Onderkelderd enkelhuis van drie traveeën en twee bouwlagen, met mansardedak voorzien van twee dakkapellen en een centraal dakvenster met leuning, van circa 1900. Bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met verscheidene Lodewijk XVI-elementen in de uitwerking. Hardstenen plint met getraliede keldervensters. Verhoogde begane grond voorzien van rechthoekige vensters en bovenlicht in geriemde omlijsting met oren, uitgespaarde bovenhoeken gevuld met diamantkopje en fries met rozetten onder een rechte kroonlijst; decoratieve ijzeren leuning tussen arduinen postamenten. Centrale rechthoekige houten erker. Bovenverdieping met horizontale banden, vensters in omlijsting met kroonlijst en met verdiepte borstwering afgesloten met leuning tussen postamenten. Deur met arduinen rechtstanden en kroonlijst op uitgelengde consoles. Onderbroken hoofdgestel met kroonlijst met tandlijst en klossen.