Vakantiewoning van 1923- '24 naar ontwerp van de Koksijdse architect G. Lejeune gebouwd voor de Leuvense familie Rauwez-Bruylants; onlangs gerestaureerd.
Inplanting bovenop het duin, één der hoogste van het centrum van de badplaats, en toegankelijk via een bakstenen steektrap vertrekkend vanaf de Onze-Lieve-Vrouw ter Duinenkapel aan de Leopold II laan; om het huis lopende bakstenen stoep. De "Villa Belvédère" vervangt de "Villa Clémence" , een houten chalet dat tijdens de Eerste Wereldoorlog vernield werd. Net zoals het reliëf is ook de typische, fixerende duinvegetatie - voornamelijk duindoorn - gerespecteerd.
Kort voor de Eerste Wereldoorlog en tijdens het interbellum is G. Lejeune dé lokale cottagebouwer; voornamelijk in Koksijde-Bad is hij bedrijvig. Zijn duinhuisversie ligt in de lijn van het toen in zwang zijnde cottagetype, waarvoor de "Villa Belvédère" representatief is.
Gearticuleerde plattegrond met rechthoekig basistracé. Twee bouwlagen van gele bakstenen met gebruik van rode voor de plint en afwerking van boogvelden; gevelsteen met opschrift "Gaston Lejeune architecte. Coxyde-Bains". Typerende gebogen loggia en trapezoïdale erker, beide van hout en oplopend; verzorgd houtwerk, deels gerestaureerd. Puntgevels verlevendigd met pseudovakwerk van cement. Met uitzondering van enkele oculi, voorts rechthoekige muuropeningen met houten lateien (vernieuwd) onder witgeschilderde gecementeerde boogvelden onder meer met cirkelmotief; kleine roedeverdeling. Wisselend dakenspel: een combinatie van schild- en zadeldaken onder meer met wolfseinden (rode, mechanische pannen) en overstekende dakranden; afgewolfde dakkapellen.
Behouden interieur. Op de begane grond geeft de loggia toegang tot de hal met houten bordestrap naar de bovenverdieping; achter het beglaasde trapgat bevindt zich de keldertrap. Zowel de loggia als de hal met aansluitende gang zijn bevloerd met rode en witte cementtegels in dambordpatroon. Ten noorden geeft de hal uit op een grote, rechthoekige leefkamer verruimd met een erker (zeezicht). De vloer bestaat hier uit houten planken, het plafond bezit in het ene deel balken en in het andere een "netwerk" van houten latten. De schouwwand is uitgewerkt als een kleine rechthoekige erker met vloer van gebakken tegels, houten hoekzitbanken met uitzicht op het duin via ovale oculus, weerszijden de bakstenen (nu beschilderd) schouwmantel voorzien van rondboognissen. Ten zuiden van de hal bevindt zich de keuken met cementtegelvloer; een kleine bergplaats sluit er bij aan.
Binnenshuis is al het houtwerk nog oorspronkelijk: deuren, al of niet beglaasd (oorspronkelijke beglazing deels bewaard) en overal met houten omlijsting, art-nouveaugetinte schouwmanteltjes in twee slaapkamers, plankenvloeren, ...
- Brugge, Kadasterarchief, Koksijde 4de Afdeling, Sectie G, Mutatieschetsen, 1924-1928/7.