Het betreft hier een Britse bunker uit de Eerste Wereldoorlog, gebouwd in het voorjaar van 1916. Na de oorlog werd op het dak van de bunker een villa in Engelse cottagestijl gebouwd. Van op het gelijkvloers van de villa kon men de zee zien. De gelijkvloerse verdieping van de villa is in feite het dak van de bunker. Door het feit dat men van hieruit de zee kon zien, kreeg de villa de naam 'La Vigie' mee, wat 'de uitkijk' betekent.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de villa een verblijfplaats van hoge Duitse officieren. Na de bevrijding vestigde de Jachtvliegschool zich te Koksijde. Omdat men een gebrek aan accommodatie kreeg door de aangroei van officieren en leerling-piloten kocht de Belgische staat in 1951 La Vigie als verblijf.
De bunker werd gebouwd tegen een duinflank. Hij bestaat uit een twee verdiepingen hoge ruimte, waarin het kanon opgesteld werd. De toegang is achteraan en vooraan is een smalle uitsparing voor de loop van het kanon, gericht op de kustlijn. Rechts van de kanonkamer heeft men de munitiemagazijnen.
Het eigenlijke landhuis bestaat slechts uit één bouwlaag met een dakverdieping. Onder het landhuis bevindt zich de kelderverdieping. Dit wil zeggen dat men in de bunker een vloer gestoken heeft. Op de gelijkvloers bevonden zich de keukens. Het gebouw is opgetrokken in de romantisch-decoratieve cottage architectuur.
Imposante cottage daterend van 1925 en gebouwd boven op een bunker uit de Eerste Wereldoorlog. Aangepast in 1935: de loggia aan zuidzijde werd omgevormd tot een groot rechthoekig terras afgesloten door een buisvormige leuning tussen postamenten; op de zuidwesthoek werd rechthoekig hoektorentje opgetrokken met belvedère.
Cottage met verhoogde begane grond zie onderliggende bunker, toegankelijk aan zuidzijde via brede trappartij. Getypeerd door een witbeschilderde bakstenen onderbouw; witbepleisterd beton aan westzijde en oostzijde meer bepaald de buitenmuren van de bunker; overschilderd pseudovakwerk in de geveltoppen; leien bedaking. Indrukwekkend en variërend dakenspel, zie geknikt, kort overstekend zadeldak met wolfeinden, dakkapellen onder afgewolfde daken, dakvensters onder zadeldaken; belvedère onder ingesnoerd tentdak. Typerende erkers hetzij oplopend over de verdiepingen, hetzij onder luifel, hetzij voorzien van leien beschieting. Verzorgd schrijnwerk getypeerd door kleine roedeverdeling. Gekleurd glas in de bovenlichten. Garage tegen de westgevel.