engels voor 'steile oever'), de Duitsers spraken van 'Die grosse Bastion' (tegenover 'Die kleine Bastion' voor hun stellingen). Het gebied van 'The Bluff' zou tijdens de oorlog vooral de plaats worden waar talrijke militairen het leven lieten door de ondergrondse oorlogsvoering. Beide kampen probeerden elkaar uit te schakelen via het plaatsen van ondergrondse mijnen onder de vijandelijke stellingen. In de ondergrond speelde zich jarenlang een dodelijk kat en muisspel af, waarbij de oevers van het nooit afgewerkte kanaal Ieper-Komen regelmatig van bezetter wisselde.
Hedge Row Trench Cemetery is genoemd naar een Britse loopgraaf die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog aangelegd was. Deze was op zijn beurt genoemd naar een nabijgelegen boerderij die 'Hagereke' heette ('Hage-reke' – 'hagen-rij' – 'hedge row'). De begraafplaats werd vroeger soms aangeduid als Ravine Wood Cemetery, verwijzend naar het Molenbos ('Ravine Wood') dat toen nog groter was dan nu.
Op 24 maart 1915 werd de eerste dode er begraven, de laatste op 18 september 1917. In april 1918 werd dit terrein veroverd door de Duitsers (tijdens het Lente-offensief), op 28 september 1918 heroverd door de Britten. De graven raakten echter danig beschadigd door de beschietingen dat ze individueel niet meer te onderscheiden waren. Vandaar dat in de naoorlogse jaren 'special memorials' werden geplaatst voor de vernielde graven op de begraafplaats. Volgens het huidige register staan er 'special memorials' voor 96 Britten (waarvan twee niet geïdentificeerd) en twee Canadezen.
De zilverberken in de omgeving van de begraafplaats werden aangeplant in cirkelvorm, net zoals de 'special memorials' op de begraafplaats, als symbool voor de vele mijnkraters die hier in de omgeving geslagen zijn tijdens de erg dodelijke mijnenoorlog.
De inrichting van de begraafplaats is het werk van J.R. Truelove.
Kenmerken
Begraafplaats met bijna vierkant grondplan wordt omgeven door een bakstenen muur, afgedekt met witte natuursteen. Aan de toegang is een smeedijzeren hek, geflankeerd door twee bakstenen pijlers, met bovenaan een witstenen gedeelte met de landplaten, het registerkastje en het opschrift ‘Hedge Row Trench 1915-1917’. De graven zijn allen 'special memorials'. Een deel is opgesteld in een cirkel rondom het 'Cross of Sacrifice' (type A1), die centraal op de begraafplaats staat. Op de vier hoeken van de begraafplaats staan groepjes zilverberken. Verder wordt de begraafplaats getooid met bloemperken en struiken.
- Onderzoek / notities door Roger Verbeke.
- Bezoekersinformatie Commonwealth War Graves Commission (nieuwe en oude registers).
- CHIELENS P., DENDOOVEN D. & DECOODT H. 2006: De laatste getuige. Het oorlogslandschap van de Westhoek, Tielt.
- SCOTT M. 1992: The Ypres Salient. A guide to the cemeteries and memorials of the Salient, Norwich-Norfolk.