Vakantiewoning van 1914 mogelijk naar ontwerp van architect G. Lejeune gebouwd door A. Pierarts, "maatschappij bestuurder", uit Antwerpen; in 1937 ten zuidoosten uitgebreid met twee kamers door de toenmalige eigenaar de Rijselse ingenieur A.-J. Sander-Sacré. Naar verluidt voorheen zogenaamd "Manoir de la Roche Jacquelin" naar de historische romanfiguur(?) Henri de la Roche Jacquelin, waarvan het wapenschild boven de dienstdeur vervangen werd door het familiewapen van de huidige eigenaars.
Inplanting bovenop het duin waarvan de voet versterkt is door middel van een omlopende bakstenen muur met in 1935 ingebrachte garage, volgens inscriptie van gevelsteen, door aannemer E. De Man uit Sint-Idesbald. De oorspronkelijke duinvegetatie is hier vervangen door gras. Een bakstenen steektrap splitst zich op respectievelijk naar de dienst- en de hoofdingang, en gaat over in een bakstenen, om het huis lopend pad; aan de zuidoost-zijde, twee "bankstellen" van gerecupereerde materialen (moefen, houten balk, en geprofileerde natuursteen), mogelijk afkomstig uit de ruïnes van de Koksijdse Duinenabdij?
Duinhuis van het bel-etagetype. Witgeschilderde baksteenbouw op gepikte plint. Sokkelvormende begane grond; afgeschuinde hoek- én dienstdeurtravee met ronde oculus onder getrapte overstek, tussen steunberen. Geaccentueerde zijgevel door middel van driezijdige erker en uitkragende puntgevel van dakvenster verlevendigd met pseudovakwerk. Typerend wisselend dakenspel: schildbedaking (rode, mechanische pannen) met makelaars en overstekende - onder meer ook gebogen - dakrand (onderaan beplankt en met consoles), onderbroken door al of niet afgewolfde puntgevels en dakkapellen. Overwegend rechthoekige muuropeningen; kleine roedeverdeling, luiken en onder meer schuiframen. Hoofdtoegang met art-nouveaugetint, houten portaaltje.
Het pand bewaart grosso modo zijn interieur. De begane grond omvatte oorspronkelijk de keuken (bewaarde tegelvloer) en kleine voorraadkamers, en is onmiddellijk van buitenaf toegankelijk via de deels beglaasde dienstdeur. Op de bel-etage geeft de hoofddeur uit op de traphal met bruin-witte tegelvloer in dambordvorm. Van hieraf zijn alle vertrekken van beneden tot boven geschikt rondom de fraaie houten bordestrap met opengewerkte leuning, zitbank onderaan en lambrisering aan muurzijde. Op de bel-etage is de grote leefkamer verruimd met een erker; de bakstenen schouwmantel dateert vermoedelijk van na de Tweede Oorlog; naar verluidt, verdwenen schotellift. Bewaarde binnendeuren. In de uitbreiding van 1937 beschikt één der kamers over een halfronde muurkast in de hoeken weerszijden het venster.
- Brugge, Kadasterarchief, Koksijde 1ste Afdeling, Sectie E, Mutatieschetsen 1914/2, 1935/135, 1937/32.