erfgoedobject

Synagoge

bouwkundig / landschappelijk element
ID
201191
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201191

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Synagoge
    Deze vaststelling is geldig sinds

  • is aangeduid als beschermd monument Synagoge met tuin
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

De wijk Heide, grenzend aan en deels op Kapellen, bevindt zich in het zuiden van de gemeente Kalmthout. Tot laat in de 18de eeuw was dit een nog volledig onontgonnen heidegebied dat ongeveer één zesde van de gemeentelijke oppervlakte besloeg. De verkoop van gemene gronden die vanaf 1848 werd vrijgegeven, genoot aanvankelijk bijval bij de inwoners van de gemeente zelf maar trok vanaf het einde van de 19de eeuw voornamelijk grondspeculanten uit Antwerpen en Brussel aan. In 1897 kreeg Heide een treinhalte en in 1911 ook een station. Geleidelijk ontwikkelde het prille gehucht zich van een centrum voor dagtoerisme en vakantiegangers naar een permanente, voornamelijk residentiële woonplaats. Vele stedelingen kochten er grond, waarop meestal vrij luxueuze villa’s werden opgetrokken. Heden telt Heide circa 5000 inwoners.

Ook joodse burgers, vaak werkzaam in de diamantsector, voelden zich aangetrokken door de bosrijke omgeving en de gezonde buitenlucht. Eind 19de eeuw had de snel uitbreidende diamantsector zich rond het Antwerpse centraal station gevestigd. Onder impuls van koning Leopold II werden vele joodse diamantairs omwille van hun vaardigheid in de sector uit Amsterdam naar Antwerpen gelokt. Op enkele Russische en Oostenrijkse staatsburgers na woonden er begin 1900 in Heide dan ook alleen Amsterdamse joden. Samen met andere inwijkelingen stonden deze joodse mensen mee aan de wieg van de huidige woonwijk Heide-Kalmthout.

Buiten de talrijke weekend- en vakantietoeristen was er van 1931 tot 1942 een komen en gaan van circa 700 ingeschreven joodse Kalmthoutenaren van verschillende nationaliteiten. Na de Tweede Wereldoorlog was de joodse gemeenschap in Heide -om gekende redenen- zeer sterk gedecimeerd: een aantal mensen kon tijdig op de vlucht slaan doch tijdens razzia’s in 1942-1943 werden 37 joodse mannen, vrouwen en kinderen die toen nog in Kalmthout verbleven weggevoerd naar de Dossinkazerne in Mechelen; van hieruit werden in totaal 199 joodse mensen die in Kalmthout woonden of gewoond hadden naar het vernietigingskamp Auschwitz gedeporteerd. slecht één van hen overleefde.

Na vele jaren kwamen de overlevenden en de erfgenamen van de rechtmatige eigenaars van de synagoge terug naar Heide-Kalmthout. Ze gaven het leven rond het gebedshuis opnieuw betekenis maar van een gemeenschap zoals voorheen was geen sprake meer. De vakanties op de heide raakten ook algemeen meer en meer uit de mode. In de jaren 1960 deed zich een tweede emigratie voor naar Israël, Amerika, Zwitserland. Velen verkochten hun huis zodat de hier even terug oplevende joodse gemeenschap andermaal werd uitgedund.

In de beginperiode werden de gebedsbijeenkomsten van de joodse gemeenschap te Heide in het huis van Shaul Wachstock in de Thillostraat gehouden (schuin achter pension Brunner), doch door de steeds grotere toeloop van joodse inwijkelingen - veelal zomertoeristen - groeide de behoefte aan een echte synagoge. In de Leopoldstraat, de eerste zijstraat van de Heidestatiestraat evenwijdig aan het spoor, werd een bouwgrond aangekocht (akte verleden voor notaris Van der Heyde op 14 september 1927).

De bouwtoelating voor een “Israëlits bidhuis met woning van portier” werd op 26 juli 1927 aangevraagd en op 29 november 1927 verleend. De bouw werd in 1928 gerealiseerd en de synagoge in 1929 officieel in gebruik genomen. Architect was Jan Frans Beirens uit Kalmthout, aannemer Alexander Nagels.

Het door Beirens ontworpen en nog bestaand eigen woonhuis, Heidestatiestraat nummer 66, is een eclectische eengezinswoning van 1907. Grote bezieler van het project met betrekking tot de synagoge was Mendel Kornreich, samen met acht mensen die hij in de raad had opgenomen. Het geld voor de bouw werd ingezameld in Antwerpen en Heide met Mendel Kornreich als één der grootste geldschieters.

De plaatselijke joodse gemeenschap droeg ook letterlijk haar steentje bij door mee te werken aan de bouw. De voorgevel vertoont enkele neomoorse stijlkenmerken maar verder heeft het gebouw ook subtiele architecturale elementen uit de jaren 1920. De plaatselijke glazenier vervaardigde het grote glasraam met davidster boven de heilige ark. Binnenin is er een ruim balkon voorzien voor de vrouwen. Grote ramen zorgen voor een overvloedige lichtinval. Naast de ingang werden een consistoriekamer en een woonruimte voor de conciërge ingebracht.

De synagoge van Heide is de enige niet in een stad gelegen synagoge in België waar joden van alle strekkingen samen kwamen. Het is ook het eerste gebouw dat in Heide voor de eredienst werd opgericht, vóór de bouw van de parochiekerk die pas van 1935 dateert. Tot circa 1995 werd de synagoge in de zomerperiode nog voor de eredienst gebruikt en was het gebouw in vrij goede staat.

Van grote betekenis voor de joodse aanwezigheid te Heide is ook de oprichting van de “jesjivah ets chajiem”, de eerste Talmoed Hogeschool in België (godsdienstschool voor hoger onderwijs, onder meer voor de opleiding van rabbijnen), die in augustus 1929 door de heren I. Masel en Burack werd gesticht. Aanvankelijk ondergebracht in het huis van Shaul Wachstoch (Thillostraat), verhuisde ze later naar de Heidestatiestraat waar de studenten in Hotel Meyer en daarna in Hotel de la Station verbleven. In 1938 telde de instelling tussen de 120 en de 140 leerlingen.

Om de jongens een inkomen te garanderen werd hen een beroep in de diamantnijverheid aangeleerd. In 1936 leverde het schepencollege van Kalmthout een vergunning af voor de bouw van een groot jeshiva-gebouw tussen de Leopoldstraat en de spoorweg. De eerstesteenlegging vond plaats in 1938, doch door het uitbreken van de oorlog werd het gebouw nooit voltooid. Sedert 1961 bevindt deze jeshiva zich in Wilrijk (Steytelinckstraat nummer 22).

Op enkele meters van de straatkant, verscholen achter het groen, bevindt zich de joodse synagoge omgeven door een heden verwaarloosde tuin.

Vrijstaand, rechthoekig gebouw met dubbelhuisopstand van drie op zes traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak boven de gebedsruimte (kunstleien, nok loodrecht op de straat) en plat dak boven de voorbouw (roofing). Bakstenen voor-, zij- en achtergevels op gecementeerde plint, verlevendigd met omlopende, in donkerdere baksteen uitgemetselde muurbanden in het verlengde van de vensterdorpels en van de, op dezelfde wijze gemetselde omlijstingen rond de bovenlichten; een bredere, geprofileerde en eveneens omlopende lijst markeert de overgang van de eerste naar de tweede bouwlaag. Gedrukte klokvormige voorgevel met vrijstaande top, geflankeerd door achtzijdige, uitkragende hoektorens op puntige kraagstenen voorzien van omlopende banden (één verdiepte en één opliggende).

Top met één rechthoekige, onbeschreven arduinen gevelplaat en één ellipsvormige met inscriptie 1927 in Hebreeuws schrift aangebracht boven de centrale, gekoppelde rondboogvensters van de tweede bouwlaag die symbool staan voor de twee stenen tafelen. Voorts rondboogvensters en -deur, meestal met origineel houten schrijnwerk, op een aantal vernieuwde bovenlichten na waarin de oorspronkelijke roedeverdeling niet werd hernomen; de vier treden voor de inkom verwijzen naar de vierledige universaliteit.

Zijgevels met lijstgevel, afgesloten met een houten kroonlijst en geopend met rondboogvensters, cf. voorgevel die echter in de derde, vierde, vijfde en zesde travee over de twee bouwlagen doorlopen; ook hier werden de bovenlichten met uitzondering van de twee benedenvensters in de noordzijgevel vernieuwd. Puntvormige achtergevel met schouderstukken, verzwaard met steunberen aan weerszijden van de middelste travee. Centraal rondvenster ter hoogte van de tweede bouwlaag; het grote veelkleurige glas-in-loodraam met davidster, precies geplaatst boven de heilige ark (zie interieur), werd door de plaatselijke glazenier van Kalmthout vervaardigd.

Plattegrond: zoals de meeste synagogen heeft ook deze de driedelige indeling van de Tempel van Salomon: de voorhal, het heilige en in de apsis het allerheiligste, waar de thorarollen in de heilige ark worden bewaard. In de voorhal bevindt zich de inkom met rechts daarvan de consistoriekamer, links de trap naar de vrouwengalerij en de conciërgewoning. Het heilige is een hoge, tot onder het dak doorlopende ruimte met ter hoogte van de tweede bouwlaag een aan noord-, west- en zuidzijde omlopende vrouwengalerij. Vlak afgesloten oostelijke apsis. Na de oorlog werd aan de oostzijde een kleine uitbouw met mikwe (ritueel bad) aangebracht.

Interieur

Bepleisterde, witgeschilderde binnenmuren en plafond. Houten planken vloeren. Omlopende vrouwengalerij, geschraagd door eenvoudige rechthoekige betonnen pijlers met sober art-decogetint kapiteel en afgeschermd door middel van hoge, gesloten houten borstweringen. De zespuntige davidster in het glas-in-loodraam (apsis), die vaak met het jodendom wordt geassocieerd, is een oud symbool dat pas sinds de 19de eeuw algemeen werd toegepast: het staat voor de verbinding van het bovenaardse met het aardse en omvat tevens de vier levenselementen vuur, water, lucht en aarde.

Bewaarde ark (meubel waarin de thorarollen worden bewaard), verhoog voor de voorzanger, bima (het door een hek omgeven podium waarop de Wet wordt gelezen en rituele handelingen worden verricht), zetel van de rabbijn, bidstoelen, kast (waarin de gebeds- en studieboeken werden opgeborgen) en tafels ten behoeve van de studenten. Muurplaten en kaders met Hebreeuwse opschriften vormen de enige decoratie. Aan de deurposten zijn de busjes voor de mezoeza (fragment uit het Oude Testament geschreven op een rolletje perkament) nog aanwezig. Een gedenkplaat in de inkomhal met Hebreeuwse en Nederlandse opschriften herinnert aan de stichting van deze synagoge.

De mikwe in de bijbouw bestaat uit een ronde betonnen badkuip met daarin een houten trap van zeven treden.

  • BASTIAENSEN J., De eigendomsstructuur van de synagoge, in Calmpthoutania, jaargang 56, nummer 1, 2004, p. 40-43.
  • Id., Joodse aanwezigheid in en nabij de Leopoldstraat, in Calmpthoutania, jaargang 55, nummer 2, 2003, p. 76-88.
  • VAN DEN BRANDE F.L., De joodse aanwezigheid te Heide-Kalmthout. Bloei en herfsttij van een dynamische joodse gemeenschap, onuitgegeven nota.
  • VAN LANDEGHEM M., Het joodse verleden van Kalmthout, Kalmthout, 2002.

Bron: Onroerend Erfgoed, digitaal beschermingsdossier DA002448, Kalmthout: Joodse Synagoge.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Tuin

De synagoge werd ingeplant op een driehoekig, naar achter versmallend perceel. In de achtertuin bleef de oorspronkelijke aanleg niet bewaard. In de voortuin zijn perkjes beplant met rododendronstruiken aangelegd, afgeboord met een rand van diagonaal geplaatste bakstenen. Ze begeleiden een kronkelend pad naar de hoofdtoegang van de synagoge. Aan de straatzijde bleef een uitgeschoten haagbeuk bewaard, vermoedelijk een restant van de oorspronkelijke afsluitingshaag.

Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Synagoge [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/201191 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.